Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd461. Aan V.E. van Vriesland: Amsterdam, 19 maart 1930Amsterdam, Woensdagavond. Beste Victor, De doctor is zooeven geweest en vraagt mij niet uit te gaan vóór Zondag. Het gaat overigens veel beter, dus als jij dan reeds op het pad terug bent - je bleef er misschien nooit vandaan! - dan zou ik je willen voorstellen Vrijdag om half 9 hier te komen. Ik heb, zooals ik je zei, een geheel vrije zitkamer, dus van mijn kant: grààg... Zou je het met Buning kunnen schikken voor Maandag, Dinsdag of Woensdag? omdat ik nu Donderdag misschien naar Friesland ga, en vrees dat ik mij, na mijn terugkomst, alleen nog maar met mijn vertrek naar de Belziek zal kunnen bezighouden. Ontving je behoorlijk Maud Rost en je eigen Afscheid? (Het Vertraagde Einde en Het Verkorte Afscheid). Ik hoop tot Vrijdagavond. Neem, als je kan, mijn ms.Ga naar voetnoot1. mee en vooral het Voorw. Uitzicht met inschrift. Heb je niet een fotootje van Adwaita? Ik wou je ook nog graag spreken over een bloemlezing | |
[pagina 127]
| |
uit denzelve - misschien wel bij Breuer te drukken in weinige exx. Enfin, de rest mondeling. Van harte je EdP. |
|