Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd79. Aan P. van Ostaijen: Gistoux, 4 september 1927Gistoux, 4 Sept. '27. Beste Van Ostaijen, Wat gebeurt er met je?Ga naar voetnoot1. Willink en ik hebben eerst geduldig op je kaartje gewacht, toen het niet kwam, op het adres van je herstellingsoord. Toen ook dat niet kwam is Willink met zijn vrouw vertrokken: naar Lourdes, naar Hyères, naar weet ik al niet wat voor heilige plaatsen en blauwe zeeën. Ze zijn teruggekeerd en vernamen van mij het even volmaakte uitblijven van bericht van Paul van Os- | |
[pagina 127]
| |
taijen. Ze zijn weemoedig naar Holland gegaan. Ik ben van mijn kant naar Parijs getogen. En zie, ik ben terug en nog steeds is daar geen bericht van de kranke dichter. Schrijf mij nu toch in drie zinnetjes wat dit alles te beduiden heeft? Je bent nu toch hopelik geheel opgekalefaterd? Ik wil niet anders aan je denken dan alsof je dik en frisch je Kurhaus tot reklaam begint te strekken. Zo is het, en anders niet! Maar dit is geen reden om niet te schrijven. Geef me dus zonder verwijl een paar goede berichten en geloof me met hartelike groeten als steeds je EduPerron Adres: Brussel, 21 rue St. Jean. |
|