Dit zijn zonnestralen(1873)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Het vogelnest. Op dezen hoogen boom Op genen dunnen tak, Daar staat een vogelnest; - Wie klimt er op den boom, Wie waagt zich op den tak En haalt dat vogelnest?... De jongens bleven staan; Zij keken naar omhoog: Zij durfden het niet doen. Maar Ivo sprak: ‘Ik wel!’ Hij klauterde op den boom En kwam tot aan den tak: Toen keek hij naar omlaag. Diep onder zag hij daar Een' breede zwarte gracht. [pagina 22] [p. 22] Een oude wilgetronk, Met scherpe punten, hing Er over, naast een struik, Waar braam en doren saam- gevlochten waren, o! Wat beefde hij van schrik! Maar toch kroop hij nog voort Tot op den dunnen tak, - Die boog al meer en meer... Hij greep het vogelnest... En - daar was niets meer in: De vogels waren weg. Hij kwam voorzichtig af En scheurde zijne broek. Vorige Volgende