616. Aan J. Greshoff: Brussel, 21 oktober 1930
Beste Jan,
Ik heb een Olympisch boozen brief van Jany gekregen, met mijn stuk over Slau.
Zoo zie je: alle konsekwenties zijn weer uit den booze: konsekwenties van je opinie, of van eerlijkheid of zelfs van vriendschap.
Ik weiger in de vriendschap mij gegeneerd te voelen. Bijgevolg voel ik mij onprettig wanneer ik anderen geneer; ik vind dat die anderen, als zij mijn vrienden zijn, niet gegeneerd mochten, kunnen, zijn... En deze ‘konsekwentie’ is ook al verkeerd! - Ik maak er een grapje van en je trekt je mijn grapje aan!
De gulden, delicate middenweg is dus overal vereischt. Zelfs voor zulke intellectueele wezens als wij plachten te zijn.
Tot ziens.
Je E