17 mei
Dat een klein, vies dier als een luis, zoveel in het leven van een mens kan veranderen.
Vanmorgen kwam mevrouw Korver bij me. Jettie kreeg luizen van Ineke Luiten, en omdat ik toch, nou enfin u begrijpt me wel dacht ze, dat ze mij moest waarschuwen. Jettie klaagde ook, dat Ineke niet fris rook.
Ik had Ineke, om veel praatjes te voorkomen, niet te veel aandacht gegeven. Ook ben ik niet meer naar hun huis gegaan. Nu had ik wel van Marjan gehoord, dat mevrouw Gootjes ziek was en dat nu Koks, een jong ding bij hen thuis kwam, maar dat ging ook via gezinshulp en Kees had hier niets van gezegd.
Maar nu vanmiddag, toen Ineke viel en huilde, heb ik haar meegenomen naar het spreekkamertje. Ik heb haar blonde haar bekeken, het leefde, ik heb haar kleertjes bekeken, ze waren goor. En ze vertelde, dat Koks des middags geen tijd had om eten te koken, dat deed vader 's avonds, en dat het brood naar smaakte, maar Marjan zei, dat Koks gauw weg zou gaan, en komt u dan? Ik zag het verwaarloosde kind, dat vertrouwelijk tegen me aanleunde.
Die middag ben ik op bezoek gegaan, wat kunnen mij de mensen schelen.
Marjan was aan het afwassen en zei: Koks moest een nieuwe jurk kopen en ze heeft aan vader vrij gevraagd, vader vindt alles goed, legde Marjan uit, terwijl ze met een oude schort van haar moeder voor als een klein huisvrouwtje in de dop bij de gootsteen stond.
Zal ik je even helpen, dan zetten we daarna gezellig een kopje thee voor vader.
Vader komt toch nooit voor half zes uit school, dan kookt hij rijst.