| |
| |
| |
P
| |
Een paar vragen van gemeente-comptabiliteit
Een paar vragen van gemeente-comptabiliteit. [Door H.G.C.L. Janssens.] 's Grav. 1863.
Uitg. (2842
| |
Paaschmaandag
Paaschmaandag. A-saga. [Door Prof. J. Bosscha.] Z. pl. en jr. [Amst. 1841.] (2843
| |
't Palays der gheleerden ingienen oft
't Palays der gheleerden ingienen oft der constiger gheesten.... in nederd. rethorycke ghestelt. [Door Frans Fraets.] Antw. 1554. - Ald. Hans van Liesveldt. 1564. (2844
Cat. Willems I. 256. Cat. J. Enschedé, No. 7200. - Dr. Campbell geeft mij echter onder gelijken titel, maar uitgave Antw. 1556. 12o. op, als ‘uit het Fransch, naar de Laperière door Laurers.’
| |
Paleersel van de kettersche vuyle bruyt
Paleersel van de kettersche vuyle bruyt met haeren steert. [Door Johannes David.] Uranopoli [Antw.?] in 't huys der waerheydt, 1611. 12o. (2845
De Baeker, I. 252.
| |
Palm-kroon voor de Heeren Andries en
Palm-kroon voor de Heeren Andries en Kornelis Bikker. Aan de brainlooze Vlechter van de vuyle Lauwerierkrans. [Door Jan Zoet.] Z. pl. [1650.] In plano. (2846
Bibl. v. Pamfl. 3761. Zie bl. 82 zijner werken, uitg. 1714.
| |
Palmzondagpreek
Palmzondagpreek, naar aanleiding van Matth. XXI: 1-11, gehouden op Zondag 5 April 1857 in de Vereeniging ‘de Dageraad’ te Amsterdam. [DoorF. Günst.] 1857.
Schr. (2847
| |
Pamela of de zegepraal der onschuld
Pamela of de zegepraal der onschuld. Tooneelspel n.h. Fransch ... [Door Sam. Ipz. Wiselius en and.] Amst. 1805. (2848
Zie zijn Leven door P.v. Limburg Brouwer, bl. 187.
| |
Het pantheismus
Het pantheismus, wijsgeerig stelsel onzer dagen ... Geschetst en voorgedragen door een lid der vereeniging ‘de Dageraad’. [H.J. Berlin.] Amst. 1857. (2849
‘Door den schrijver van het Pantheismus, enz.’ werd nog gegeven:
| |
| |
Het Pautheismus. Blaadjes tot ampliatie der waajrheid van het Pautheismus ... Ald. 1858.
| |
Vijf pantomimes
Vijf pantomimes, voorstellende verschillende van Arlequin's bedrijven ... [Door... Nicolini.] Alckm. 1742. (2850
V.d. Marck 1421.
| |
Papekost
Papekost, opgedist in geuse schotelen, handelende van de pausselyke opkomst, afgodery en beeldendienst... In Nederduitsche dichtkunst gebraght. [Door Laurentius Steversloot, pred. te Leiden.] Met figuuren. Te Blokziel [Leiden], op kosten van den uitgever, 1720. (2851
Dietsche Warande 1879, bl. 423. - Vervolg of tweede deel van de Papenkost, vrugteloos voor haar opgedist; hier is bygevoegt de rymende Roomze echo, met een toegift en het Geuse paternoster. Door Christoforus Christianus 's Grav. 1743. Of dit van dezelfde hand was, bleek mij niet.
| |
Papen apen-spel
Papen apen-spel, misbruyck ende misgheloove derzelver... [Waarschijnlijk door Jan Fruytiers.] Z. pl. ['s Grav. A. Meuris?] 1609. 4o. (2852
Zie Bibl. v. Pamfl. 826; vgl. 825.
| |
Papiliotten op de kaptafel van Mary
Papiliotten op de kaptafel van Mary. [Door Th. J. Werndly.] Schiedam, 1856. (2853
| |
De klappende pappegaay
De klappende pappegaay. [Door Nicolaas Hoefnagel.] Waarachter gevoegd zijn eenige gedichten uit H. van den Burg. Te Amsterdam, by Philippus Doorewaart. 1770. (2854
Blijkens bl. 19 zijner Echte en waare verantwoording voor de Neerl. Echo.
| |
Parabelen
Parabelen, zedelijke verhalen en zedelessen; meerendeels getrokken uit den Talmud ... [Door M.C. Belinfante.] 's Grav. 1838. 2 stn.
Uitg. (2855
| |
Utopiaansche paradoksen
Utopiaansche paradoksen. [Door J.B.D. Wibmer.] Te Amst. bij H. Martin en Comp. 1830. (2856
Mr. Sautijn Kluit in Ned. Spectator 1872, bl. 125.
| |
| |
| |
Paraenesis ofte ernstige aenspraeck aen den siender van een vreemt nagtgesigt
Paraenesis ofte ernstige aenspraeck aen den siender van een vreemt nagtgesigt. [Door J. Molinaeus.] Te Rott. by Barent Bos. 1692. 4o. (2857
Cattenburgh, p. 111.
| |
Paraenesis ofte ernstighe aenspraeck aen den autheur
Paraenesis ofte ernstighe aenspraeck aen den autheur van het laster en logenrijm met den tytel van Wederroepinge tegen 't advys van Johan Boot J.C. aeng. de sententie van Johan van Oldenbarneveldt. [Door J. Oudaen?] Amst. 1664. 4o. (2858
Bibl. v. Pamfl. 5161.
| |
Parlementum pacificum of het vreetzaame parlement
Parlementum pacificum of het vreetzaame parlement. Uitgegeven met permissie van den Grave van Zunderlant. Na de copie ... tot Londen 1688. 4o. (2859
In Lowndes Bibliographers' manuel (1858 in voce Burnet) wordt de schrijver John Nortleigh, M.D. genoemd. In eene Wederlegginge heet hij Norly. Zie ook Bibl. v. Pamfl. 8599.
| |
Parnas aan de Waal of Gelderse
Parnas aan de Waal of Gelderse zangnimf zoet op mengelpoezy, uit verscheyde gedigten. [Door J. van Hoogstraten.] Amst. 1726. 4o. (2860
Cat. v. Letterkunde, III. 82.
| |
Gemengelde parnasloof
Gemengelde parnasloof, bestaande in verscheiden soort van gedichten, ernstige en spotdichten, vermeerderd met den oorlog tegen de Philosophen. [Verzam. door Fr. van Bergen gezegd Montanus.] Amst. 1716. (2861
Eene vroegere uitgave van 1693 heeft tot titel: ‘Gemengelde Parnas-loof bestaande in vier verscheide soort van gedichten, so ernstige als spot-dichten. Non lux sine umbra.
| |
De staatkundige partijen in Noord-Nederland
De staatkundige partijen in Noord-Nederland, geschetst in een historisch overzigt van deszelfs binnenlandsche staatsgesteldheid van het einde der grafelijke regering tot op het jaar 1813. [Door Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper.] Amst. J.D. Sybrandi. 1837. (2862
| |
De partijzucht van de nieuwe Amsterdamsche
De partijzucht van de nieuwe Amsterdamsche Courant en Algemeen Handelsblad aan het licht gebragt, of artikelen, waarvan de plaatsing door de Redactie is geweigerd. [Door A.F.
| |
| |
Bouricius.] Te Amst. bij Johs. Guijkens. 1832.
R.A. (2863
| |
Pasquillus testament
Pasquillus testament,
ten zijn fablen noch droomen,
Door den Paus toegelaten ende ghedruet in Roomen,
Aan v Nederlants volck, ghesonden voor memorie,
V ouer de Spaengiaerts wenschende eewige victorie.
... [Door Lucas d'Heere.] 1579. (2864
Bibliophile Belge, I. p. 21.
| |
De nieuwsgierige dog mirakuleuse passagier
De nieuwsgierige dog mirakuleuse passagier, voorzien van Zyne Pausselyke heiligheydt met pas en repas reizende na het vagevuur ... Gedrukt met privilegie van Zyne Heiligheyd in deszelfs drukkery. [1670.] (2865
Op het Cat. Lammens, I. No. 2838 vermelde exemplaar van dit hekeldicht is met de pen P. Gaudiaen als schrijver gesteld. Het jaar der uitgave blijkt uit een chronogram op bl. 43.
| |
Pater Gozewien en de twee huisgezinnen
Pater Gozewien en de twee huisgezinnen. [Door Abr. Faure Beeckman.] Amst. 1840.
H.E.B. (2866
| |
Ghewillighe patientie ofte lydens remedie
Ghewillighe patientie ofte lydens remedie. Voorhenen met vele byghevoechde veranderingen... sonder kennisse des autheurs, uytgegheven onder den naem van Schilt der verdruckter ghemoederen. En nu by den autheur zelfs [D. Rz. Camphuyzen] andermael oversien, verbetert ende vermeerdert... 1620. 4o. (2867
Brandt IV. 415.
| |
De Patriot of politike bedenkingen over
De Patriot of politike bedenkingen over den staat der Vereenigde Nederlanden in 't jaar 1747. [Door J. Wagenaar.] Amst. 1748. (2868
Van de 30 vertoogen waren niet van zijne hand No. 3, 6, 13, 17, 25, 28, 29 en 30 en de Brief in No. 15. (Huizinga Bakker bl. 28, 29.) Echter werd het geheel opgenomen in zijne Verzam. v. hist. en polit. Tractaaten.
| |
De ouwerwetsche Nederlandsche Patriot
De ouwerwetsche Nederlandsche Patriot.... 18 Aug. 1781-21 Dec. 1782. 3 dln. (65 Nos.) (2869
Gewoonlijk worden P. Hofstede en Joh. Barueth voor de redacteurs gehouden. R.M.
| |
| |
van Goens zegt evenwel in zijne autobiographie, uitgeg. door den Heer H.W.T. Tydeman te Rozendaal, dat dit tijdschrift geheel van zijne hand was, behalve 6 ingezonden stukken.
Mr. Nicolaas ten Hove, Raad en Generaal-meester van de munten in den Haag, Sigismund Peter Alexander Graaf van Heiden van Reinestein en Laarwold, Drost van Coevorden, en Mr. A. Tinne waren de mede-ondernemers. Van Tinne was de vertaling van net Engelsche vlugschrift in No. IX, in No. VI bl. 116-118, No. XIII tot bl. 255, het aanhangsel op no. XIII en no. XIV-XVII (met ten Hove). Tinne teekende de stukken E. of soms R. Eerst. bij no. IV bleek P.F. Gosse, te 's Hage de uitgever en drukker te zijn.
No. I-V en VI bl. 103-116 waren van v. Goens onder verbetering van ten Hove. Zie verder over elks aandeel in dit tijdschrift het uitmuntend opstel van Mr. W.P. Sautijn Kluit in Nijhoff's Bijdr. N. Reeks IX. 232 e.v.
| |
De ouderwetschen Nederlandschen Patriot ontmaskert
De ouderwetschen Nederlandschen Patriot ontmaskert, of de bedroge verwagting, van sommige kwalyk gezinden. Blyspel in drie bedryven... Z. pl. en jr. [1782.] (2870
Ten onregte vroeger door mij aan Nic. Hoefnagel toegeschreven. Zie Nijhoff's Bijdr. N.R. IX. 256.
| |
Eens oprechten Patriots ende waerachtigh lief-hebbers
Eens oprechten Patriots ende waerachtigh lief-hebbers der waere Christelicke Gheref. Religie, eerbiedighe... aensprake aende.... Staten ... [Door Joh. Uytenbogaert.] 1630. 4o. (2871
Cattenburgh p. 156.
| |
De Patriotten
De Patriotten. Tooneelspel. [Door R. Feith.] Amst. 1785. (2872
| |
Den ouden Leydschen Patroon
Den ouden Leydschen Patroon, ofte derden Octobers bancket ... 1630. 4o. (2873
Waarschijnlijk uitgegeven door en met een kort voorberigt van Paschier de Fijne. Als zoodanig is het opgenomen in zijne Tractaaten. Het bevat een verhaal van Leiden's beleg, uit den moud van een ooggetuige (misschien Hugo Claesz Gael of Louris Hugensz. Gael) op geschreven. Zie de inleiding tot: De oude Leidsche patroon of derden Octobers Banket... opnieuw uitgeg. door J.T. Bergman. Leid. 1867.
| |
Paul of de gevolgen van vlijt
Paul of de gevolgen van vlijt. Naar het fransch. Met gekleurde platen. Amsterdam, P. Donk. 1819. (2874
| |
| |
Deze vertaling was het werk van den 13jarigen J.W. Holtrop, die ook zelf de platen voor den graveur had gereed gemaakt. Zie Levensb. v. Letterkunde 1870, bl. 638.
| |
Pauline en Valmont
Pauline en Valmont. Blijspel. Uit het Fransch [van N. Bodard de Teray] vertaald. Haarlem, 1793.
F.V. (2875
| |
De Paus
De Paus. Een gedicht. [Door H.J.A.M. Schaepman.] Met een inleidend woord van J.A. Alberdingk Thijm. Amst. 1866. (2876
| |
De Paus en het Evangelie
De Paus en het Evangelie, of nog een afscheid van Rome, door J.J. Maurette. Uit het Fransch. [Vertaald door Isaac Prins, Pred. te Amsterdam.] Amsterdam, Erven Onder de Linden en Zoon 1845. (2877
Levensber. v. Letterkunde, 1879 bl. 198.
| |
Geen Paus
Geen Paus, geen Bisschop, maar Christus is alleen het hoofd der kerk, of ketterijen des Pausdoms. [Door H. Melder.] Utr. 1853.
Schr. (2878
| |
Peace-republicans' manuel
Peace-republicans' manuel, or the French Constitution of 1793 and the declaration of the rights of man and of citizens, according to the Moniteur of June 27th 1793. [By Maria Aletta Hulshoff.] French and English. With other pieces. New-York, J. Tiebont and sons. 1817. (2879
| |
Amsterdamsche Pegasvs
Amsterdamsche Pegasvs, waer in (uyt lust) bijeen vergadert zijn veel minnelijcke liedekens, (noyt voor desen gedruckt) bij een gebracht door vier liefhebbers als M.C. [Campanus] Veld-deuntjes. J.J.C. [Colevelt] Cupidoos dartelheijdt. J.R. [Robbertzen] Herders-zanghen. A.P.C. [Craen] Pastorellen ofte bosch gezangen. Amst., C.W. Blaeu-laken. 1627. 4o. (2880
Een herdruk is vermeld op Liedtboeck.
| |
Den dolenden Pelgrim
Den dolenden Pelgrim, ons vertoonende door synen val ende opstaen: des menschen leven niet anders te wesen als een gheduerighen strydt... [Door J. de Grieck.] Brussel, 1700. (2881
| |
| |
| |
Peter en Anna
Peter en Anna, of de gelukkige landbouw. [Door Jacob van Heusden.] Breda, 1834. (2882
Cat. N. Brab. Gen. no. 3441.
| |
Peter de Groote
Peter de Groote. Treurspel gev. n.h. Fransch van Dorat. [Door P.J. van Steenbergen.] Dordr. 1772. (2883
Tooneelst. v. Letterkunde, no. 6016.
| |
Het petitieregt van ingezetenen aan de Staten-Generaal gehandhaafd
Het petitieregt van ingezetenen aan de Staten-Generaal gehandhaafd. [Door C. Star Numan.] Utr. J. Altheer. 1830. (2884
Levensber. v. Letterkunde 1858, bl. 171. Destijds nog student, heeft hij later erkend, dat het door hem geschreven was.
| |
Philadelphia centennial exhibition
Philadelphia centennial exhibition. Collection of the Netherlands treasury department. Explicatory notice. [By Prof. J.W. Gunning.] Amsterdam, B. van der Land, 1876.
Uitg. (2885
| |
De philanthrope of menschenvriend
De philanthrope of menschenvriend. Amst. K. van Tongerlo en F. Houttuin. 1757-1762. 6 dln. (2886
Aan het slot (VIe dl. bl. 410 e.v.) blijkt, dat de meeste vertoogen vertalingen waren uit het Engelsche tijdschrift The adventurer. ‘De Vertaalingen’, zoo wordt daar gelezen, ‘zijn echter niet alle van dezelfde hand. Eenigen zijn door den Heer Pieter Adriaan Verwer overgezet. - Twee noch leevende, en niet minder ervaaren Luiden hebben de verdere Vertoogen uit den Adventurer, die in de drie eerste Deelen van den Philanthrope, en in het begin van het vierde, gevonden worden, in een Nederduitsch gewaad gestoken. Doch alle de Vertalingen uit dat Engelsch Zedeschrift, welke in dit Werk ingelascht zijn, nadat de Jonge Philanthrope het bestuur daarvan heeft opgenomen, zijn door hem gemaakt, en deze zijn met L.A., O.A., J.A. of C.A. geteekend, No. 241 uitgezonderd, waarbij men een dezer kenmerken heeft verzuimd te zetten.
‘Buiten den Adventurer heeft men zich ook bediend van andere Engelsche Geschriften. Eenige weinige stukjes zijn uit het Gentleman's Magazine outleend. Sommige Vertoogen zijn uit The World en The Connoisseur vertaald; anderen uit The Library; alle door den Jongen Philanthrope, met uitzondering van No. 207, het welk met de letter E. geteekend, en door een ander uit The
| |
| |
Connoisseur overgezet is. Van de overige vertaalingen uit den Connoisseur is de Letter C. het kenmerk. L. beteekend die uit de Library, en W. die uit The World overgenomen zijn. Tot deze laatste behoort ook No. 258, schoon daaronder geen teeken staat. No. 316 daartegen, alhoewel met een W. onderteekend, is een oorspronkelijk Hollandsch Vertoog.
‘Behalven de gemelde Periodique Papieren zyn er ook nog andere stukken van uitheemsche schrijveren in dit werk overgebragt. Dus is het Ontwerp van een Satyrisch Woordenboek in No. 52, 53 en 54 uit het Hoogduitsch den Heer Rabener nagevolgd. In de twee laatste deelen zijn verscheidene Vertaalingen uit Hume, Voltaire, Fontenelle en zeker nieuw Werkje Bizarreries Philosophiques genaamd te vinden;’ welke allen medegedeeld zijn.
Nadat er nog opgemerkt is, dat men bij de meeste vertalingen zich niet streng aan het oorspronkelijke heeft gehouden, maar veeleer alles naar den smaak van onzen landaard gewijzigd heeft, wordt aangaande de oorspronkelijke stukken gezegd, dat deze meest allen door de Philanthropes zelf zijn geschreven. ‘Maar’ zoo wordt bl. 412 gelezen, ‘wie zijn die oude en jonge Philantrophe, zullen mijne nieuwsgierige Leezers zeggen. Doch deze hunue nieuwsgierigheid kan ik slegts gedeeltelijk voldoen, met hun te melden, dat een groot aantal der Vertoogen van de drie eerste Deelen, zo als ook eenigen uit het vierde uit de pen van den bekenden Rotterdamschen Digter Frans de Haas zijn voortgekomen. Deeze is behalve (van) eene menigte van andere stukjes, ook de schrijver van de geestige Zinspeling op de Roveryen der Engelschen kaperen in No. 102 en van meest alle de Poëtische stukken, die er in dit werk gevonden worden; daaronder ook van de Vertaaling van het niet onaardige Fransche versje in No. 172, welke naderhand aan eenen Prulpoeët ten doelwit zijner ougezouten berispingen heeft moeten strekken. Ook moet op rekening van den Heer de Haas de Verhandeling over de Dichtkunde in No. 150-157 gesteld worden. Doch gelijk de dood van den Heer de Haas mij de vrijheid geeft, om dit geheim te openbaren, zo is het mij daartegen niet geoorloofd, iemand van de overige schrijvers te noemen... Alleenlijk kan ik zeggen, dat zeer veele vertoogen in de drie eerste Deelen geschreven zijn door iemand, die door verscheiden andere werken van vernuft bij zijne Landgenooten eer en dank behaald heeft, en welken men ook een groot aantal der Verhandelingen uit het Engelsch schuldig is. Buiten deezen hebben noch twee andere Schrijvers de vrugten van hunnen geest tot het eerste gedeelte van dit werk toegebragt, waarvan de eene zich Bataviaan genoemd, en de Vertoogen No. 24, 105, 106, 107, 108 en 120 toegezonden heeft; terwijl de ander zo verre wij weten, de schrijver is van No. 89, 90,
| |
| |
93, 101, 117, 122, 128, 132, 135 en 147. Nadat de Jonge Philanthrope het bestuur over dit werk heeft in handen gehad, zijn er wederom meer dan een geweest, welken zo eigen werk, als vertaalingen, daartoe hebben toegebragt. Hij, die dezen naam heeft aangenoomen, heeft zijne Vertoogen op verscheiden wyzen geteekend; en somtijds ook dezelven zonder kenmerk uitgegeven. Zyn voorname Medehelper die hem zo met overzettingen, als met stukjes van eigen vinding heeft bygestaan, heeft het geene van hem kwam met E.A., E, E.G. en A.A. gemerkt. Ook werden er in de drie laatste Deelen zeven af agt Vertoogen gevonden, die het publyk bij uitstekendheid behaagd hebben, en de vrugten der leedige nuren van eenen Man van Aanzien en Geleerdheid zijn, welke zyne ervaarenheid in verscheiden andere Weetenschappen reeds voorlang op eene zeer voordeelige wyze heeft doen kennen. Doch van deezen kunnen zelfs de Nummers niet opgeeven; dewijl sommigen van dezelven aanleiding zouden kunnen geeven, om naar den schryver te gissen. Eindelijk komen er ook in alle de zes Deelen van den Philanthrope hier en daar stukjes voor, die den Drukkeren door onbekende handen zyn toegezonden, en welker Schryveren bij hen geheel onbekend zijn.’
Vrage: wie was nu de Jonge Philanthrope? Ik antwoord op gezag van Mr. M.G. van Hall: Nic. Bondt. (Zie diens Leven van J. en N. Boudt, bl. 6, 8, 82.
Intusschen moet ook C. van Engelen een groot aandeel aan dit tijdschrift gehad hebben. Hij kan dan de Jonge Phll. geweest zijn, terwijl b.v. Bataviaan de naam van Bondt was. Zie Doopsgez. bijdr. door Harting en Cool, 1867, bl. 106. Van de 2 laatste dln. was hij ten minste voor het grootste deel de schrijver. Zie boven No. 1051 en De Philosooph IV. 409.
| |
Philemon
Philemon. Legende. [Door H. Tollens Cz.] Leeuw. 1844.
Uitg. (2887
| |
Philips van Artevelde
Philips van Artevelde, of de brouwer van Gend ... door A. von Tromlitz, [C.A.F. von Witzleben.] Uit het Hoogduitsch. [Door P.G. Witsen Geijsbeek.] Amsterdam, van Kesteren. 1832. (2888
| |
Phillis en Doris
Phillis en Doris, of de triumpherende minnaar. Boertig herderspel. [Door B. Roeloffs.] Amst. z. jr. [1780.] (2889
Tooneelst. v. Letterkunde, no. 6067.
| |
Philoctetes
Philoctetes. Treurspel gev. n.h. Fransch van de Châteaubrun. [Door
| |
| |
Jac. Stamhorst.] Amst. 1758. (2890
V.d. Marck 653.
| |
De philosooph
De philosooph. [Tijdschrift in vertoogen, door C. van Engelen.] Amst. 1766. 4 dln. (2891
Vgl. No. 1051. In No. 93, bl. 321-328, een Brief van 12 Oct. 1767 geteekend C. [Petrus Camper.]
| |
De philosophie d'uytleghster der H. Schrifture
De philosophie d'uytleghster der H. Schrifture. Een wonderspreukigh tractaat... Uyt het Latyn [van Lod. Meyer] vert. Te Vrystadt [Amst.] 1667. 4o. (2892
Eerst ten onregte aan Lambert van Velthuysen toegeschreven (Ypey en Dermout II. 573; aanteek. bl. 371) Vogt, Cat. libr. rariorum p. 639 houdt B. de Spinoza voor den schrijver der ‘Philieophia sive Scripturae interpres.’
| |
Physiologie van den Haag
Physiologie van den Haag. [Door Dr. W.J.A. Jonckbloet.] Geïllustreerd door H.F.C. ten Kate. e.a. 's Grav. 1844. 12o. (2893
| |
De St. Pieterskerk te Utrecht
De St. Pieterskerk te Utrecht. [Door C.T. van der Brugghen.] Utr. 1838. (2894
Overgedrukt uit den Utr. Volks-almanak?
| |
Pietje en Agnietje
Pietje en Agnietje, of de doos van Pandora. Tooneelspel... [Door Jhr. O.Z. van Haren.] Z. pl. [Zwolle,] 1779. (2895
Tooneelst. v. Letterkunde no. 6112.
| |
Pillen voor recenserende geleerden te slikken
Pillen voor recenserende geleerden te slikken en beenen voor heeren boekhandelaren te kluiven. [Door ... Nayler.] Amst. Nayler en Co. 1838. (2896
| |
Pius VII en Napoleon I
Pius VII en Napoleon I, van het einde van het jaar 1811 tot het begin van het jaar 1814, benevens de breve van excommunicatie (van 1809) tegen de aanranders der Kerkelijke Staten. [Door... Vandermoere S.J.] Brussel, Goemaere. 1860.
B.B. (2897
| |
Besloten plaatsen
Besloten plaatsen. Art. 167 der Grondwet. Regtsgeding van den Heer Heumanns te Vaarwerk. [Door Mr. J.L.G. Gregory.] 's Grav. 1857. (2898
| |
| |
| |
Het Placet en de regering [Door
Het Placet en de regering [Door Prof. N.C. Kist.] Leiden, 1857.
Aa. (2899
| |
Plan van eene teeken-academie te Groningen
Plan van eene teeken-academie te Groningen. [Door Prof. P. Camper.] Gron. 1773. (2900
| |
De pleegdochters
De pleegdochters. Een verhaal van F. Hanke. Uit het Hoogduitsch. [Door A.E.C. van Someren.] Zutphen, A.E.C. v. Someren. 1845. (2901
| |
Pleidooi voor Willem den Vijfden
Pleidooi voor Willem den Vijfden, ingerigt ter ontbinding, oplossing en wederlegging der hem aangewreven ondaaden en overtuiging van 's mans hevenste (lees: hevigste) beschuldigers... door den schrijver van het Iets interessant voor de ware Oranje en vrijheidsvrienden. [J. Dekkers Mz.] Opgedragen aan alle onzijdige vaderlanderen. Amst. Arends;... Overschie, J. Dekkers Mz.; Leiden, Luzak, Van Damme en Perk. (1786.) (2902
Zie op J.D.M.Z. bij de Schuilnamen.
| |
Komische pleidooyen gevoerd voor de regtbanken
Komische pleidooyen gevoerd voor de regtbanken van Puiterveen en Cyprus. [Door Z.H. Alewijn?) Amst. 1823. (2903
| |
De pleiters
De pleiters, blijspel, uit het Fransch van Racine. [In dicht vert. door Abr. Bogaert.] Amst. 1695.
F.V. (2904
| |
Pletho of Georg Gemistus over de genoegzaamheid
Pletho of Georg Gemistus over de genoegzaamheid. Uit het Grieksch. [Door L. ten Kate Hz.] Amsterd. 1728.
Aa. (2905
| |
De gantsche pligt van een christen
De gantsche pligt van een christen of christelijke zedekunde. [Door Jac. van Zanten, Doopsg. Pred. te Haarlem.] Haarlem, 1715. 12o - Amst. 1732. 8o. - Met zinspelende plaatjes. Amst. 1741. 8o. (2906
Paquot, II. 400. Ook verscheen ‘door den schrijver van †’: Oorzaken van 't verval der christelyke godvruchtigheit, of eene onzydige beschouwing v.d. christ. godsdienst. Haarl. 1718. 12o.
| |
| |
| |
De pligten der overheden of vertoog
De pligten der overheden of vertoog over de regtvaardigheid. [Uit het fransch van Moreau vertaald en met aanteekeningen door El. Luzac.] Leyd. 1778. (2907
Het oorspr. werk heette: Les devoirs du prince. (Barbier, No. 3642.) Zie Kunst- en Letterb. 1813, II. 423.
| |
De kleine pligten
De kleine pligten. Eene oorspronkelijke zedelijke voorstelling, in brieven uit het begin der 19e eeuw. [Door Mej. van Gelder de Neufville.] Amst, 1824-1827. 4 dln. - Ald. 1835. 4 dln. (2908
‘Door de schrijfster van †’ werden uitgegeven:
De schildknaap. Iets uit den ouden tijd. Een oorspronkelijk historisch romantisch verhaal. Amst. 1829.
Hendrik d'Effiat Marquis van Cinq Mars; een tafereel van het Fransche hof ... door Alfred de Vigny. Naar het fransch. Amst. 1833. 2 dln.
Elisabeth Basmouth of eene Engelsche plant op Hollandschen bodem. Een oorspr. roman. Amst. 1836. 2 dln.
Uren van uitspanning, of vertellingen geschikt om de jeugd ... bezig te houden. Door A. Schoppe geb. Weise. Vrij vert. uit het Hoogd. Amst. 1836.
| |
C. Plinius Secundus
C. Plinius Secundus. Par M.C. van Hall. Traduit du Hollandais. [Précédé d'un Avis par J.D. Meijer.] Amst. G. Dufour et comp. 1823. (2909
Zie Meijer's leven door v. Hall, p. 74. Den. juisten titel vond ik niet.
| |
Het Poedergebod
Het Poedergebod. (Gedicht gevolgd door:) Op het Amsterdamsche Poeder Request. [Beide door Sam. Ipz. Wiselius.] z. pl. en jr. (2910
Zie zijn Leven door P.v. Limburg Brouwer, bl. 189.
| |
De poëte beurs
De poëte beurs. Z. pl. en jr. [1742.] (2911
Zie voor den schrijver het vers: ‘Aan den uitgever van het Fraucfoorder Nieuws en de Beurs der Poëte’ in het Vervolg: der Gedigten voor en tegen Jr. W.v. Haren, bl. 17. Hij wordt daar een ‘Waaltje’ genoemd. Werd daarmede Jacob de Fay, Notaris te 's Hage, bedoeld? La Fargue schreef vrij wat beter: dien zal men niet op het oog gehad hebben.
| |
Poezye van Pieter Verhoek
Poezye van Pieter Verhoek.
| |
| |
[Uitgeg. door M. Brouerius van Nidek.] Amst. 1725. (2912
Blijkens zijne voorrede voor ‘Alle de Rymoeffeningen van Jer. de Decker ... Amst. 1726’. Mijn naam (zegt hij) was daarvoor niet geletterdrukt doordien des Dichters neef, de Konstschilder Johannes Verhoek (ten wiens verzoeke ik zijns ooms, en wijlen mijn waerden vrints nagebleven Dichten en Schriften aengenomen had, om met eenpaerigen voet in de spellinge ende vereischte waarneminge omtrent de geslachten te doen houden) mij de opdracht heeft willen vereeren.
| |
Pointinge van de bosschen
Pointinge van de bosschen, ofte instructie voor de lantprijsers ... om te weten op wat maniere dat de bosschen moeten gepoint ende geset worden volgens het Placcaet van den 16 Mey 1672. [Door Jod. van der Cruycen.] z. pl. [Gendt.] 4o. (2913
Vanderhaeghen, III. 5.
| |
De gekroonde berijmde policie
De gekroonde berijmde policie, zijnde het eerste deel der Meysterlyke werken, bestaande in hemelsche en aardsche gedachten ... [Door Jhr. Ev. Meyster.] Utr. 1669. (2914
Scheltema, Gesch. en Lett. Meng. V. 2e st. bl. 215.
| |
Policy gerichts-ordeninghe ende stadtsrecht
Policy gerichts-ordeninghe ende stadtsrecht, hetwelcke van Godes genaden wy Frederick ... hertogh tot Sleyswigh, Holsteyn onse stadt Fredericks-stadt ... gegeven... hebben. 1635. 4o. (2915
Ontworpen door Marcus Gualtherus. Rogge, Remonstr. geschr. bl. 277; Overijss. Bijdr. III 4.
| |
Problematische politiek
Problematische politiek. Het nieuw ministerie en de volksvertegenw. in 1856. [Door Mr. P.A.S. van Limburg Brouwer.] Amst. 1857. (2916
‘Door den schrijver van †’ zijn ook uitgegeven: Parasitische politiek. Amst. 1861; Koloniale kamerkout. Amst. 1863. Het zijn overdrukken uit ‘de Gids’. (Zie het Register door Tiele, bl. 99, 100.)
| |
De Hollandsche politieke
De Hollandsche politieke. [Vertaling van ‘Le politique Hollandais’ van A.M. Cerisier.] Amsterdam, bij Jacobus Stanhofius. 26 Nov. 1781-1782. 13 nrs. (2917
| |
| |
Mr. W.P. Sautijn Kluit in Handel. v. Letterkunde, 1882, bl. 14.
| |
De politique Hollandais
De politique Hollandais. Uit het Fransch [van A.M. Cerisier] in het Nederlandsch vertaalt. Te Amsterdam, ‘by J.F. Rosart en Comp. 27 Oct. 1783 - 26 Jan. 1784. 14 nrs. (2918
Mr. W.P. Sautijn Kluit achter Handel. v. Letterkunde, 1882, bl. 34.
| |
H.K. Poot's gedichten
H.K. Poot's gedichten. Te Amst. by S.J. Baalde. 1780. 3 dln. (2919
De in het 3e dl. voorkomende levensbeschrijving van P. is van J. Spex en overgenomen uit de uitgave van 1747.
| |
Alex. Pope's dichtstuk
Alex. Pope's dichtstuk: Proeve over den mensch. Uit het Engelsch in Ned. verzen, met opheld. en een aanhangsel. [Door A. van den Ende.] Amst. 1839. 12o. (2920
Niet in den handel. Cat. v. Letterkunde I. 280.
| |
Thien Contra-remonstrantsche positien voor grouwelyc ende
Thien Contra-remonstrantsche positien voor grouwelyc ende afgryselyc verklaert... ende in druc uytghegheven tot opweckinge der Remonstranten. [Door Nic. Grevinchoven.] Rott. 1618. 4o. (2921
Cattenhurgh p. 78.
| |
De post naar den Neder-Rhijn
De post naar den Neder-Rhijn. [Redacteur Phil. Verbrugge.] 's Hage, 1781-1784. 82 nrs. (2922
Vervolgd onder den titel: De Hardloper van Staat.
Er is een ‘Advertissement aen het publiek door de schryvers van †. Te Rott. bij J.P. Kraefft’ verschenen, waaruit men opmaken zonde, dat V. niet alleen de redacteur was. P. Hofstede zegt bl. 14 zijner Lijkrede op Barueth, dat de Rotterdamsche Predikant D.W. Smits de ouvemaoeide samensteller van het tijdschrift was. Mr. Santijn Kluit (Spectator 1876, bl. 231) houdt echter S. slechts voor medewerker; in de processtukken komt hij ook niet voor, zoodat de meening van Mr. Kluit wel de ware zal zijn. Van no. 82 af is de Post te Rott. bij J. Hendriksen uitgegeven. Voor meer bijzonderheden raadplege men het aangehaalde Spectator-artikel.
| |
De post van den Helicon
De post van den Helicon. (Amst.) 1788-1789. (2923
| |
| |
Geredigeerd door Mr. J. Kinker, onder medewerking van Mr. W. Bilderdijk, van wien daarin voorkomen: Abacha, Yrwin, Vredebach, het begin van Homertus' Ilias, eene parodie op (Feith's) Edward, Brieven van Mercurius, enz.
Zie Nederl. Spectator, 24 Aug. 1860 e.v. en v. Hall's Leven van Kinker, bl. 23.
| |
De post van den Neder-rhijn
De post van den Neder-rhijn. [Redacteur P. 't Hoen.] Utr. 1781-1787. 12 dln. Met 4 dln. bijlagen. 1783-1787, (2924
De lotgevallen van dit tijdschrift zijn uitvoerig behandeld door Mr. W.P. Sautijn Kluit in Nijhoff's Bijdr. N.R.X. 305 e.v.
Medewerkers waren P. Ph. J. Quint Ondaatje en B.F. von Liebeherr.
Van Mr. J. Valkenaer waren sommige stukken over Friesland.
Een opstel over de alliantie met Frankrijk in no. 213 van 1784, get. C. was van Jhr. J.D. van der Capellen tot den Pol.
Onder den naam Candidus schreef W. van Irhoven van Dam, onder dien van Zelandus: Jac. Bellamy, enz.
‘Door de schrijvers van †’ werden ook uitgegeven:
Gedenkschriften van Martinus Scriblerus den Jongsten. Een maandwerk Duinkerken, 1792. 3 stn.
Informatien wegens de plunderingen en geweldenarijen van de Militie te Hattem, op verzoek van den Raad van Staaten, ingewonnen door den Magistraat der stad Zwolle. Utr. 1786.
| |
De post van den Nederrhijn No
De post van den Nederrhijn No. 124, 125 en 126 met eenige aanmerkingen vermeerderd. Z. pl. 1783. (2925
Vroeger door mij aan El. Luzac toegeschreven. Mr. Sautijn Kluit betoogde echter (Nijhoff's Bijdr. N.R.X. 236), dat deze opgave onjuist is.
| |
De post van de(n) Neder-Rhijn oprecht
De post van de(n) Neder-Rhijn oprecht vaderlands en staatkundig beoordeeld tegens De Ouderwetse Nederl. Patriot. [Door Nic. Hoefnagel.] Z. pl. en jr. (2926
Nijhoff's Bijdr. N.R. IX. 257.
| |
De post voor de boeren
De post voor de boeren. [Door J. Steenwinkel.] Leyd. 1785. (2927
Vervolg op: De politieke nalezer.
| |
Post-bode
Post-bode. [Door Jac. Taurinus.]
| |
| |
Z. pl. (Gedagt. 15 Julij 1616 S.V.) 4o. (2928
Cattenburgh p. 126.
| |
Postille op die Epistelen ende Euangelien
Postille op die Epistelen ende Euangelien van allen sondaghen ende sonderlinghen heylich daghen des geheelen iaers, alsomen die ghemeynde inder kercken houdt, seer costelick wtgeleyt ende verclaert. [Waarschijnlijk door Martinus Bucerus.] 1528. (Achteraan:) Ghedruct te Basel, by mi Adam Anonymus [Adam Petri van Langendorff] ... 1528. (2929
M. Luther vond ik elders als den opsteller genoemd.
| |
Kleine potjes hebben ook ooren
Kleine potjes hebben ook ooren. Blijspel in één bedrijf. [Door C.K. van Hemert.] Amst. 1843.
Uitg. (2930
| |
Potpourri
Potpourri. [Door ... Apeker.] 's Hage, [1830.] (2931
Zie boven op No. 2754.
| |
Poza
Poza. Treurspel in vijf bedrijven, naar Schiller's Don Karlos ... [Door Th. J. Werndly.] Gor. 1866. (2932
Tweede uitgave van No. 2368.
| |
De leerzame praat-al
De leerzame praat-al. [Door Bernardus Bosch.] Amsterdam, W. Wijnands en H. Brongers Junior. 1790-1792 3 dln. (2933
Blijkens bl. 299 zijner eigen-levensbeschr. achter het 3e dl. zijner Gedichten.
| |
De vaderlandsche praat-al
De vaderlandsche praat-al. [Door Bernardus Bosch en Petronella Moens.] Amsterdam, W. Wijnands en H. Brongers Junior. 1792. (2934
Alleen bet le stukje is hiervan verschenen, zijnde de uitgave terstond door den Hoofdschout van Amsterdam verboden. Zie bl. 307 der eigen-levensbeschr. van Bosch achter het 3e dl. zijner Gedichten.
| |
De politieke praatmoer
De politieke praatmoer, bestaande in 42 vaderlandsche gesprekken; ter wederlegging der Politieke Praatvaar en soortgelijke partijdige geschriften, en ter bevordering van waare vrijheid. Alom te bekomen. 1785. (Rot- | |
| |
terdam bij J. Bal en J. Hendriksen 1784-28 April 1785. 4o. (2935
In brochures van dien tijd aan J. le Francq van Berkhey toegeschreven. In de Batavier (le dl. bl. 34) wordt echter gezegd: ‘Dit is de Ouderwetsche Patriot en Reinier Vryaarts Brieven, in spotachtige en oproerige zamenspraken, eerst nieuw uit huune assche te voorschijn komende, na de terugkomst van een klein buitenlandsch reisjen.’
De ware schrijver was W.P. Turnbull de Mikker. Zie Mr. W.P. Sautijn Kluit in Ned. Spectator v. 23 en 30 Aug. 1873.
| |
De politieke praatvaar
De politieke praatvaar, bestaande in 52 vaderlandsche gesprekken; ter bevordering van ware vrijheids-liefde en burgertrouw. Te Leyden, by C.F. Koenig, boekverkooper op het Rapenburg, over de Academie. 22 Mei 1784-7 April 1785. (2936
In het ‘Vervolg op den Batavier’ wordt bl. gesproken van ‘de Praatvaar en Snapper bij Koenig, zoo men zeide door J. Steenwinkel en andren B. gestoffeerd.’ De geschiedenis van dit tijdschrift is medegedeeld door Mr. W.P. Sautijn Kluit in Ned. Spectator 23 Aug. 1873 en volgg. die er op wijst, dat ten aanzien van den schrijver in de brochure ‘Voor Leydens Burgery ... door een getrouw Medeburger. In July 1784’ op bl. 32 gesproken wordt van ‘de Leydsche Rotterdamsche Praatvaar, een Capitein of de Bloedpoëet, van Schelle.
| |
Practijcke van den Spaenschen Raedt
Practijcke van den Spaenschen Raedt, dat is clare vertooninghe dat den raedt .... om de Ver. Nederl. wederom te brengen onder .... Spangien .... in alle hare deelen ofte alreeds int werck gestelt is, ofte noch dagelicx in 't werck gestelt wort .... [Toegeschr. aan Fr. van Aerssen.] Anno 1618. 4o. (2937
Verscheiden malen herdrukt met kleine wijzigingen.
| |
Een praeadvijs
Een praeadvijs, hoe de leeraars der Herv. Kerk, ingevolge het decreet der nation. verg.... zich voortaan te gedragen hebben. [Door Jacob van Heusden.] 18..
Aa. (2938
| |
Een praetje over tafel
Een praetje over tafel, tusschen een Remonstrant, Waterlandts Doopsgesinde ende den waerdt. Behelsende consideratien over den vrede-handel
| |
| |
... [Door Joh. Bredenburg.] Amst. 1671. 4o.
Aa. (2939
| |
Predicatie ghedaen in de Francoysche kerk
Predicatie ghedaen in de Francoysche kerk tot Amsterdam op den 14 Sept. 1625. Int vervolgh vande wtlegginge des Sendbriefs Jacobi... [Door Jean Doucher.] Wt de francoysche in onse Ned. tale over-gheset en ghedr. in de j. 1625. 4o. (2940
Bibl. v. Pamfl. 2105, 2107.
| |
Predicatie op den dood van Graaf
Predicatie op den dood van Graaf Hendrik van Brederode. [Waarschijnlijk door Bern. Decanus, Pred. te Vianen.] 1657. 12o.
Aa. (2941
| |
Predicatie over den test des h
Predicatie over den text des h. apost. in den tweeden sendtbrief tot den Corinthers, cap. 5 v. 14 ende 15 .... [Door Jac. Joh. Batelier.] 1640. 4o. (2942
Cattenburgh p. 15.
| |
Predicatie over Es. 38 vs. 1
Predicatie over Es. 38 vs. 1 en het Hooglied 2 vs. 1-6. [Door Pieter Pietersz.] Haarlem, bij Thomas Fonteyn. 1637. 12o. (2943
Vermeld achter het Leven van Hans de Ries. In de Rijp, bij Claes Jacobsz. 1664.
| |
Stichtelijcke predicatie waer in de mensche
Stichtelijcke predicatie waer in de mensche werdt vermaent om op te staen uyt den slaep der zonden, en de voort te gaen in een heylich leven.... [Door Pieter Pietersz.] Tot Franeker, ghedruckt by Ids. Albertsz. 1644. 24o. (2944
Eekhoff, Cat. der Leeuw. bibl. bl. 198.
| |
De predikant van Wakefield
De predikant van Wakefield, door Olivier Goldsmith. Uit het Engelsch. [Door Simon de Vries.] Te Deventer, bij Lucas Leemhorst 1768. 2 dln. (2945
Zie v. Eck en Bosscha, 2e Eeuwfeest v.h. Athenaeum te Deventer, bl. 77.
| |
De Overijsselsche predikants-dochter
De Overijsselsche predikants-dochter. [Door Mr. P. de Wakker van Zon.] Breda, 1816-1817. 3 dln. (2946
| |
Predikaetsien van den Aertsbisschop J. Tillotson
Predikaetsien van den Aerts- | |
| |
bisschop J. Tillotson. Amst. 1730-32. 6 dln. 4o. (2947.
Jan Wagenaar vertaalde de 207e-213e in het Ve deel en 243-254e in het VIe deel en de volgende gebeden, en maakte de registers op het geheel. Zie Huizinga Bakker bl. 97.
| |
Een predikatie
Een predikatie, gepredikt in de Capel van S. James, voor den ... Prins van Orangie, den 23 Dec. 1689. Door Gilbert Burnet DD. [Vert. door J. Koelman.] Amst., Wed. S. Swart ... 1689. 4o.
L.P. (2948
| |
XVI predikatien
XVI predikatien, over zeer gewigtige stoffen. Door Jac. Fosten. [Uit het Eng. vert. door Joh. Stinstra.] Harl. 1732. (2949
Zie C. Sepp, Joh. Stinstra en zijn tijd, II. 166.
| |
Alle predikaties van S. Clarke
Alle predikaties van S. Clarke. Uit het Eng. vert. [Door Joh. Stinstra.] 1739-49. 11 dln. (2950
Op den titel van het IIe deel komt de naam des vertalers voor.
| |
Predikt het Evangelium allen creaturen! Eene
Predikt het Evangelium allen creaturen! Eene staatsmaxime in het rijk van waarheid en deugd. [Door Hieron. van Alphen.] Uit de papieren van den Christelijken Spectator. Te 's Hage, bij J. Thierry en C. Mensing. 1801. (2951
Nepveu bl. 76.
| |
Eene preek in den geest van ‘de Dageraad’
Eene preek in den geest van ‘de Dageraad,’ naar aanleiding van Matth. XV: 13. Voordragt gehouden in de Vereen. ‘de Dageraad’ den 18 Jan. 1857. [Door F. Günst.] Amst. 1857.
Schr. (2952
| |
Leerzaam prentgeschenk voor de lieve jeugd
Leerzaam prentgeschenk voor de lieve jeugd, [Door W.J. van der Vegt.] Dev. 1844.
Uitg. (2953
| |
Tprieel der amoreusheyt
Tprieel der amoreusheyt met d'epistel der minnen .... Tot Rott. By Jan van Waesberghe in de Fame, aen de Merct, 1596. (2954
Toegeschreven aan Laurier door Ledeboer, Het Geslacht v. Waesberghe, 2e druk, bl. 60.
| |
| |
| |
Het Priesterdom
Het Priesterdom, proeve van liergezang ter gelegendheyd van het eerste onbl. slagtoffer van ... Rich. Raepsaet ... [Door J.J. de Smet.] Gend, 1815. (2955
Vanderhaeghen, VI. 200.
| |
Den herstelden Prins tot Stadthouder ende
Den herstelden Prins tot Stadthouder ende Capiteyn Generael vande Vereen. Nederlanden .... tegens de boekjens .... Interest van Hollandt ende Stadthouderlijke Regeringe .... [Door Const. Huygens.] Amst. 1663. (2956
Volgens den weinig geloofwaardigen schrijver der voorrede van den Schat van uitgelezene traktaten aang. het stadh. gezag. 1749. waarin het herdrukt werd. Onder de opdragt noemt de schrijver zich D.C.
| |
De Prins van Madagascar door H
De Prins van Madagascar door H. Gutzkow; en H. Zschokke, Oudejaarsnacht-avontuur. Twee luimige verhalen. Uit het Hoogd. [Door A. Ter Gunne.] Dev. 18..
Uitg. (2957
| |
Privilegien en handvesten der stede en
Privilegien en handvesten der stede en des eilands van Texel. [Waarschijnlijk bezorgd door B. Huydecoper, destijds Baljuw van het eiland.] Amst. 1745. 4o. (2958
Cat. v. Letterkunde III. 343.
| |
Gedenkwaerdig proces
Gedenkwaerdig proces, behelzende de moord, gepleegd den 19 Wintermaend 1771, aen de persoone van juffrouw Warrimont, geboortig van Visé, land van Luyck. [Vertaald door J.J. van der Schueren.] Gend. (2959
Vanderhaeghen, IV. 219; VI. 209.
| |
Proces crimineel voor den Edelen Hove
Proces crimineel voor den Edelen Hove van Cyprus etc. Oorspronkelijke uitgave. [Door R. Hennebo.] 's Gravenhage, z. jr. (2960
Bruiloftsdicht voor Ysbrand Vincent en Johanna Paun, getr. 14 April 1726, in zijn Verzamelde dichtwerken opgenomen, bl. 57-65.
| |
Het proces der drie Koningen
Het proces der drie Koningen, Louis den XVI van Frankrijk, Carel den III van Spanje, en Georg III van Groot-Brittanjen, bepleit voor de vierschaar der Europ. Mogendheden. Os- | |
| |
tende, bij H. Slappermende. Z. jr. (1780.) (2961
Eene vertaling uit het Fransch van Bouffonidor. Ten onregte aan S.N.H. Linguet toegeschreven, volgens. Barbier, die echter twijfelt of Bouff. niet een schuilnaam is. De schrijver wordt door anderen Ange Goudar genoemd. Als aenhangsel hierop verscheen: Appel aen den Paus. Zie Cat. Lammens, II. 88.
Het pamflet werd door Koos Horrel, Boekverkooper te Rotterdam, verzegeld verkocht volgens: De vuile gewinzoekers ten toon gesteld bl. 52.
| |
De Heilige processie of ommegang te
De Heilige processie of ommegang te Utrecht den 22 Mei 1673 met devote statie uitgevoerd. [Door H. Melder.] Utr. 1853.
Schr. (2962
| |
Proef op de aanmoediging en uitbreiding
Proef op de aanmoediging en uitbreiding der linnenweverijen in Oost-Vlaanderen, gevolgd van de tienjarige opstelling van al de op de markten van Oost-Vlaanderen, verkochte lijnwaden. [Door A.J.L. van den Bogaerde van ter Brugge.] Gent, de Busscher en Zoon. 1826. 12o. (2963
Letterkunde, Levensber. 1858, bl. 147.
| |
Ruuwe proef over het werktuiglicke der dichtkunde
Ruuwe proef over het werktuiglicke der dichtkunde, ten onderzoeke aan het Gen. Kunst wordt door arbeid verkregen, opgedragen. [Door L. van Santen.] Leid. 1796. (2964
| |
Proefken oft staelken van Johannis Vtenbogaerts
Proefken oft staelken van Johannis Vtenbogaerts ende Jacobi Taurini onderlinge verdraeghsaemheit .... [Waarschijnlijk door Vinc. van Drielenburch.] Amst. 1616. 4o. (2965
Rogge, Contrarem. geschr. bl. 231.
| |
Proefken van de schadelijcke verschillen over
Proefken van de schadelijcke verschillen over de christel. zaligmakende leere ... [Door Corn. Geselius.] Z. pl. [Rott.?] 1613. 4o. (2966
| |
Proeue des ghelouens
Proeue des ghelouens. Vande waere salichmaeckende erkentenisse Christi. [Door Doede van Amsweer.] Embden, 1584. - Gron. 1612. (2967
| |
Proeve eener beantwoording der Missive
Proeve eener beantwoording der Missive aan de Heeren schrijveren van
| |
| |
de Brieven der Joden aan den Heer de Voltaire. [Door Ger. Kuypers.] Utr. A. van Otterloo. 1772. (2968
De Missive was ook van hem; zie no. Zie Mnemosyne, IVe st. bl. 252. Cat. R.M.v. Goens, no. 7606.
| |
Proeve eener geschiedenis der beschaaving van het menschelyk geslacht
Proeve eener geschiedenis der beschaaving van het menschelyk geslacht; uit het hoogduitsch van J.C. Adelung. [Door B. Labberton.] Amst. 1802. (2969
Cat. van Hulthem, no. 15262.
| |
Proeve eener geschiedenis der watergeneeskunde
Proeve eener geschiedenis der watergeneeskunde, en van hetgeen daartoe betrekking heeft. Door B. Hirschel. Uit het Hoogduitsch. [Door P. Jut van Breukelerwaard.] 1e stukje. Oude geschiedenis en middeleeuwen. Amsterdam, 1859. (2970
Amst. Bibl. V. 335.
| |
Proeve eener geschiedenis van het Koningrijk
Proeve eener geschiedenis van het Koningrijk der Nederlanden (1815-1832). [Door A.J. Lastdrager.] Amst. 1832-1839. 2 dln. (2971
| |
Proeve eener herhaalde beschouwing over het menschelijke der stichting van een asyl
Proeve eener herhaalde beschouwing over het menschelijke der stichting van een asyl voor ontslagen oud-gediende krijgslieden van onze Nederlandsche en Indische Zee- en Landmagt. [Door W.P. d'Auzon de Boisminart.] Utrecht, 1859. (2972
Levensber. v. Letterkunde, 1870, bl. 522.
| |
Proeve eener herziening der meest gebruikelijke
Proeve eener herziening der meest gebruikelijke formulieren der Ned. Herv. Kerk. [Door Prof. P. Hofstede de Groot.] Gron. 1849.
Uitg. (2973
| |
Proeve eener verzameling van de voornaamste
Proeve eener verzameling van de voornaamste regelen der Ned. versificatie, met aanmerkingen doormengd, betr. den poëtischen stijl, door voorbeelden en aanhalingen uit vele gezag-hebbende dichters en proza-schrijvers gestaafd ... [Door J. van Buel.] 's Hert. 1838.
T. (2974
| |
Proeve over de algemeene gronden van regeering
Proeve over de algemeene gronden van regeering en over den aart der
| |
| |
politieke en burgerlijke vrijheid. Door J. Priestley. Uit het Engelsch vertaald. Leyden, L. Herdingh 1783. (2975
Dat Jhr. J.D. van der Capellen tot den Pol hierin de hand gehad heeft, ofschoon mogelijk F.A. van der Kemp voor de uitgave zorgde, blijkt uit Overijss. Bijdragen, I. 308.
| |
Proeve over de keuze van Volks-vertegenwoordigers
Proeve over de keuze van Volks-vertegenwoordigers in het koningrijk der Nederlanden. [Door Mr. C.J. van Heusden Jr.] Gorinchem, J. Noorduyn. 1821. (2976
| |
Proeve over de kust van Guinea
Proeve over de kust van Guinea, houdende eene poging tot onderzoek hoe en in hoeverre het land tot eene ware volkplanting zou kunnen gevormd worden. [Door F.W. Fennekol.] 's Grav. J. Immerzeel, Jr. 1831. (2977
Volgens Prof. H.W. Tydeman, door wiens toedoen het werkje in druk verscheen, op. bl. 54 zijner verhandeling over de voormalige staatspartijen in de Ned. Rep.
| |
Proeve over de verbetering van den afloop van het water
Proeve over de verbetering van den afloop van het water, in de land-streek, tusschen de Veluwsche en Utrechtsche bergheuvelen gelegen, en de Geldersche Vallei genaamd. [Door Jhr. Mr. H.M.A.J. van Asch van Wijck.] Te Utrecht, bij Johannes Altheer. 1832. (2978
Bodel Nijenhuis no. 2493.
| |
Proeve over de werking en invloed
Proeve over de werking en invloed der geesten. Uit het Hoogd. van G.E.W. Dedekind. [Vert. door Mr. W. Bilderdijk.] Haarl. 1820. (2979
| |
Proeve over den mensch
Proeve over den mensch, na het Engelsch van Pope. [Door J. van der Dussen.] z. pl. 1797. 4o. (2980
Te 's Hert. 1820 herdrukt met naam des schrijvers, o.d. titel: Proeve van overzetting uit het Engelsch.
| |
Proeve over den ouden loop van de rivier de Eems
Proeve over den ouden loop van de rivier de Eems ... [Door Jhr. Mr. H.M.A.J. van Asch van Wijck.] Utr. 1832. (2981
Bodel Nijenhuis 2494.
| |
Proeve over het gebed
Proeve over het gebed, zoo ver
| |
| |
de Christel. geloofsleer hetzelve in overweging neemt .... [Door J.C. Baum.] 's Hage, 1778. (2982
Met naam herdrukt: 's Hage, 1779.
| |
Proeve van de lasteringen ende vremde
Proeve van de lasteringen ende vremde leer-stucken der Remonstranten, ghetrocken ende by een ghestelt uyt hare Apologie ende by forme van Voorlooper in 't licht ghegeven; door de Profess. der H. Theol.... tot Leyden. Van nieuws oversien, ende ghedruckt met een antwoort op haren Voorlooper. Leyd. 1630. 4o. (2983
Vertaling van het Specimen calumniarum, enz. waarschijnlijk gesteld door A. Walaeus. Zie Rogge, Contrarem geschr. bl. 35.
| |
Proeve van dichterlijke mengelingen
Proeve van dichterlijke mengelingen. [Verzameld door Freerk Hoekstra.] Zaandam, Jan Groot en Co. 1822. (2984
Bevat Nederlandsche en Friesche gedichten van P. Deketh, Francijntje de Boer, Anna Bakker, Mej. van Assen, geb. Reddingius, M.H. Ringnalda, F. Hoekstra en anderen, en werd uitgegeven tot onderstenning van den drukker Jan Groot.
| |
Proeve van dichtkunde op de oudheydt
Proeve van dichtkunde op de oudheydt ... der vrye kunsten. [Door W.F. Verhoeven.] Loven, [1774.] 4o. (2985
Cat. v. Hulthem no. 23855; Cat. J.B. Th. de Jonghe I. 2897.
| |
Proeve van dichtlievende kleinigheden tot uitspanning
Proeve van dichtlievende kleinigheden tot uitspanning van geest. [Door Mr. H. Riemsnijder.] 's Hage, 1780.
W.G. (2986
| |
Proeve van een gewijzigd stelsel van directe belastingen in Nederland
Proeve van een gewijzigd stelsel van directe belastingen in Nederland, aangeboden in Junij 1872 aan de leden der Eerste en der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. (2987
‘Door den schrijver van †’ werd geschreven:
Aan alle eigenaren van gebouwen, waarschuwing tegen het wetsontwerp tot herziening der kadastrale huurwaarde. (Get. N.J.) Amst. M. en F.C. Westerman. 1873.
| |
Proeve van een Oranje-feestcourant
Proeve van een Oranje-feestcourant, ten deele overgedrukt uit het Algemeen weekblad van Purmerende
| |
| |
.... [Door J. Schuitemaker.] Purm. 1863.
Schr. (2988
| |
Proeve van een Recensent voor de negentiende eeuw
Proeve van een Recensent voor de negentiende eeuw. Tot aankweeking van waare verlichting in Nederland ... [Door G. Bruining.] Delft, 1801. (2989
Gevolgd door eene: Tweede Proeve in 1802. ‘De drukker was niet in staat dit spoedig genoeg te doen volgen. Zulks deed de onderneming wankelen, en een aantal gereede recensies voor een derde stukje bleven onnitgegeven.’ Zie zijn eigen-levensbeschr. bl. 311.
| |
Proeve van een Purmerender Waterloo-courant
Proeve van een Purmerender Waterloo-courant. [Door J. Schuitemaker.] Purm. 1865. fol.
Schr. (2990
| |
Proeve van een reglement van orde
Proeve van een reglement van orde voor de vergadering der Provinciale Staten. [Door Mr. G.A. Fokker.] Midd. 1850. (2991
Levensber. v. Letterkunde 1879, bl. 28.
| |
Proeve van een reglement voor de vergadering der gemeenteraden
Proeve van een reglement voor de vergadering der gemeenteraden. [Door Mr. G.A. Fokker.] Midd. 1850 (2992
Levensber. v. Letterkunde 1879, bl. 28.
| |
Proeve van geestelijke oden en liederen
Proeve van geestelijke oden en liederen. [Door A. van den Berg.] Utrecht, J. van Schoonhoven en Co. 1777-1793. (2993
| |
Proeve van Jezus geschiktheid als leeraar
Proeve van Jezus geschiktheid als leeraar, en over zijne leerwijze ten voorbeelde van godsdienstleeraars. Uit het Hoogduitsch van Ernst Gottlieb Winkler ... [Door Mr. H. Wijnbeek.] Te Gron., bij Wijbe Wouters. 1814. (2994
Levensber. v. Letterkunde 1867, bl. 127.
| |
Proeve van onderzoek naar den echten
Proeve van onderzoek naar den echten zin en bedoeling van art. 342 van het Ned. Burg. Wetb.... [Door Mr. J.H. van der Schaaff.] 's Grav. en Amst. 1843. (2995
Konst- en Letterb. 1853, II. 325.
| |
Zedekundige proeven
Zedekundige proeven. Uit het Engelsch van de heeren Olivier Goldsmith en Dr. Samuel Johnson, met een aanhangsel over de zedelijke opvoeding. [Denkelijk door Simon de Vries.] Te
| |
| |
Deventer, bij Lucas Leemhorst. 1770. 3 dln. (2996
Vgl. v. Eck en Bosscha, 2e Eeuwfeest v.h. Athenaeum te Deventer, bl. 77.
| |
Schamele proeven van edele pogingen
Schamele proeven van edele pogingen, of mengelstukjes in proza en poëzy. Leyd. 1804. (2997
In het exemplaar van Ds. B.F. Tydeman las men deze aanteekening: ‘De titel en het motto zijn opgegeven door Daan François; de voorrede is insgelijks, meen ik, van hem of van van Beeftingh. Bl. 1-12 is van Cris van den Broek, thans pred. in den Haag. Bl. 13-17 is. meen ik. van La Lau, pred. te Oegstgeest. Bl. 18-31 insgelijks van La Lau. Bl. 32-39 weet ik mij niet te herinneren. (Ik rappeleer mij daar, dat bl. 38-39 is van Ds. van Hengel, pred. te Grootebroek.) Bl. 40-41 is van Havelaar, pred. te Steenbergen. Het stukje Op den grijsaard weet ik niet, maar misschien van La Lau. Bl. 49, 50 herinner ik mij ook niet. Bl. 51-62 van Cris van den Broek. Bl. 63-65 van Daan François. Bl. 66-86 is van Kroeff, in mijn' tijd wonende op de Heeregracht met zijn moeder, broers en zusters, naderhand aan den drank geraakt en vertrokken naar Zierikzee. Bl. 87-91 van La Lau. Bl. 92-93 van Cris van den Broek. Bl. 94-99 van Ds. van Hengel. Bl. 100-102 van Macalester (Loup), pred. te Bommel. Bl. 103-112 is van Beeftingh en dus ook bl. 32-33. De onsterfelijkheid, bl. 114-120 is helaas! van mij. (Tydeman zelf?) Bl. 121-129 is van [W.] van Volkom, pred. te Giessendam. De twee laatsten weet ik niet.’
| |
Proeven van oordeelkunde betrekkelijk de poëzy
Proeven van oordeelkunde betrekkelijk de poëzy. Eerste stukje, behelzende eene beoordeeling over Het Onweder, een gedicht van Bellamy. - Tweede stukje behelz. beoordeelingen van eenige gedichten van. J. Bellamy ... - Derde stukje zijnde eene bijlage tot No. 154 van de Algemeene Konst- en Letterbode. [Door S.P. van der Meulen.] Utr. 1790-1791. 2 stn.
T. (2998
Zie het levensberigt van Rau door J. Clarisse in de Fakkel, bl. 144.
| |
Proeven voor het verstand
Proeven voor het verstand, den smaak en het hart door eenige Nederlanders. Utrecht, bij J.M. van Vloten. 1784-1785. 2 stn. - Dordr. bij de Leeuw en Krap 1790. - Rott. 1825. (2999
| |
| |
De algemeene sympathie voor Jac. Bellamy maakte, dat men hem voor den hoofddader hield van alles waarin hij de hand had. Zoo hield men hem voor den schrijver der meeste stukken in de Proeven voorkomende, terwijl echter (volgens Ockerse en Kleyn bl. 66) hij de verzamelaar was en W.A. Ockerse de schrijver van het grootste gedeelte. Niet geheel teregt dus wordt B's naam alleen gevonden op den titel der, zouder weten van de makers, in 1790 te Dordrecht verschenen, en waarschijnlijk door G. Kuypers bezorgde uitgave. (Ockerse en Kleyn bl. 61.) Van de meeste stukken zijn de schrijvers bekend geworden, als:
Gevoelens v.e. jongen vader |
door |
Ockerse. |
Het sleperspaard |
door |
Ockerse. |
Denkbeelden uit het vrouw karakter |
door |
Ockerse. |
Over het schrijven incognito |
door |
Ockerse. |
De Held |
door |
Ockerse. |
Aan een schilder |
door |
Bellamy. |
De gevlugte vreugde |
door |
Bellamy. |
De gevonden vreugde |
door |
Bellamy. |
In een album |
door |
Bellamy. |
De dichter aan zijne vrienden |
door |
Bellamy. |
Hetnon plus ultra der gierigheid |
door |
Bellamy. |
Eene anecdote |
door |
Bellamy. |
Nog eene anecdote |
door |
Bellamy. |
Aan Cidly |
door |
S.F.J. Rau. |
Aan Fillis |
door |
Bellamy. |
De hardnekkige onkunde |
door |
Bellamy. |
Fillis |
door |
Bellamy. |
Kaïn |
door |
Bellamy. |
Twee woorden over Kaïn |
door |
Bellamy. |
Eene vraag |
door |
Bellamy. |
Ewald en Elize |
door |
Rau. |
Roosje |
door |
Bellamy. |
Brief aan mijn zuster K. |
door |
Ockerse. |
Fragment van eene sentim historie |
door |
Bellamy. |
De elf volgende bijdragen |
door |
Bellamy. |
Alleen bestaat er eenige twijfel aangaande Dolmar in het dal des doods. Voorts valt nog op te merken, dat Aan Cidly ten onregte wel eens aan Kleyn is toegeschreven, en dat deze benevens W. Carp en A. Uyttenhooven (ten onregte soms ook nog J. Hinlópen en P.P.J. Quint Ondaatje) als medewerkers worden genoemd. Wat van hunne hand was, vind ik echter nergens vermeld. Vgl. verder het volgend No. en zie over Rau's aandeel zijne levensbeschrijving door Clarisse in het tijdschrift De Fakkel.
Op laatstgenoemde plaats vindt men ook gemeld, dat Mevr. Ockerse-Kleyn bijdragen tot dit werk geleverd heeft, doch zonder ze met name te noemen. Ook wordt nog Mr. M.C. van Hall de schrijver van twee versjes in dezen bundel genoemd. (Zie Letterkunde, Levensber. 1859, bl. 60.)
| |
Nieuwe proeven voor het verstand
Nieuwe proeven voor het verstand, den smaak en het hart. [Te
| |
| |
Utrecht, bij G.T. van Paddenburg en Zoon. 1794. (3000
Dit 3e stukje van de Proeven was van anderen aard dan de 2 vorige. Bellamy was overleden; Rau onttrok zich aan de medewerking, waarschijnlijk wegens oneenigheid met Ockerse. De arbeid werd voortgezet door drie der oude medewerkers, in vereeniging met een' vierde, die in denzelfden smaak gestemd was. (Ockerse en Kleyn bl. 66). Deze opgave is mij niet duidelijk; want mij zijn slechts 3 schrijvers van dit 3e stukje bekend, gelijk blijkt uit het volgende: J. Clarisse schreef een derde gedeelte ongeveer der stukken, volgens zijne eigene opgave, doch alleen met name heeft hij ver klaard de schrijver te zijn van Het jongetje dat ten onregte aan Bellamy is toegeschreven. (Zie het levensberigt van Clarisse door Rau in de Fakkel).
De Levensbeschr. v.d. bedelaarsbroeders Kwink en Kwank, en de Denkbeelden over het vrouwelijk karakter, eene voortzetting van wat hij in het le stuk geleverd had, waren van Ockerse.
Volgens Witsen Geysbeek was Jan Hinlópen de schrijver van den Klaagzang ter gedachtenis van Jr. F. Godin. Julia was alleen van Bellamy, maar hij was toen reeds lang overleden, zooals straks reeds gezegd is. (Ockerse en Kleyn bl. 66.) De 3 stukjes van de Proeven zijn in 1825 te Rotterdam op nieuw uitgegeven door en met eene inleiding van T. Olivier Schilperoort. Volgens Dyserinck bl. 23 was van Bellamy niets in dezen bundel. Van J.P. Kleyn waren: Burgerlied, Toen ik niet zeer tevreden t'huis kwam, Toen ik reden tot klagen had, en Elegie in de ballingschap. (Dyserinck, bl. 49). Eene lijst der dichters is te vinden Navorscher XXII. 122.
| |
Professor Celibatarius
Professor Celibatarius, zijne redevoeringen, kamergedachten, enz. [Door L. van den Broek.] Rott. 1862. (3001
Overdruk uit het ‘Humor. album.’
| |
Professor Opzoomer's redevoering over de wijsbegeerte
Professor Opzoomer's redevoering over de wijsbegeerte, den mensch met zich zelven verzoenende, een weinigje nageplozen. [Door E.J. Diest Lorgion.] Gron. 1847.
Uitg. (3002
| |
Voorloopig programma van een congres hetwelk
Voorloopig programma van een congres hetwelk tusschen Nederl. schrijvers, dichters, kunstenaars en recensenten zal gehouden worden te Molkwerum, in de hondsdagen van 1850. [Door Mr. M.C. van Hall.] Amst. 1849. (3003
| |
| |
| |
Project t'samen ghevoegt uyt de advisen
Project t'samen ghevoegt uyt de advisen van de leden volghens de Resolutie van hare Ed. Gr. Mog..... Met sommige bedenckingen over 'tselve project. [Door Joh. Uytenbogaert.] 1630. 4o. (3004
Cattenburgh p. 153.
| |
Promemorie dienende tot onderzoek
Promemorie dienende tot onderzoek, hoedanig het Staatsregt zij der Provincie van Zeeland omtrent de Militaire Jurisdictie, zoo in het crimineel als civil, geformeerd op het verzoek der leden van het Besogne, uit Hun Ed. Mog. vergadering, tot examinatie van die materie gecommitteerd, bij Resolutie van den 12 December 1782. [Door L.P. van de Spiegel.] Z. pl. en jr. (3005
| |
Eene prophetie betreffende het doorlugtig huis
Eene prophetie betreffende het doorlugtig huis van Oranje Nassau aanvanglijk vervuld. [Door den gewezen predikant van Barneveld Speelman.] Utr. 1816. (3006
| |
Eenige prophetien en revelatien Godts aengaende
Eenige prophetien en revelatien Godts aengaende de christen werelt in dese eeuw. [Door J. Rothe.] Amst. 1672. - Ald. 1673. - Ald. 1674. 4o. (3007
Bibl. v. Pamfl. 5797, 5798, 7018, 7232.
| |
Twee propositien gedaen door den Heer
Twee propositien gedaen door den Heer de la Thullerin .... mitsgaders eenige consideraties op beyde .... [Waarschijnlijk van Adr. Pauw.] Utrecht, voor Fr. Levyn. [Denkelijk 's Grav. J. Veely.] 1648. 4o. (3008
Bibl. v. Pamfl. 3283.
| |
Prospectus van een nieuwen schouwburg
Prospectus van een nieuwen schouwburg. [Door ... Apeker.] 's Hage, [1830.] (3009
Behoort bij No. 2754
| |
Protecteur Weerwolf
Protecteur Weerwolf. [Door J. van Vondel.] Z. pl. en jr. [1653.] In plano. (3010
Thysius 2721. Meulman 3467 stelt het op 1654.
| |
Protest des autheurs vanden Christalijnen Bril
Protest des autheurs vanden Chris- | |
| |
talijnen Bril [Bern. Dwinglo] tegens den gepretendeerden Polijst-steen .... Rott. 1614. 4o. (3011
Vgl. No. 764.
| |
Algemeen protest van Christenen in Nederland
Algemeen protest van Christenen in Nederland, tegen eene nieuwe woordel. vertaling van den ouden Bijbel. [Door S.M. Brakel.] Amst. 1853.
Uitg. (3012
| |
Protest van den Kerkeraad der Geref
Protest van den Kerkeraad der Geref. gemeente te Amsterdam .... tegen .... den Heer S. van Velzen. [Door Dr. A. van der Linde.] Amst. 1861.
Schr. (3013
| |
Protest van het Loevensteynsche Huys
Protest van het Loevensteynsche Huys, teghens de versierde Loevesteynsche bittere tranen over de langhduerige gevanckenisse harer ghevanghenen. [1624.] fol. (3014
‘Dit gedicht op de Remonstr. Predicanten, die gevangen zaten op Loevestein, is hoogstwaarschijnlijk hetzelfde als het Loevesteyns Protest, dat ik in een oud geschreven register van Remonstr. geschriften aan Pasquier de Fijne vind toegekend.’ Meulman 1925.
| |
De Protestant
De Protestant. [Redacteur W. van Volkom.] Dordr. 1819-1830. 11 dln. (3015
| |
De bekommerde Protestant in zijne vrees
De bekommerde Protestant in zijne vrees voor de Roomsche Bisschoppen. [Door L. Proes.] Leeuw. 1853.
Uitg. (3016
| |
De bestaanbare Protestant regtzinnig
De bestaanbare Protestant regtzinnig. [Door Allard Hulshoff, Doopsgez. Predikant te Amsterdam.] Amst. 1792.
Aa. (3017
| |
De Bataafsche Proteus
De Bataafsche Proteus. [Door Hermanus van der Burgt.] Te Amsterdam, gedrukt voor den autheur, ter drukkerye van Jacobus Helm. 1724. 37 Nrs. (3018
In 1726 verschenen echter nog 8 nommers by Adrianus van Boekholt, in den Nes. Zie Mr. Sautijn Kluit in Nijhoff 's Bijdragen, N. Reeks VII. 198.
| |
Proteus of minnebeelden verandert in sinnebeelden
Proteus of minnebeelden veran- | |
| |
dert in sinnebeelden. [Door Jac. Cats.] Rotterdam, 1627. 4o. (3019
| |
Proteus
Proteus. Tijdschrift voor de Hollandsche heerenkleeding en ter bevordering van nationale nijverheid. [Door W.H. Warnsink Bz. en echtgenoote C.M. Haakman.] Amst. 1832. (3020
| |
Proza en poëzij van Kunst-ijver
Proza en poëzij van Kunst-ijver. Leyd. 1791. (3021
De met eene C. geteekende stukken, bl. 16-21, 37-45, 114-119, 122-128, 131-138, 142-146 waren van J. Clarisse. De met L*** geteekende van J. Teissedre l'Ange; de met H. geteekende van H.F. Helmcke. Enkele stukjes waren van S.P. van der Meulen. (Memoria J. Clarisse theologi, auctore H. Bouman, p. 189, 190.)
| |
Nederlandsch proza van de dertiende tot de achttiende eeuw
Nederlandsch proza van de dertiende tot de achttiende eeuw, naar tijdsorde gerangschikt. [Door Dr. J. van Vloten.] Eerste stuk 1229 tot 1476. Leiden en Amst. 1851. (3022
| |
De prullemand
De prullemand. Een weekblad. [Door Mr. P. de Wakker. van Zon.] 's Hage, 1805. 5 nrs. (3023
Het 6e No. heette Apollo. Mr. Jac Scheltema behoorde tot de medewerkers, blijkens zijn Leven door P. 8cheltema, bl. 143.
| |
Psalmen ende ander gesanghen
Psalmen ende ander gesanghen, diemen in de Duytsche Ghemeynte to Londen was gebruyckende. [Door J. Utenhove.] Embden, G. Ctematius 1558. (3024
| |
De psalmen naar de behoefte der Christenen
De psalmen naar de behoefte der Christenen, voor kerkelijk en huisselijk gebruik ingerigt. [Door R. Bennink Janssonius.] Utrecht, 1858. (3025
Letterkunde, Levensber. 1873, bl. 210.
| |
De psalmen van David
De psalmen van David. Met korte bemerkingen op den historischen, christelijken en zedelijken zin ... Eerste deel. [Door Willem van Roost.] Ghendt, 1725. 12o. (3026
Hij is veroordeeld bij een decreet van den Aartsbisschop van Mechelen 29 Aug. 1728. - Vanderhaeghen III. 134.
| |
Pseudo-Demetrius
Pseudo-Demetrius. Drama. [Door Th. J. Werndly.] Met een voorbericht van J.H. Ankersmit, Wzn. Deventer, 1871.
Uitg. (3027
| |
De publicatie van den 12 September
De publicatie van den 12 September 1750. [Door Jhr. Willem van Haren.] (3028
Halbertsma, het Gesl. der v. Harens, bl. 180.
| |
Put-haeck om alle menschen uyt dien
Put-haeck om alle menschen uyt dien put van hare dolinghe, aengaende het poinct van de alghemeene ghenade te trecken... [Door Paschier de Fijne.] Haerl. 1643. (3029
Later opgenomen in zijne ‘Eenige tractaetjes.’
|
|