Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd675. Aan A.A.M. Stols: Brussel, vermoedelijk december 1930Dinsdagmiddag. Beste Sander, Zooeven nog 3 onuitgegeven sonnetten gevonden - weliswaar niet al te beste, maar misschien toch wel bruikbaar voor Helikon? De aardigheid zou zijn dat ze later niet meer in een bundel worden opgenomen. Vic Vriesland vond ze niet veel minder dan de rest in dezen trant, ik wel, maar met een datum eronder gaat het misschien wel. Tot de verdrevene vind ik wèl aardig, maar is mysterieus, n.l. geschreven voor Jany in Ascona. De eerste strophe luidde aanvankelijk: Ik kwam en ronkte - en zie, 'k heb u verdreven
naar een mysterieuze en verre zaal
(dat was het tuinhuisje van mevr. Fröbe)
als die waarin de Vreemdling zijn verhaal
u deed van 't vreemde land achter dit leven.
Met het oog op event, publicatie heb ik het later, in Amsterdam, gewijzigd. Het geheel blijft nat. een grap. Ik had aan die dingen niet meer gedacht, sinds ik uit Gistoux wegging; ik had ze anders nog eens in Vl. Arbeid willen zetten, maar dat is opgedoekt. Als je ze neemt, zet er dan boven: VERGETEN SONNETTEN of zooiets.Ga naar voetnoot1. En dan: I. De Notaris spreekt; II. Een Apostel; III. Tot de VerdreveneGa naar voetnoot* Liefst de spelling nièt veranderen; maar als dat je erg veel schelen kan, dan is het ook goed. Tot spoedig. Je E
Tourguénev lijkt me heel goed; ik heb het me aangeschaft. Dank voor je ex., dat hiermee teruggaat. |
|