Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 226]
| |
149. Aan J. van Nijlen: Brussel, 3 april 1928Beste van Nijlen,Ga naar voetnoot1. Ik heb de bloemlezingGa naar voetnoot2. van 64 blzn. op 80 blzn. gebracht en er nog in opgenomen: (uit Het Licht) Wensch, Langs de Vaart en twee liederen; ‘Zoo blij, zoo blank, enz.’ en ‘Het is zoo innig droef en treurig’; (uit Naar het Geluk): Na den Zomer, Bij 't Licht der Lamp, Zomer in Gelderland; (uit De Lokstem) Revolutie, Het Wachtwoord en De Tulp; (uit De Vogel Phoenix) E Cinere Phoenix, Trouw, Aan een vriend en toch De Hondsdagen. Zeg mij als je liever wat anders hebt. Zou je niet een titel willen bedenken voor het geheel? Wij zetten dan op het titelblad (als bij de bloemlezing van GreshoffGa naar voetnoot3.)://.........//Een keuze uit de gedichten van//Jan van Nijlen, enz. - wat aardiger zou zijn dan://J.v.N.//Verzen//enz. Geef mij, als het kan, dien titel Vrijdagavond op in De Lunette. Tot ziens; met hartelijke groeten je EduP. 13 rue Lesbroussart Dinsdagmorgen. |
|