Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
baat voor gemaakte en te maken illustraties; ik twijfel er niet aan of ze zullen bevredigend zijn. Wat doe je voor Een t. Vijf? ik had graag de koppen van tenminste Maurits en Willie behouden! (Max en Erik zouden beter kunnen.) Wat een ‘idee’ voor de andere dingen betreft, ik ben even onvruchtbaar als jij en mis den blik van den teekenaar. Voor Kwartier per Dag een panorama, een hotel, een ruiterstandbeeld, een hotelkamer met open venster, de reglementen v/e hotel (ingelijst), een raam boven een meer, een manneke in reisjas; enz. (??) Voor de Famielje zou kunnen worden opgetuigd met iets meer abstrakts; een verzamelbeeld van 9 verhaaltjes kan ook; enfin, licht vind je zelf iets als ik je de tekst zend. (ik wacht met ongeduld op de tweede proef.) - Voor Windstilte een soort tegenhanger - dit is zoo goed voor het evenwicht - v/d illust. voor Kw.p. Dag; een strand, een Côte d'Azur-gezicht, een kasino of een café, met of zonder manneke(s). Enfin, je doe maar. Het zal toch wel op een ‘kompositie’ uitdraaien, hoe minder anecdotisch hoe beter. - Het portret wordt in 30 ex. gegeven niet voor de goedkoopte maar voor de rariteit (de bibliophilische)! Begrijp dit toch, barbaar! - En wat maak je voor den omslag? Dit is van groot gewicht, want de drukkers hebben werkelijk weinig heerlijks (typografisch en voor den eersten aanblik.) Dus, een klein ontwerp van genie, alsjeblieft. Toch vrij sober, liefst. En nogmaals dank. Dagdag. EduP.
Ik zend je zoodra ik ze krijg de proeven van Voor de F. |
|