Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd217. Aan C. van Wessem: Brussel, 24 november 1928Brussel, 24.11.28. Zeer geachte heer van Wessem, Hoe meer ik erover nadenk hoe meer de titel van redacteur mij imponeert! Neen, tot mijn spijt, en hoezeer ik mij ook vereerd voel door de waardeering in deze van den heer Marsman, ik geef er de voorkeur aan simpel medewerker te zijn. Ik zal u het verhaal zenden, zoodra ik de eerste proeven ervan ontvangen heb. Is u absoluut gesteld op een Vlaamsch redacteur, zoo raad ik u aan: Gaston Burssens. Hij is degeen die het meest gedaan heeft en het koppigst volgehouden voor het - tòch overleden - Avontuur; daarbij is hij ‘Vlaming’ wat hoogstwaarschijnlijk eenig gewicht bijlegt in de schaal. Zijn adres zond ik u reeds: 57 Albertstraat, Wilryck-Antwerpen. Misschien heeft u een bekender iemand op het oog (en als zoodanig zou het misschien het beste zijn eenvoudigweg Maurice Roelants te handhaven), maar er is een groot ‘feu sacré’ in Burssens in zake tijdschriften van jongeren. Wat was de Erts-almanak weer mooi, nietwaar? en wat heeft Holland's Letterkunde toch veel interessante dames...Ga naar voetnoot1. Heeft u misschien ook mijn portret gezien? Het lijkt sprekend, ofschoon ièts minder dan het uwe in Erts 1.Ga naar voetnoot2. Enfin, u zult mij toegeven: het deel uitmaken van zoo'n almanak stemt rustig en bescheiden. Geloof mij, geachte heer van Wessem, uw zeer dienstwillige medewerker EduPerron |
|