Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
gehuurd, genaamd Le Calme. Dat is dus het veiligst voor 't geval je niet direct terugschrijft: Villa L.C., Villefranche, France (Alpes Maritimes), er is nog een ander Villefranche n.l. bij Lyon. Ik persoonlijk woon in een hotel, doch daar ik iederen dag van kamer en huisheer kan veranderen... Ik heb zelfs vage plannen om naar Tunis te gaan. Toch voel ik mij hier wel prettig; ik heb kennissen gemaakt zelfs, een oude heer die in zijn jeugd polemist was, journalist, politicus, enfin candidaat-minister, en die na een ongeluk dat hem voor zijn verder leven belette te loopen van koers veranderd is en zich op de kunst heeft geworpen. Toen werd hij dramaturg, leeraar in de Italiaansche taal en letteren, en schilder. Hij maakt zonsop- en dito onder-gangen. Ook impressies (zegt hij) van straten bij regen. Een klant merkte met groote stem op dat hij nooit een schilderij zou koopen van Villefranche bij régen! Toen zei de oude heer dat het oord van de impressie niet Villefranche was, maar Florence. De klant was direct gekalmeerd. De oude heer, wiens naam is Ferdinando CiottiGa naar voetnoot1., geeft een aardig schouwspel als mensch. Hij heeft ook een werkelijk imposante collectie oude meesters - een Titiaan, een Van Dijck, een Tintoretto, - hij voert gezellig het woord (ik heb vergeten te vertellen dat hij ook advocaat was, is) en reciteert con fuoco uit Dante. - De andere kennis, die ik bij hem tegen het lijf geloopen ben, is ook een schilder, maar niet ouder dan 26 jaar en met liefde voor het moderne, maar - zegt hij - er zijn 50.000 schilders in Parijs en daaronder niet ten volle 50 met talent. Deze man is Pool, een stevige knaap met een energieke kin, die in de avondkou loopt zonder overjas en wiens adem naar knoflook ruikt. Verder trommelt hij niet onvlug op de piano. Zijn naam is Joseph Jarema.Ga naar voetnoot2. - Er is dan nog een Hollandsche schilder in de stad, een man met puntbaard die naast de villa van mijn moeder woont. Hij heet zooiets van ZielkenGa naar voetnoot3., maar ik voel mij nog niet gedrongen zijn kennis te maken. Ik wandel nogal, voor mijn doen, en voel mij weer wat op slag met de pen. Ik heb een verhaaltje klaar in den toon van Perkens, getiteld Nameno's Terugkeer. Het is een soort vervolg op het Roerend Bezit, maar lijkt meer op Claudia, in zijn | |
[pagina 106]
| |
ensemble. Ik ben aan een ander stuk begonnen dat tot titel krijgt Een Manneke in Nood.Ga naar voetnoot4. En jij? Wat broedje uit, behalve de trouwplannen? Je moet Miesje als het zoover is hartelijk van me gelukwenschen. Jijzelf ontvangt de felicitaties natuurlijk bij ons wederzien, anders kan ik je niet warm genoeg de hand drukken. Simone is sedert veertien dagen bij mevr. Heringa onder dak gebracht, en ‘helpt mevrouw’ daar, en krijgt van een Duitsche dame, Fransche lessen. Maar dit wil niets zeggen, want vandaag of morgen is ze bij ons terug, dat kan niet anders. Ingesloten een besprekinkje van onze Hooft, uit Museum.Ga naar voetnoot5. Ik zou het aardig vinden als het je een paar bestellingen bezorgde, uitgaande van zwaargeleerde philologen. Ik laat het hierbij want nieuws heb ik feitelijk heelemaal niet. Met beste groeten dus je EdP. |
|