Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 398]
| |
706. Aan W.A. Kramers: Brussel, 24 januari 1931Brussel, Zaterdag. Beste Wynand, Ingesloten het stukGa naar voetnoot1.; als het te lang is, maak er dan twee stukken van; n.l. I. mijn eerste artikel; II. het antwoord van Marsman met wederwoord. Maar wel liefst alles in hetzelfde nr.! het komt nu toch al te laat. Laat je overigens niet afschrikken door de pagineering, want er zijn vele halve blz. bij. Het geheel wordt hoogstens 12, misschien 13 kolom. Je zou het Ie stuk ook groot kunnen laten zetten en de rest kleiner, als je dat noodig vindt. Tot nahadir; steeds je E.
Je weet niet half hoè kostbaar dat antwoord van Marsman is! en wat een Macchiavelisme ik daarvoor heb moeten ‘ontplooien’! - Mocht in hetzelfde nr. toevallig een kroniek van Donker over Prisma voorkomen, zet dan àlles maar klein (en dààr achter). Het wordt dan het Poëzie-nr. van D.G.W. van dit jaar!! |
|