Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd856. Aan S. VestdijkGa naar voetnoot1.: Gistoux, 11 mei 1931Gistoux, 11 Mei '31. Zeer geachte Heer, Ik verneem van Slauerhoff dat u gesteld is op mijn oordeel over | |||||||
[pagina 73]
| |||||||
uw gedichten. Het is een eenigszins lastig geval mij daarover, zoo op een afstand en zonder u persoonlijk te kennen, precies uit te spreken; aan den anderen kant zou u weinig hebben aan een oordeel dat, om welke redenen dan ook, vervalscht was. Ziehier dus ronduit wat ik ervan denk:
| |||||||
[pagina 74]
| |||||||
Ik hoop dat u mij mijn openhartigheid niet kwalijk zult nemen, en vooràl, dat het u in geenerlei opzicht uw zelfvertrouwen ontnemen zal; daarààn juist bestaat bij u de grootste behoefte. Wat uw kùnnen betreft, dus zuiver de kwestie talent, mag u volkomen zeker zijn van uzelf; het gaat er alleen om uw eigen toon te vinden, uw eigen persoonlijkheid uit te drukken. Geloof mij uw oprecht belangstellende EduPerron Château de Gistoux Chaumont-Gistoux (België) |
|