44. Aan A.A.M. Stols: Brussel, 8 maart 1926
Brussel, 8-3-26.
Geachte Heer Stols,
Dus wèl formaat Landheer.
Wat papier betreft, houdt u het mijn betrekkelijke onbekendheid met drukkersmateriaal ten goede wanneer ik alweer op deze zaak terugkom, maar... is Van Gelder niet altijd zeer wit, en niet getint verkrijgbaar? ‘Or’, wanneer ik vier dagen geleden nog niets tegen wit had - en eigenlijk nog niet heb -, ik heb sindsdien een nieuw boekje van u bij Simonson gezien: Les Batiks; waarvan het papier mij buitengemeen aantrekkelijk leek. Het is getint, en - vrees ik - van PANNEKOEK. ‘Edoch’ - zoudt u het tòch niet kunnen gebruiken, en het voor de gelegenheid Van Gelder heeten, of, zooals ik reeds eerder voorstelde, naamloos laten? De aanduiding betreffende 't papier zou in de door mij opgestelde ‘justification de tirage’ (wat is de Hollandsche technische benaming?) moeten komen tusschen: ‘in vijftig exemplaren’ en ‘buiten den handel’. (De tekst zal nu wel in uw bezit zijn.) U is overigens vrij die redactie, waar dit u noodig lijkt, te wijzigen.
Ik zie met spanning de drukproeven tegemoet, minder als auteur, verzeker ik u, als uit pure liefhebberij, of laat ons zeggen: liefde, voor uw inderdaad keurige typographie. Ik heb vanmorgen weer het smaakvolle hoofd van uw briefpapier bewonderd: de j van Trajectum is over-seduisant.
Dank voor de lijst van boekhandelaren mij toegezegd. Ik denk