Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd137. Aan P. van OstaijenGa naar voetnoot1.: Brussel, 17 maart 1928Brussel, Zaterdag 17. Beste Paul v.O. Dank voor de boeken; de MalrauxGa naar voetnoot2. had je kunnen houden, après tout, omdat er eerstdaags een betere editie van verschijnt. - De zaak met Burssens lijkt mij goed in orde gebracht.Ga naar voetnoot3. - Het zal mij een groote vreugd zijn je 25 Maart terug te zien, als het je nu lukt terug te gaan. In ieder geval doet het mij reeds genoegen te vernemen dat de temperatuur zich betert. Nieuws is er niet. Het vele prachtigs uit de pers heb ik je opgezonden. - Zend mij, als je ze niet meer nodig hebt, de twee bundeltjes terug van Jan van Nijlen en ook de bespreking van de Dood door Dinger. Dinger gaat intussen ook geheel akkoord met uitsluitend kreatief, voorlopig. Hij zond ook 285 frs., dat is zijn beste zijde. Zeg Burssens dat hij mij 100 frs. zendt voor nrs. 1 en 2, wil je? Nu, houd je goed. De hand van je EdP.
Ik heb ook weer met koorts in bed gelegen, ondanks het mooie weer. |
|