Dit zijn zonnestralen(1873)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] De Ezel. Kijk! ginder op de baan Daar komt een ezel aan. Ei zie hem stromplen, wanken, En sukklen, hinken, manken; Hij kan bijna niet verder meer, Zijn poot, och arme, doet hem zeer! Hij trekt zooveel hij kan, Daar slaat hem nog de man! Het karken ligt vol zakken, Ik hoor de wielen krakken, De vracht is zeker veel te zwaar Voor zulk een' armen sukkelaar. Ach voerman, hoor naar mij, En heb toch medelij! Het beestje kan niet klagen. Het heeft zoo lang gedragen En steeds gehoorzaam u gediend: Wees nu toch niet ondankbaar, vriend. Verzorg den ezel goed, Dan krijgt hij weder moed; Ge zult er wel mee varen; Hij zal nog vele jaren U helpen, waar hij helpen kan; Och sla hem niet, mijn beste man! Vorige Volgende