Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd624. Aan G. Burssens: Brussel, 26 oktober 1930Brussel, Zondag. Beste Burssens, Dus, als ik goed begrepen heb, tot volgende Zondag. Dat zou mij ook goed schikken. En dus ook zonder die mevrouw R.,Ga naar voetnoot1. die zo mooi piano speelt; ik heb hier bovendien geen piano, zodat ze eig. in de weg zou zitten. Maar neem dan ook niet het echtpaar S. mee, want, om je de waarheid te zeggen, ik voel mij dezer dagen minder dan weinig op pianospel en mondaine gesprekken belust - afgescheiden nog van het feit dat het onze besprekingen en opmetingen van P.v.O.'s proza bepaald geen goed zou doen. Die mensen zijn allemaal erg aardig, maar, hoe zal ik 't zeggen, meteen toch ook een beetje... hm... ‘dérouterend’ voor mij. Ik heb altijd het gevoel dat | |
[pagina 325]
| |
onze ‘geestelike ontmoeting’ niet dan met veel akrobatie van beide zijden tot een zéér labiel evenwicht wordt gebracht; als je je stoel verschuift dreigt de heleboel in elkaar te donderen. Ergo: wij alleen, ‘van man tot man’, wat ook bij een event, bezoek aan Stols makkeliker is. Ik heb hem over de uitgave - ook van de volledige prozaverhalen - reeds gesproken. Het is alleen nodig dat we precies weten hoeveel blzn. de volledige kopie groot zou zijn. Neem dus alles mee, zoals ik het je in mijn vorig schrijven opgaf. Liefst ook een brief van De Bock.Ga naar voetnoot* Zie je Papa v.O. nog wel eens? Wat denkt hij eigenlik van de verz. werken van zijn zoon? Nu, ik vertrek naar Gistoux, dus tot zondag a.s. Met hart. gr. steeds je EdP. Ga naar voetnoot2. Waar heeft die tentoonstelling van de JespersenGa naar voetnoot3. plaats? In Antwerpen? ook op de tentoonstelling? Het schijnt dat ze de schilderijen van Tytgat daar hebben willen afbranden of doodlachen, ik weet het niet precies meer. Ga naar voetnoot4. Ik ben al 2 weken bezig met het inschrijven van een nieuwe vulpen. Je ziet met welk resultaat! |
|