Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd191. Aan A. Roland Holst: Gistoux, vermoedelijk omstreeks 20 augustus 1928Beste Jany Wil je my eens even schryven, of je tante Burgers nog meisjes in huis neemt? Ik vraag dit voor de dochter van den dokter alhier, een heel aardig meisje, waar Claartje erg bevriend mee is geraakt. Ik zou het gaarne zoo spoedig mogelyk weten. Wanneer ga je naar Frankryk door en wanneer kom je in 't land terug? Wy rekenen met de grootst mogelyke vreugde op je in October. Inmiddels heel veel hartelyks, ook van Claartje, en veel pleizier. je Jacques
St. Nicolaasga 14 Augustus 1928
Beste Jany, Hierbij twee briefjes van JacquesGa naar voetnoot1. die in één enveloppe kwamen, en die ik je doorzend. Heb je nog kunnen kuilenGa naar voetnoot2. na het te laat komen - althans, dunkt mij, voor de mooie plaatsen -? of heb je moeten staan? of staande tòch gekuild, zooals de kraanvogels doen, op één been? Jan Gr. vroeg me je adres. Jan v. Nijlen en Lidth zijn Dinsdag nog samen naar den ‘Parijschen trein’ gegaan maar om 1.25 vertrokken met de naïeve gedachte dat wij niet meer zouden komen! Zoo zie je toch, hoe dom de logica kan zijn.... Schrijf spoedig. Hartelijke groeten van ons allen. Je Ed. | |
[pagina 273]
| |
Het artikel over surrealismeGa naar voetnoot3. is af en weg. Ik voel me nu weer erg lekker. |
|