het meest het ‘opperste weten’ benadert. De bewuste strijder, de advokaat dus voor een overtuiging, moet in de praktijk balanceren op twee stromingen in zichzelf: die van de rede of de geest, die hem in de steek zou laten zonder de andere stroming: die van zijn gevoel en hartstocht, die hem weer tegenwerkt en zijn betoog ontkracht, waar dit betoog zijn tegenstanders treffen moet niet in hun gevoel, maar in hun geest.