Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd840. Aan H. Marsman: Gistoux, 5 mei 1931Gistoux, 5 Mei '31 's avonds. Beste Hennie, Ik krijg daarnet je kaart uit Dusseldorf; iedere keer als ik een kaart of brief van je uit D. krijg, zie ik je in een vreemde atmosfeer, alsof je er was om Peter Kuerten - of eenige van zijn imitatoren - te verdedigen.Ga naar voetnoot1. Slauerhoff is niet hier; schreef ik je dat niet reeds? Of kreeg je mijn briefje nog niet? Verzen en proza heb ik niet; ik heb niets, literair gesproken, dan het half of geheel versmade ...E poi muori, dat jij nu ook al minder goed vindt dan Een V. Curieus, Van Wessem bv. vindt het | |
[pagina 57]
| |
beter,Ga naar voetnoot2. maar die zegt weer gekke dingen over Een V., o.a. dat Montmartre hem als door-een-Belgisch-auteur-gezien toeschijnt! Dat is dan wel erg gek, en onder ons gezegd, ik geloof er niets van. Ik geloof dat Van W. Parijs blijft zien in een zekere glans, en dat hij Montmartre met de jazz's en bars van Cocteau in verband brengt (onderbewust), dus er toch een zekere ‘Parijsche allure’, of chic, in wenscht. En Montmartre is pover en bête en ontglansd, zooveel als dat maar eenigszins ter wereld kan. Voor zoover ik er over kan oordeelen, lijkt mij de Montmartre-episode, met het eind, het beste; het gevrei/ij (?)Ga naar voetnoot* van Kristiaan met Andrée is toch zeker van geen enkel belang? Maar misschien heeft het voor den buitenstaander een zekere frischheid? Enfin... het is de moeite niet om er lang over te praten; wàt ik in dit boek blijf ‘liefhebben’, heb ik in het nawoord precies gezegd. Ik zond je een ex. Voor kleine Parochie; schrijf me bij gelegenheid daar nog eens je indrukken over. Ik maak me op om over Kort Geding te schrijven; het beroerde is alleen dat ik mij in deze zomeromgeving en -rust eindelijk eens heerlijk voel afdrijven buiten alle literatuur; ik lees één of twee hoofdstukjes per dag in brochures van Trotsky of zoo, en doe dat ook nog met sterk verminderde aandacht. Die Omar Khayyam had toch gelijk: een tuin met rozen en de kost verzekerd, dan gaat men zoetjesaan naar het graf en alle agitatie lijkt ijdel en dom. Och, al dat ‘vitalisme’! Het is welbeschouwd misschien niets dan een kwestie van bloeddruk. Maar ik zit hier nog een maand, dus ik kom nog wel aan die bespreking toe, en ook nog aan een andere, die ik Menno beloofd heb - om hem te vervangen, voor het Cr. Bulletin helaas - over Rhum van Cendrars.Ga naar voetnoot3. Belofte maakt schuld en de literaire ijdelheid van ergens per se niet in te willen staan is ook al zoo kakkineus, al hebben wij, eilacy! toch ieder al een rrreputatietje te verrrliezen!... (Zou je daarom alleen al niet uitscheiden?) Zend me Saint-Just hierheen, en ook ...E poi muori. Het eerste als drukwerk, het andere als ‘papiers d'affaires’. - Vertel me eens wat | |
[pagina 58]
| |
van je praktijk. Voel je er niet voor om later mijn advocaat te zijn; voor een erfenis of zoo bijv., als ik in Holland een rechtskundig adviseur noodig heb? Of doe je 't niet minder dan voor lustmoorden? Kòm je nu deze maand nog in Gistoux? Jany is ook in aantocht. Greshoff wou van 28 t/m 30 hier zijn; begin Juni ga ik weer naar Brussel terug, tenzij mijn vrouw in Montigny the-love-of-her-life ontmoet en het echtelijk domicilie niet meer wenscht te betreden, waar weinig kans op is... - Hartelijke groeten, ook aan Rien, van je E |
|