692. Aan W.A. Kramers: Brussel, 13 januari 1931
Beste Wijnand,
Ingesloten een artikel dat je wellicht plezier zal doen (ik herinner me nog je verzuchtingen over het menageeren van Nijhoff door de kameraden). Voor het geval Roel ermee geschaad wordt in de uitoefening van zijn baantje, zou je dit erop kunnen vinden, n.l. door op pag. 1 van mijn ms., bij de zinsnede ‘men bedenke dan dat het niet meer is dan een mening’ een voetnoot te plaatsen van de redactie, waarin je b.v. vertelt dat je proza-kroniekschrijver, de heer Houwink, om deze reden het boek aan een van zijn onderzoeken zal onderwerpen... of zooiets.
Ik hoor graag van je of je het stuk plaatst, liefst in het Febr. nr. Mocht je er bezwaren tegen hebben, zend het dan door aan C. van Wessem, Bergweg 20, Hilversum, dan hoeft het niet hierheen terug. - Wat gebeurt er met de Borel-affaire?
Met hartelijke groeten, je
Eddy.
Gegeven je onredelijke bezwaren tegen nieuwe spelling mag je het stuk voor mijn part in De Vries-en-Theewinkelsch (doen) omzetten; qu'à cela ne tienne, als het dan maar niet half gebeurt.
Brussel, Dinsdag.