Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd194. Aan G. Burssens: Gistoux, vermoedelijk 28 augustus 1928Gistoux, Dinsdag. Beste Burssens, Ik ben blij weer eens wat van je gehoord te hebben al zijn de berichten niet bijster bevredigend. Wat de gedichten van Paul betreft wordt het dus ‘afwachten’. Wil je mij een afschrift zenden van de groteske gedichten die nu niet in de bundel komen? Ik kreeg een verzoek van Erts om verzen van Paul in te zenden voor een In Memoriam dat zij er hem wilden wijden en zond drie gedichten uit Avontuur, n.l. Mythos, Rodica en Dodica en twee van de 3 bij elkaar staande Gedichten: ‘mijn ogen zijn omfloersde tamboerijnen’ en ‘De aarden vaas’.Ga naar voetnoot1. Ik wil nu die onuitgegeven grotesken ook wel aanbieden als | |
[pagina 275]
| |
je dat goed vindt, maar het Duitse is wschl. minder geschikt. (De keus moet n.l. ‘representatief’ zijn!) Neen, ik hoorde ook - tot mijn groot genoegen - geen scheet meer van die ‘Hollanders’. Leeft C.v. Ost. nog? Hoe maakt hij het? Ja, tracht de gelden voor verkochte nrs. op te zamelen en zend dan de helft van de abonnementsgelden op aan degenen onder de abonnés die reeds betaald mochten hebben. Voor de rest zou ik je willen voorstellen samen te delen; misschien krijg ik dus nog een postwisseltje van je! Ikzelf ken geen kopers van schilderijen, maar ga eens in Brussel naar die goede heer Van Bruaene; Paul's ex-associé. Hij heeft 2 adressen: 29 rue des Deux-Eglises (atelier) en 2 Place Ste Gudule (huis). Waarschijnlik neemt hij wat van je als je het niet te duur maakt. Anders zou hij kunnen proberen het voor je te verkopen. En Mesens?? Nu, beste Burssens, tot nader. Geloof me steeds gaarne je EdP.
P.S. Je tekening van Paul zond ik ook naar Erts; ze zal wschl. iets verkleind worden.Ga naar voetnoot2. Er is toch belangstelling genoeg, tegenwoordig! |
|