Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd75. Aan A.C. Willink: Gistoux, 20 juni 1927Gistoux, 20-6-27. Beste Willink, Als alles dus een beetje meeloopt zie ikje volgende maand hier, - in Gistoux, in Brussel ook, een beetje, en in of om-en-bij Antwerpen. Paul van Ostaijen en ik hebben n.l. afgesproken om, als de prijzen eenigszins billijk blijven, een weekje samen door te brengen in wat V.O. - waarschijnlijk terecht - de ‘Antwerpsche kempen’ noemt. Me dunkt, je zou een voortreffelijke Dritte im Bunde kunnen zijn. En ik heb goede hoop wat betreft de prijzen. In Knocke, waar ik eerstdaags heen ga, vraagt men niet meer dan 25 frs. per dag voor kamer en eten in een vrij behoorlijk pension. En de ‘kempen’ zijn minder bezocht als het strand, zelfs in België. Het zal mij in ieder geval veel genoegen doen je terug te zien en je droge ironie weer aan te hooren. Tracht het zoo in te pikken dat je in de tweede week overkomt. V.O. zou naar logies en andere practische bizonderheden informeeren; ik wacht dus rustig zijn rapport af en rapporteer aan jou verder. Maar laat deze afwachting mij geen beletsel zijn je een pakje boeken te sturen dat mij hindert (je kent mijn gevoeligheid...): Ik stuur je dus gelijk met dezen mijn laatste luxeGa naar voetnoot1.-exemplaar B.G.a.E. door jou verlucht, en waarmee je misschien iemand onder je familie-en-kennissen kunt ongelukkig maken - of (men moet op alles voorbereid | |
[pagina 123]
| |
zijn) gelukkig misschien wel: om het talent des verluchters, zooniet des schrijvers. Verder mijn 2 laatste ex. Boozige Boekje, om je te bewijzen dat ik inderdaad opruiming wensch te houden, en 1 ex. (ook het laatste) van de 20 ex. herdrukte Prullemand (een keuze, ditmaal, 20 verzen inplaats van 40 - je kunt het riskeeren - en dan: in ‘uniform’, waarmee ik zeggen wil dat voortaan alles in hetzelfde groene omslagje zal verschijnen.) Wat ik hiermee ‘bewijzen’ wil heb je al lang geraden: mijn groeiende onverschilligheid voor den goeden smaak van den lezer en dito minachting voor eigen ijdelheid, zooals je elders hebt kunnen lezen. En verder, een afwezigheid van vrees - voortaan - voor afkeur-volgens-literaire-mode. Waarmee ik niet zeggen wil dat die verzen niet slecht zijn, - en trouwens, je weet ongeveer wat ik ervan denk, - maar als ze slecht zijn, zijn ze het om ‘eigen slechtheids wille’ maar niet omdat ze bijv. nooit in Het Overzicht hadden kunnen staan. (WAS?)Ga naar voetnoot* Wat de herdruk betreft, die heeft plaats gehad uit overwegingen van biblio-pathologischen aard die je toch zouden ontsnappen, ook al deed ik mijn best je alle symptomen toe te vertrouwen. Summa summarum: aanvaard, lees of lees niet, meesmuil, maak er je kachel mee aan of niet - je m'en contrefous, pourvu dat de rommel hier het huis uit is. Je mag me dus met gerust geweten alle woordjes van dank besparen. Tot spoedig ziens, en als steeds je EdP. |
|