Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd247. Aan J. Muls: Brussel, 16 februari 1929Brussel, 16.2.29. Zeer geachte heer, Tussen mijn papieren van twee jaar terug vind ik de fragmenten van een lang gedicht dat ik toen schrijven wilde en dat ik (wschl. voor goed) heb verlaten. Drie van deze fragmenten, bijeen-geschikt, lijken mij nog wel te publiceren; ik zend ze u hierbij, mogelik is u van hetzelfde gevoelen. Ieder stukje moest trouwens een afzonderlik liedje vormen: alleen moesten er tien of twaalf stukjes in, volgens de oude konceptie, en niet drie. Enfin, gaat het zo niet, dan stuurt u ze mij wel terug.Ga naar voetnoot1. Voor een blad als het uwe kan ik zeker de leestekens wel supprimeren. Zij gaan slecht samen, vind ik, met het karakter van lied. Geloof mij, geachte heer, met beleefde groeten, gaarne uw dienstwillige E duPerron |
|