Blocnote klein formaat
(1936)–E. du Perron– Auteursrecht onbekend
[pagina 30]
| |
hoek van de straat vindt men gelukkig nog een mijnheer die op het juiste ogenblik verklaren kan dat dit alles met de Ware Kunst niets uitstaande heeft. Toch blijft de polemiek een voortreffelike manier om ideën te luchten met een maximum van reële belangstelling en een minimum van nutslezerij; polemiek kan in twee opzichten voldoen, spekulatief en lyries, en is grofweg te verdelen in twee kategorieën: de ‘hogere’, waarin men in de eerste plaats ideën zegt, maar het oor van de tegenpartij benut als een soort reden van bestaan, een lokaliserend en bijgevolg koncentrerend voorwerp, zonder hetwelk men al die ideën misschien niet, of niet zo duidelik, zou zeggen; - de ‘lagere’, waarin men als het ware de ideën benut om het oor met enig recht te mishandelen. Deze lagere soort nu is nauwer verwant aan de lyriek, behoort geheel tot dezelfde familie, ofschoon zij veel minder geniet van een tradi- | |
[pagina 31]
| |
tionele publieke achting; maar, zoals het met lagere dingen meer gaat, het gemis aan achting wordt ook hier vergoed door een veel sterkere nieuwsgierigheid. Het is wonderlik, zo gretig als de verachters der polemiek over het algemeen juist de rubrieken lezen waarin zij welig tiert. Een afbrekend artikel is in direkte lijn niet opbouwend, een persoonlike aanval meestal niet waardig; de vraag is alleen of men, filosofies of menselik, van de superioriteit-an-sich van waardigheid en bouwen overtuigd moet zijn. Als het afbetalen van een schuld een zich verrijken heten mag, welke positieve kwaliteiten mag men dan niet toekennen aan het bombarderen van een domheidsbolwerk? Het is niet alleen een kwestie van temperament, zoals men zich in oppervlakkigheid zou kunnen wijsmaken; de prestatie van het individu in kwestie, het wie, is ook hier het enige dat beslist - en juist omdat een redelike verdediging, zelfs van de lagere pole- | |
[pagina 32]
| |
miek, zo weinig bezwaar oplevert. Er bestaat een polemiese lyriek, van een kracht en een grootheid die door weinig berijmde wolkenbestijgingen wordt geëvenaard. (- Maar ik houd niet van al die polemiek! zegt de mijnheer van de Ware Kunst, als zijn waardigheid het karakter heeft aangenomen van een paraplu die als rapier gebruikt werd.) Dit wil niet zeggen dat van Saturnus uit beschouwd de lagere polemiek niet nutteloos zou zijn. De hogere evenzo, trouwens. De lyriek niet minder. En de poëzie, en al de meesterwerken van deze wereld, die zoveel tranen en zweet gekost hebben, het moet alles zelfs even onbelangrijk zijn, als men maar hoog genoeg op Saturnus komt. Helaas voor wie leven op deze wereld, en in de levende letteren van Nederland! De lagere polemiek doet zich dan voor als een genre dat misschien te veel, maar zeker te slecht, beoefend wordt; de hogere wordt wat minder beoefend, hoewel niet min- | |
[pagina 33]
| |
der slecht. Er zijn weinig polemisten die erin slagen de idee dood te slaan met de tegenstander, maar er zijn er misschien nog minder die de idee in hem doodslaan zonder hemzelf te deren. En een persoon, in Nederland vooral, zit meestal zo vast aan zijn idee! men hoeft de idee nog niet eens met bizondere kracht te haten om dan weinig behagen te scheppen in de persoon - en toch geloof ik dat er meer personen zijn die ons met hun ideën verzoenen dan andersom, als ik het mijzelf afvraag. |
|