Brieven. Deel 2. 1 januari 1930-31 maart 1931
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
waarin ingesloten brief van V.d.H. (terug). Blijstra zit bij me te praten, vandaar mijn Hottentotsch. Bespreek de plaatsing v/d stukkenGa naar voetnoot1. met Koning, of ‘beschrijf’ dien meneer. Als het niet anders kan, geef v.d.H. dan den gewonen pijs: f. 15 per artikel, maar laat ons den tekst dan splitsen in verschillende artikels dat hij er nog een fl. 45 à fl. 50 uit krijgt. Wat denk je van dat portret? Dat moet er toch bij. Als Koning het verdomt - wat oer-stom zou zijn - ga ik met den tekst naar CoenenGa naar voetnoot2. en vraag hem persoonlijk of Gr. Nederland die stukken hebben wil. Vind je niet? Of weet je wat beters? Blijstra laat je vragen wat er eig. met dat stuk van hem (onder ps. Van Kuyck) over Ripperda gebeurd is? En wat met òns interviewGa naar voetnoot3.? Het is een ‘vreemde’ zaak, zou J.v.N. zeggen. Ik schreef vanmorgen een lange brief aan Sander in antwoord op den zijne. Hij zal hem je wel laten lezen, zoodat ik de dingen niet 2× te schrijven heb. Met mijn moeder is het vrijwel hetzelfde. Ik zie hier Willink, Blijstra en Kelk, daarna Kelk, Blijstra en Willink. Van ‘Pom’ geen teeken van leven; misschien zit hij in Parijs. Anders, in de Vliegende Hollander. Het is toch te dwaas dat ik naar Maastricht zou moeten schrijven om die exx. op Hollandsch. Dat kost Sander één order. Zend G.v.d. vier exemplaren! En laat hij die dan uitdeelen: aan hem, aan jou, aan J.v.N. en één opzenden aan Willink, Keizersgracht 538. Ik schrok van je briefk. over de doktersrekening. Je bent dus wèl aan de Joden overgeleverd! Hier zal het wel iets dgl. worden. - Wat die gemeene handelingen aan de postkantoren betreft, ook dààrvoor is Amsterdam te fatsoenlijk. Dat gebeurt hier alleen aan de gracht (in sommige, bizonder daartoe aangewezen) buurten. Schrijf me wat je denkt van mijn dichterlycke hulde aan Werumeus. | |
[pagina 30]
| |
Later meer en beter. Overmogen verhuizen weGa naar voetnoot4.. Met hartelijke groeten aan Aty, steeds je Ed.
Berichten over mijn snor zond ik aan Sander. Veel succes met je litteratuurgeschiedenis (2e lezing.) Ik lees Hildebrand, Klikspaan, Fritz Reuter: complete degeneratie! Allemaal allerààrdigst.......! - Ik ga ook Goethe lezen, in Latijnsche letter maar in ras-Duitsch. Exploten v. TabarijnGa naar voetnoot5. in ‘Luchtkasteelen’ is een zeer goed idee. |
|