Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd180. Aan J. van Nijlen: Gistoux, 23 juni 1928Gistoux, Zaterdag. Beste Jan, Ik heb je een min of meer roerend verzoek te doen: mijn moeder, die je gedicht AdieuGa naar voetnoot1. zoo mooi vindt had er graag een afschrift van om bij het portret van mijn vader te hangen. Mij dunkt, je moest het mooi voor haar overschrijven, dan heeft ze het in des dichters handschrift. Het ergste is misschien wel dat ik het hier heelemaal niet meer heb, want de tekst van ‘Heimwee naar het Zuiden’ is bij Greshoff. Zend het mij dus zoo spoedig mogelijk; mijn moeder heeft er mij al bij herhaling om gevraagd. Vanmorgen verzond ik de proeven van Les Conquérants.Ga naar voetnoot2. Zend mij zoo gauw je kunt de eerste 2,3 vel terug. Bij voorbaat dank en tot ziens! Steeds je EdP.
Hartelijke groeten aan je vrouw, ook van Simone die weer hier is. - Heb je al antwoord van de Flémals van het huis van OrleansGa naar voetnoot3.? Wil ik anders eens voor je informeeren? |
|