Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd507. Aan C.J. Kelk: Gistoux, vermoedelijk 26 april 1930Beste Kelk, Gelijk hiermee zend ik je een satyre genre Ubu, van den heer - dien meneer - Shelley.Ga naar voetnoot1. Misschien heb je er wat aan. Anders de prullemand. Hoor ik nog wat van de gedichten. Ik sprak er Greshoff over, die het idee heel aardig vond. We zullen zien Stols voor het plan te winnen (zal op den duur wel lukken). Wat heb jij liever in de serie Luchtkasteelen? je verzen of De Parasieten?Ga naar voetnoot2. Ik denk er n.l. aan dat het misschien aardiger zou zijn De Parasieten later uit te geven, met twee of drie van die andere grapjes: De Man die zichzelf begroef en zoo: - dat diner (der Onthoofden). Maar Stols heeft, meen ik, aangekondigd dat de Luchtkasteelen inedita zouden bevatten. Aan den anderen kant geeft hij liever verzen dan tooneel. Kan je dus niet een paar inedita fabriceeren voor den bundel? of opgraven? Enfin, laat wat hooren!
Gistoux, Zaterdag. |
|