Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 430]
| |
735. Aan C. van Wessem: Brussel, 7 februari 1931Brussel, Zaterdag. Beste Constant, Ik heb van Coenen (die het reeds had aangenomen) een stukGa naar voetnoot1. teruggevraagd, dat hij al veel te lang liet liggen; het gaat hierbij en is de vertaling van een chanson de geste die in Frankrijk zelf nooit nog werd uitgegeven, en alleen in het kort naverteld door Joseph Bédier in de inleiding van zijn Chastelaine de Vergi. Is het niet te plaatsen in de Vr. Bladen? want zelfs als daar bij voorkeur geen vertalingen worden opgenomen, dan mag dit toch wel een uitzondering maken (zie de noot onderaan blz. 1). Ik heb dat ms. moeten laten overschrijven door Pia in de bibliotheek van het Arsenaal,Ga naar voetnoot2. maar ik was verliefd op dat ding om zijn Stendhaliaansch karakter. Stendhal had er een ‘chronique italienne’ van gemaakt; in ieder geval had hij het prachtig gevonden. Als het jou ook bevalt, zend het dan door met je zegen. Het zal 8 à 9 blzn. beslaan van de Vr. Bladen, hoogstens. Met beste groeten en in afwachting van nadere berichten, je Eddy
Als het opgenomen wordt, moet het op den omslag niet vermeld staan als iets van mij, maar onder den auteursnaam voorkomen van JACQUES DE BAISIEUX. Dat is wel zoo grappig; net of die meneer medewerker is geworden van de V.B. |
|