Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd347. Aan J. Greshoff: Gistoux, 27 oktober 1929Gistoux, Zondag. Beste Jan,Ga naar voetnoot1. Ik zal je raad opvolgen en Breuer telephoneeren om nieuwe proe- | |
[pagina 425]
| |
ven van Disjecta Membra.Ga naar voetnoot2. Het komt op echt Van Gelder (wit), met een mooie, dikke, helgroene omslag. D.G.W. ontvangen: het wordt hoe langer hoe poeniger en beroerder - heele dubbele blzn. advertie, en annonces voor te instrueeren meisjes en zoo - wees maar blij dat je er uit ben! Met het grootste plezier heb ik je twee laatste spijkers met koppenGa naar voetnoot3. gelezen (over ‘het Publiek’ en over Deze Week), ook Mme de Gistoux heeft er hartelijk om gelachen. De oude man is toch nog lang niet aftandsch!... Verzamel je die snippersGa naar voetnoot4. nu nètjes? Vroeger of later geven we die dingen uit. Waarom wordt er eigenlijk nog niet mee begonnen? Maar nu moet ik eerst naar Engeland. Eveline is frightfully charming (in her letters). And she must be like her letters, in some way... Is je schoonzusjeGa naar voetnoot5. terug? Kan ze Arie Delen,Ga naar voetnoot6. the bouncer, niet eens op den heer V.K. loslaten? En wat denk je - après tout - sérieusement - over ZEd.'s portret in je pot-de-chambre? Nù is het moment gekomen! Ik schrijf me mottig aan ‘Miss Eveline’. Ik heb haar gezegd dat ik een petit gros monsieur was - et marié - maar ze wíl me zien. Nu dan mòt het ook maar, in Godsnaam! Maak het licht uit! (als bij Slauerhoff). | |
[pagina 426]
| |
Wil je Lady Chatterley's Lover (dat ik nu terug heb) niet eens inkijken? De kwestie zit zóó, volgens Lawrence: Engeland is heelemaal geïndustrialiseerd, de menschen worden door machines vervangen, en de andere menschen, de intellectueelen, zijn op een andere manier verdroogd en verdord. Lady Chatterley, die daaronder lijdt, ofschoon ze een erg gecultiveerde vrouw is, vindt tenslotte troost bij den boschwachter van haar man, een teruggetrokken kerel die niets met de machinesGa naar voetnoot* te maken wil hebben en doodalleen in het bosch leeft. Je voelt het vooropgezette van het geval. Maar er zijn grappige fragmenten, b.v. als de boschwachter in ‘broad vernacular’ aan Lady Chatterley uitlegt dat de wereld ten onder gaat omdat de menschen tegenwoordig ‘fuck with a cold heart’. Men moet naaien met een wàrm hart, zegt hij; dan komt de boel misschien nog wel terecht. Is het niets iets voor een ‘korte overweging’ - in aansluiting op dat pessimistische stukje naar aanleiding van Deze Week? Ik kom Donderdag bij je: met honing, druiven en andere délicatessen. Mijn moeder en Simone komen wschl. even mee. Hart. groeten aan Atij, en de poot van je Ed. |
|