Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
438. Briefkaart aan H. Mayer: Amsterdam, 2 maart 1930Amsterdam, Zondag. Beste Henri, Eindelijk, gisteren, zijn we dan met krachtige herrie uit die inrichting voor patjepeeërs weggegaan. De strijd wordt overigens voortgezet. Maar daar niet van. - Wil je mij naar het Museum-Pension, P.C. Hooftstr., sturen - op zicht - een deel van die 3 deelige ByronGa naar voetnoot1. en dat andere werk met de romantische gravuren. Wel te verstaan: als de druk goed - en niet te klein is - en het papier van bruine vlekken vrij. Dan voel ik wel voor die romantische uitgaven. Van Don Juan bestaan mooie aparte edities, dat weet ik, die vind je dan later wel voor me. Maar ook Childe Harold moet er zijn, en de Hebrew Melodies. Kijk dus nog even goed na wat er allemaal ontbreekt. Verder had ik graag omgaand prijsopgaaf van die? Bunings (gedichten)Ga naar voetnoot2., waarover ik je schreef.Ga naar voetnoot3. Het stuk over Gide, dat over Den Doolaard, het sonnet voor Buning, de open brief aan Dr. N.A. Donkersloot, komen, met nog te schrijven dingen, als 6e cahier in de 2e reeks van de openlijke publicatieGa naar voetnoot4.. Het zal er dus nog best mee door kunnen. Zoo èrg veel heb ik niet veranderd! Nu, tot nader. Groeten v. je E. Ik zond gisteren een N.V. voor je zoon aan jouw adres. E.
Graag ook bericht over BurssensGa naar voetnoot5.. |
|