Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd875. Aan G. ter Braak: Gistoux, 4 juni 1931Gistoux, Donderdag. Lieve Truida, Dank voor je plagerige brief: de dikke man moet ‘mülleren’Ga naar voetnoot1.; you want some exercise, zooals de Engelschman met véél gezond verstand zegt. Als je wist!... Als je wist hoe weinig de heele Vrije Bladen-historie me op het oogenblik kan schelen, en al die andere literaire werkjes. Maar de groote vraag blijft altijd - dat is nu al twee jaar zoo -: wat stel ik ervoor in de plaats? De vrouw? Neen. De revolutie? Kom-kom. En zoo zou het voortgaan, als het lang kòn voortgaan. Maar er is zooveel niet eens te veronderstellen. De reis? Ik zit immers vast! Arme, arme Eddy. Vier dagen heb ik geprobeerd mij met mijn moeder over verschillende practische dingen (als de verkoop van dit kasteel, etc.) te verstaan; slag op slag is het op boosheidGa naar voetnoot* en boosaardighedenGa naar voetnoot** uitgeloopen. Ik ben blij dat ik morgen naar Brussel terugga; ofschoon het vandaag iets beter ging. Haar gezondheidstoestand gaat rustig vooruit; de dorpsdokter hier is tevreden, en als ik naar haar mopperzucht oordeel, voèlt ze zich ook bepaald veel beter. Truida dear, ik wou dat de heeleboel hier opgedoekt was, om elders een ‘vrijer’ leven te beginnen. (Dat stel je je dan voor, al weet je vooruit dat het verschil nooit zoo héél groot zal zijn!) Het is hier anders in den zomer wel heerlijk. Wanneer kom je nu met Menno een tijdje logeeren? In Augustus komt Slauerhoff | |
[pagina 98]
| |
wschl., geflankeerd door Darja, - liefst dus eerder. Mijn moeder heeft eig. ook wel graag gasten; als het er maar niet te veel tegelijk zijn, twee hoogstens. En als ze dan af en toe maar een klein beetje met haar praten. In dat opzicht is ze heel geschikt; het is alleen pestilent dat zij en ik, zoodra het gesprek eenigszins ernstig wordt, het direct met elkaar aan den stok krijgen. Als je hier komt, heb ik allerlei landelijke lectuur voor je, heel wat anders dan dgl. nare boekjes als je in Eibergen gelezen hebt (de Kleine Parochie en zoo). Bijv. De geschiedenis van San Michele, door Axel Munthe, een meesterwerk van rust en menschenliefde... En de Zebedeüs van Van Looy, als je dat nog niet kent. Alles geheel aangepast aan de kleur van het gebladerte, de kracht van den wind, de rimpelingen van het water, enz. enz. Ik hoop dat wij dan ook even harmonisch zijn! Wat zal je dan uitgerust en gesterkt naar je ‘taak’ in het drukke Rotterdam teruggaan. Ach Truida dear, misschien heb je me toch nog wel voor iéts als vriend aanvaard, al is het bitter weinig. Enfin, je merkt, ik ben erg verteederd en berustend. Maar zooals gezegd, voorloopig ben ik blij dat ik van hier wegga. (Als ik 3 dagen in Brussel ben en merk dat mijn bestaantje daar eig. net zoo doelloos is als hier, en dat ik daar nèt zoo erg op een paar literaire werkjes ben en blijf aangewezen, dan zal het gevoel weer den kant van Gistoux uit wapperen.) Ik wou dat je hier was, om een groote wandeling met je te maken. Ik geloof dat ik weinig zou praten; misschien alleen een beetje mopperen. Zou je me je hand geven, denk je? Schrijf gauw weer. Je E.
P.S. Sterkte voor den tandarts, d.w.z. bij den tandarts; en beperk je in het gebruik van godslasterlijke woorden, d.w.z. misbruik die woorden niet! Hierbij een portret van onze Vera op kunstdrukpapier - fraai is het niet, dus ik doe het oude portret er ook maar bij. Las je mijn (snert)artikel?Ga naar voetnoot2. Een zekere Otten heeft het ‘met veel plezier’ gelezen, maar ik weet nog niet of het de Otten is. |
|