Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd42. Aan A.A.M. Stols: Brussel, 26 februari 1926Brussel, 3 rue Belle-Vue 26 Febr. '26. Geachte Heer Stols,Ga naar voetnoot1. Zoudt u eventueel - d.i. zoo spoedig mogelijk! - genegen zijn een heel klein boekjeGa naar voetnoot2. voor me te drukken? geheel in den stijl der verzen van Jo LandheerGa naar voetnoot3. (die ik bij Simonson zag), en in vijftig exemplaren, voor mij - ik sta u gaarne toe eenige exemplaren, desgewenscht, voor uzelf te drukken. De tekst is in versmaat en bedraagt 225 regels, dus met titel, opdrachtje en ‘rechtvaardiging’ mee ±240 regels. Er zijn twintig gedichtjes (epigrammen, boutaden), waarvan het langste | |
[pagina 84]
| |
22 regels groot is; er is dus mogelijkheid elk stukje op één bladzijde te krijgen; dit maakt twintig bladzijden, plus twee bladzijden voor het titelblad (ik had liefst géén Franschen titel), en twee bladzijden voor achterin, dus totaal 24 blz. Zoudt u me prijsopgaaf willen doen? want Hollandsch drukwerk is perkfekt, maar o die in Belgische franken omgerekende Hollandsche prijzen! - Enfin, ik sta onder de bekoring van uw boekjes en wil mijn best doen er eentje van mij zóó gedrukt te krijgen. Schrijft u mij binnen-kort? Met beleefden groet gaarne uw dienstwillige EduPerron
P.S. Blijft u bij uw voornemen 200 ex. van de volledige werken van dien armen Perkens te ‘bedeelen’Ga naar voetnoot4.? Het boek is gedrukt en kan in April bijv. - (1 April?) - uitkomen. |
|