Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd612. Aan C. van Wessem: Brussel, 19 oktober 1930Brussel, Zondag. Beste Constant, Ik ben je dit erratum schuldig op het vorig schrijven. Ik zie dat je Ina Bakker en Alie Smeding toch nièt hebt opgenomen; dat was mij dus verkeerdelijk bericht. Men zal zich vergist hebben en de dames Zernike en Van Schaik-etc. voor die andere literatoressen hebben aangezien: il y avait de quoi! Die Zernike, onder ons gezegd en gezwegen, moèt onaangenaam ruiken; en de andere mevrouw is kwijlerig kwijnend of kwijnerig kwijlend, om ook eens te allitereeren. Waarom kan men tegenwoordig toch geen almanak of andere ‘bloemen’-oogst der ‘jongeren’ openslaan, zonder dat vervelende mensch erin aan te treffen? Wat heeft ze eigenlijk geschreven? wat doet ze? waar komt ze vandaan? hoeveel maal is ze moeder? wat beduidt ze in duivelsnaam méér dan welke andere ook van haar kunst zusteren? Ik vind het een spook, een ontsiersel van iedere behoorlijke publicatie. Wat een neus heeft ze! wat een blik! wat een weeïge lach! Vroeger heette ze, geloof ik, ook nog Van Loenen! Je bent niet serieus, Constant, dat je zulke mevrouwen in de collectie opneemt. En wie is die pootige mijnheer Mau Marssen? Een soosjelist, een Polderlandsch revolutionnair? Of alleen maar een beoefenaar van menschelijkheid à la Coster (in blauwe kiel en met zweetvoeten)? Die portrettenverzameling is werkelijk mooi, mooi, mooi; wij beiden staan er ook verrukkelijk op. Ik à la grande d'espagne - d.w.z. faux-dito, in werkelijkheid impressario voor het ‘Spaansche genre’ - maar ‘grande’ quand même; om met Hernani te spreken: ‘Puisqu'il faut être grand pour mourir: grands d'Espagne, couvrons-nous!’Ga naar voetnoot1. (Noot van den schoolmeester: ‘De grandes van Spanje alleen hadden het recht in het bijzijn des konings met gedekten hoofde te verschijnen’.) - Jij, ziet er uit of je Mussolini concurrentie gaat aandoen; jij bent de Napoleon die zijn Waterloo gewonnen heeft! | |
[pagina 311]
| |
De heer Lode Zielens, waarover ik je in mijn vorigen schreef, heeft een werk op zijn geweten, getiteld Het donkere Bloed. (Niet te verwarren met vele andere donkerheden.) Verder moet óók nog een modern prozaschrijver hier zijn: Raymond Brulez. (Niet te verwarren met den mijnheer die zoo goed Arsène Lupin speelt en in de oogen van àlle midi-en trotti-nettes voor den elegantsten viveur van Parijs doorgaat. Hij is hier, op het oogenblik, en ik mag hem eig. erg graag.) Is Aart van der Leeuw ook een opkomend auteur? Zeker iemand van de generatie van Bep Vuyk? - Ik weet het niet, maar ik verdenk deze twee auteurs van een kleine mystificatie, misschien zelfs wel ten opzichte van elkaar. Néanmoins: véél succes en ik recommandeer je den nieuwen roman van Malraux.Ga naar voetnoot2. Met beste groeten, steeds je EdP. |
|