Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd558. Aan J. Greshoff: Gistoux, 16 juli 1930Gistoux, Woensdag. Het is toch een aartsezel, die Defresne,Ga naar voetnoot1. en wat hééft de man een moeite om uit zijn woorden te komen! En dan die overeenkomst tusschen Deemoed en Wandeling zonder Maan (als er één ding is in Parlando dat door jou beïnvloed zou kunnen zijn, is het Het Huis, maar dat heeft de sufferd niet gezien) - en wat is er, afgescheiden van mijn rehabilitatie, van jouw ‘verpeste adem’ - die immers zoo schadelijk was voor Jan van Nijlen - overgebleven?? Il me semble, cher ami, que nous avons été réhabilités ensemble! Ik denk dat Vic Vriesland in een verloren oogenblikje zijn vriend Guus een gesoigneerde uitschijter (zij het au ralenti) verkocht heeft. En Guus executeert zich (zij het du bout des dents, en met ietwat weerbarstige tong.) Wat is dat allemaal toch ridicuul! En die plechtigheid, waarmee het gebeurt! Ik heb Jany een pracht van een brief geschreven; het einde was in Elysium-toon!....Ga naar voetnoot2. Ik hoop nu maar gauw in Brussel te zijn. Die installatie zal nog het noodige naloopen etc. vereischen. Misschien kom ik heusch daarvoor een paar dagen bij jullie logeeren, als dat werkelijk kan; in elk geval ben ik je voor de invitatie heel dankbaar. Tot nader. Misschien zie je mij nog vóór, of even nà dezen brief. Je Ed.
P.S. - Kelk leest over mij Zondag a.s. (20 Juli) in Hilversum: om 2 uur; van 2 tot half 3. Ik denk niet dat ik ervoor naar Brussel kom. Reken, als je luisteren gaat, het tijdsverschil uit: is het 20 min. vóór of nà? |
|