| |
| |
| |
E
| |
E. [Mr. A. Tinne.]
E. [Mr. A. Tinne.]
In ‘de Ouwerwetsche Ned. Patriot.’
| |
E.
E.
Zie op De Philanthrope onder de Naaml. geschr.
| |
E. [Alexander Elberts, Godsdienst-onderwijzer te Deventer.]
E. [Alexander Elberts, Godsdienst-onderwijzer te Deventer.]
a. | Beknopt dagverhaal van het gebeurde te Deventer, gedurende het beleg in 1813 en 1814. (Met voorberigt get. †.) Te Deventer, bij J.W. Robijns. 1814. |
b. | Hulde der vriendschap aan de nagedachtenis van den hooggel. en hoog eerw. heer Cornelis Fransen van Eck.. op het onverwachtst overleden den elfden van Lentemaand 1830 ... (Met voorrede get.: †.) Te Deventer, bij A.J. van der Sigtenhorst, 1830. |
| |
E ... [P. Génard.]
E ... [P. Génard.]
Iets over de school van Shakspeare in 't algemeen en James Shirley haren besten leerling in 't byzonder (naar het Engelsch) door †. (In: ‘het Taelverbond.’)
B.B.
| |
E. [Dr. A.H.A. Ekkfr, Rector te Kampen.]
E. [Dr. A.H.A. Ekkfr, Rector te Kampen.]
a. | Volkslied. 1 April 1872. Wijze: Die Wacht am Rhein! Ten voordeele van de kas der Zwolsche feestcommissie. Gedrukt bij de Erven J.J. Tijl te Zwolle. 1872. |
b. | Stukken in de ‘Prov. Overijss. Courant.’ |
| |
E. [Mr. L.E. Lenting, Lid v.d. Tweede Kamer.]
E. [Mr. L.E. Lenting, Lid v.d. Tweede Kamer.]
In ‘de Tijdspiegel’ en andere tijdschriften.
| |
E.A.
E.A.
Zie op De Philanthrope onder de Naaml. geschr.
| |
| |
| |
E.A.P. [Een Amsterdamsch Predikant = Isaac Prins.]
E.A.P. [Een Amsterdamsch Predikant = Isaac Prins.]
Artikelen in ‘de Navorscher.’
| |
E.A.v.G. [Ernestine A. van Gogh.]
E.A.v.G. [Ernestine A. van Gogh.]
Bloemen overgeplant uit den vreemde. Door †. 1852.
| |
E.A.v.V. [van Vloten.]
E.A.v.V. [van Vloten.]
Bijdrage tot de kennis der Nederl. Oost-Indische bezittingen. Door A.D. de Jancigny. Uit het fransch vertaald door † te Maastricht. 's Hertogenbosch, Gebr. Muller 1849.
Catal. Ind. Gen. te 's Hage bl. 36.
| |
E.B. [Boot.]
E.B. [Boot.]
Verclaringe van Simon Pallory van Richelieu, hier te voren prior ende provinciael der oorden van den H. Cruyce, volgende de betooninge, die hy gedaen heeft in de ghereform. kercke van Caen, den 11 Meert 1601. In het nederd. overgesettet door †. Leyden, Jan Claesz. van Dorp, 1601. 12o.
| |
E.B. [Eusebius Belga = Prof. H.W. Tydeman te Leiden.]
E.B. [Eusebius Belga = Prof. H.W. Tydeman te Leiden.]
Artikelen in ‘de Navorscher.’
| |
Eberhard. [J.K. de Regt.]
Eberhard. [J.K. de Regt.]
a. | Gedachten na de teregtstelling van eenen ter dood veroordeelde. Door †. Midd. 1850. |
b. | Armen. Een woord voor rijken. Drie schetsen door †. Ald. 1851. |
c. | Herinnering aan den WelEerw. heer J.P. Hasebroek, bij Z. Eerw. vertrek uit de gemeente Middelburg. Door †. Midd. 1851. |
d. | De hooge waardij van het gezigt. Door †. Midd. 1852. |
e. | Uit het leven, voor het leven. Schetsen door †. Leiden, A.W. Sijt- |
| |
| |
| hoff z. jr. [1855.] - Ald. 1860. - Rott. 1862. |
f. | Tartuffe. Een blik op den schouwburg en het geregtshof te Zwolle. Door †. Zwolle, 1863. |
g. | Green kermis? toch kermis! Een woord voor het volk door †. Amst. 1866. |
h. | Een blik op Bodegraven en zijn ramp door †. Leyden, C. Kooijker, 1870. |
i. | De zoon van den metselaar. Een verhaal voor jongens en meisjes, door †. Bodegraven, J. van Rossum Dz. 1871. |
j. | Blikken in huis en op straat. Schetsen uit het dagelijksch leven door †. Purmerende, L.G. Post. 1873. |
| |
E: B: W: W:
E: B: W: W:
Matrozen-liedjes door †. No. I-IV. z. pl. en jr.
‘Meermaals hebben baatzuchtige boekverkoopers schriften op mynen naam gedebiteerd, die zy zelven wisten dat niet van my waren - of konden zyn: men heeft Matrozen-Liedjes uitgegeven, met de letters E: B: W: W: waardoor men dan wilde te verstaan geeven, Elizabeth Bekker, Wed. Wolff; hoewel men zeer zeker wist, dat ik die nooit gezien had’ enz. (Voorrede voor den 2en druk vau haar gedicht ‘Walcheren’ 1784.)
| |
Εχϑρων ἀδωρα δωρα. [Zinspr. van Theod. Schrevelius.]
Εχϑρων ἀδωρα δωρα. [Zinspr. van Theod. Schrevelius.]
Zie zijn lofvers voor Ampzing's Beschr. v. Haerlem.
| |
Eclecticus. [Dionysius van de Wijnpersse.]
Eclecticus. [Dionysius van de Wijnpersse.]
Eenige bespiegelingen der Kantiaansche wijsbegeerte. Door †. 'sGrav. 1805.
| |
E.C.P. [Egidius Candidus Pastor = Aegidius de Witte.]
E.C.P. [Egidius Candidus Pastor = Aegidius de Witte.]
De geheele Heilige Schriftuur, behelsende alle de boeken dewelke in 't algemeyn Concilie van Trenten voor Canonyke zijn goedtgekeurdt. Nieuwe overzettinge in de Nederlandsche tael met korte verklaringen op de duystere plaetsen. T'Utrecht bij Theodorus van den Eynde 1717.
Onder de voorrede leest men: ‘Voor Approbatie’ de herinnering dat de Bybel geen appro- | |
| |
batie noodig heeft en het verzoek om de gebreken der vertaling te verschoonen en te helpen verbeteren, door E.C.P. Opstelder vau deze vertaling.
B.J.
| |
Enatent aut evolent. [Zinspr. van D'Eynatten.]
Enatent aut evolent. [Zinspr. van D'Eynatten.]
| |
E.D. [Gebard Brandt de Jonge.]
E.D. [Gebard Brandt de Jonge.]
In: ‘Verscheyde Ned. gedichten.’
Zie Penon, Bijdr. tot de gesch. der Ned. lett. I. 48.
| |
E.D. [Degerickx.]
E.D. [Degerickx.]
De maend van Maria, of vervolg van lezingen over de mysterien van de allerheyligste maagd. Door den Eerw. P. Lalomia. Naar het fransch vertaeld door †. Tweede uytgaef. Gent, 1842.
Vanderhaeghen, V. 235.
| |
Ed. C. [Campens.]
Ed. C. [Campens.]
Eenige lessen over praktische veeartseny, door een veeartsenykundige. 1e stuk. Gent, Hoste, 1851. 12o.
B.B.
| |
E.d.C.v.J. [de Clercq van Jever.]
E.d.C.v.J. [de Clercq van Jever.]
Ongelijk gevecht, of de gestrafte laster. Blijspel getrokken uit de nagelaten tooneel-poëzy van ... Hans Prullekramer tot Beuselaershorst ... door †. z. pl. 1766.
V.d. Marck 496.
| |
E.D.D. [de Decker?]
E.D.D. [de Decker?]
Geometrie ofte meet-cunst, inhoudende het nootsakelyk gebruyck, dienstig tot de fortificatie. Beschreven door Samuel Marolois, verbetert door A. Girard. Uit het fransch overgeset door †. Amsterdam, Jan Jansz. 1629. - Ald. 1638. fol.
| |
Edelick bewaerd de redene. [Zinspr. van Eduard de Dene.]
Edelick bewaerd de redene. [Zinspr. van Eduard de Dene.]
| |
Edelman ende oprecht Liefhebber syns Vaderlants ende der ghemeynen Ruste, Een - [Waarschijnlijk. Philips van Marnix Heer van S. Aldegonde.]
Edelman ende oprecht Liefhebber syns Vaderlants ende der ghemeynen Ruste, Een - [Waarschijnlijk. Philips van Marnix Heer van S. Aldegonde.]
Een goedt advys op 't stuck van de vrede ende oorloghe in dese Nederlanden. By †. z. pl. en jr. [Antwerpen? 1584.] 4o.
Bibl. v. pamfl. 284. Vertaling van het Discours (ald. 283.)
| |
| |
| |
Edelman, Eenen duytschen -, Liefhebber des Vaderlandts. [Philips van Marnix Heer van St. Aldegonde.]
Edelman, Eenen duytschen -, Liefhebber des Vaderlandts. [Philips van Marnix Heer van St. Aldegonde.]
Ernstighe vermaninghe van den standt ende gelegenheyt ende van de middelen haerder behoudenisse ende welvaren. Door †. z. pl. en jr. [Antwerpen, 1583.] 4o.
Oorspronkelijk in het latijn uitgegeven. Zie Bibl. v. pamfl. 270. Er is ook eene fransche vertaling. Vgl. Lacroix en v. Meenen, bl. 94.
| |
E.D.G.Z. [Jacob van Dijk te Vlaardingen.]
E.D.G.Z. [Jacob van Dijk te Vlaardingen.]
Vlaardings zangverschil door †.
V.d. Aa. - Zie ook bl. X der voorrede voor dl. 2 zijner Nagelaten schriften.
| |
E.D.P. [Een Dordrechtsch Predikant = P. Brouwer Bz.]
E.D.P. [Een Dordrechtsch Predikant = P. Brouwer Bz.]
Brief van † aan zyn zoon over het Biddagswerk bij Hervormde belijders. Amst. 1782.
Aa.
| |
E.D.P. [Een D ... Predikant = ... Rossterk.]
E.D.P. [Een D ... Predikant = ... Rossterk.]
a. | Bedenkingen over de verzoening en de middelen ter verkrijging van den geestelijken smaak, aan J.E. Voet voorgesteld in eenige brieven, door †. Uitgegeven door Joh. Habbema. Rotterdam, 1776.
T. |
b. | Aanmerkingen over de schets van Joh. Petsch van het geschil tusschen zijn WEd. en †, zijnde een aenhangsel der brieven van † aen J.E. Voet. Waar in gewigtige leerstukken der Geref. kerk tegen de misvattingen en ongegronde redeneeringen van Petsch worden verdedigd, door †. Uitgeg. door Joh. Habbema. Amsterdam, 1779. |
| |
E.d.V. [Ellert de Veer.]
E.d.V. [Ellert de Veer.]
Het tweede deel van de Hollantsche en Seelantsche chronycke; byeen vergadert door †. Amst. 1591. - Dordr. 1595. fol.
Is het 2e dl. der Divisie-Kronyk.
| |
Edward V.E.V., G. - [Eduard van Even, Archivaris te Leuven.]
Edward V.E.V., G. - [Eduard van Even, Archivaris te Leuven.]
Levensberigt van Dr. Johan Libens,
| |
| |
Diestenaer, religieux van het orde van den H. Augustinus en Professor by de faculteit der godsgeleerdheyd aen de hoogeschool van Leuven. Door †. Diest, Havermans, 1845. 12o.
B.B.
| |
Edijk, Max van - [Dr. J.T. Cattie, Leeraar a.d.H.B. te Arnhem.]
Edijk, Max van - [Dr. J.T. Cattie, Leeraar a.d.H.B. te Arnhem.]
a. | Blikken in het leven der natuur. (In ‘de Tijdspiegel.’) |
b. | Gemeenzame brieven van een vriend der natuur. Door †. Arnhem, P. Gouda Quint. 1878. |
| |
E.E. [Denkelijk Emilius Elmeguidi = M. van de Merwede Heer van Clootwijck.]
E.E. [Denkelijk Emilius Elmeguidi = M. van de Merwede Heer van Clootwijck.]
Leytsman der hovelingen ... Hoe een hovelinck leeft, en leven moet. Door A. de Guevara. Uit het Spaensch door †. Amst. 1652. 12o.
| |
E.E. [Isaac Prins, later Predikant te Amsterdam.]
E.E. [Isaac Prins, later Predikant te Amsterdam.]
Sterksprekende proef van de bewarende kracht der koepokstof-inenting tegen alle besmetting der kinderziekte. (In ‘Hedend. Vaderl. Bibliotheek’ 1805.)
Levensber. v. Letterkunde, 1879, bl. 177.
| |
E.E. [Een Evangeliedienaar = B.J. Adriani, Pred. te Rotterdam.]
E.E. [Een Evangeliedienaar = B.J. Adriani, Pred. te Rotterdam.]
a. | Stille uren. Liederen en overdenkingen op den weg des lijdens. Door †. Haarl. 1855.
Met naam herdrukt 1864.
|
b. | Op weg naar huis. Iets voor bekende en onbekende reisgenooten. Door †. Utrecht, C. Bielevelt. 1858. - 2e dr. ald. 1860. |
c. | Onze Protestantsche feestdagen. Door †. Rotterdam, Hoog en Trinité, 1860. 6 stukjes. |
d. | Zondagavondstonden. Door †. Utr. 1860.
Herdrukt met nieuwen titel, waarop de naam des schrijvers.
|
e. | De welbesteede stuivers of de bijbels der arme negers. Door †. Amst. 1862. |
f. | De blinde en de soldaat. Vrij naar het fransch, door †. Amst. 1862. |
| |
| |
| |
E.E., Mr. - [Mr. J.J. de Rovere van Breugel.]
E.E., Mr. - [Mr. J.J. de Rovere van Breugel.]
a. | Aanmerkingen op het verslag van den raad der tijdelijke ministers aan Z.M. den Koning, van 16 Nov. 1848. Door †. 's Grav. 1849. |
b. | De grondwetsherziening en ons belastingstelsel. Aanmerkingen op een aldus getiteld betoog, voorkomende in de Grids van Sept. 1848. Door †. 's Grav. 1849. |
c. | Over het. te kort van vijftien millioen en de beraamde middelen tot dekking van hetzelve .... Door †. 's Grav. 1849. |
d. | Over het ontwerp van wet op het regt van successie en van overgang. Door †. Nijmegen, bij H.C.A. Thieme J.F.z. 1857.
Uitg. |
| |
Eelhart, Th. - [Is. Vosburg.]
Eelhart, Th. - [Is. Vosburg.]
Zedige aanmerkingen over den Hemel op aarde van Fr. van Leenhof, door †. Amst. 1708.
Cattenburgh p. 126.
| |
Een clerck moet leeren. [Zinspr. van Zeger de Clerck.]
Een clerck moet leeren. [Zinspr. van Zeger de Clerck.]
| |
Een der Fontenisten. [P. de Moor.]
Een der Fontenisten. [P. de Moor.]
De wederkomste van La Peyrouse, of de zegepraal der deugd, tooneelspel in vier bedrijven, door †. Gent, z. jr.
Vanderhaeghen, IV. 222.
| |
Een der leden van de oude Calvinistische Societeit. [Nic. Holtius.]
Een der leden van de oude Calvinistische Societeit. [Nic. Holtius.]
Aanspraak aan Do. Antonius van der Os, pred te Zwolle, ontworpen door †, om Zijn WelEerw. te dienen ter aanleidinge tot een ernstig onderzoek over zijnen weg en leere die van Godt en de waarheid afwijkt: En in druk uitgegeven ter onderrigtinge der geheele Nederlandsche kerk, wegens het gevaar der hervormde leere in deze dagen. Te Amsterdam bij Nicolaas Bijl, 1753. 4o.
Op bl. 6 van den ‘Brief van een Vriend aan een vriend vervatt. des schrijvers onpart. oor- | |
| |
deel over sekere drie geschriften’, wordt te kennen gegeven, dat de schrijver Nic. Holtius zoude zijn, ‘die in verscheidene geschriften reeds getoont heeft op de Leeden van deese Societeit te gelyken als twee droppelen water op elkanderen.’
Waarschijnlijk was hij niet alleen, maar met Al. Comrie, de schrijver. Vgl. Ypey en Dermout, III. no. 673.
Zie ook op Leden v.d.o.C. soc.
| |
Een der leden van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkregen. [Lucretia Wilh. van Merken.]
Een der leden van het genootschap Kunst wordt door arbeid verkregen. [Lucretia Wilh. van Merken.]
Het feestvierend Leyden. Eeuwspel bij geleg. des 200 jarigen gedenkdags van het ontzet. Door †. Leid. 1774.
| |
Een der Pleiaden.
Een der Pleiaden.
Klaasje Zevenster is niet dood; supplement op een groot werk, door †. Dordr. 1867.
Dr. W.R. Veder, Pred. te Dordrecht, werd voor den schrijver hiervan gehouden (Navorscher XVII. 132), doch heeft (ald. bl. 201) openlijk verklaard: 1o dat hij de schrijver niet was; 2o dat de schrijver hem geheel onbekend en het boek zelf hem slechts bij name bekend was.
| |
Een der schrijvers van den Nekroloog. [J.B.D. Wibmer.].
Een der schrijvers van den Nekroloog. [J.B.D. Wibmer.].
Geestelijke droom: iets voor ware christenen. Door †. Te Amsterdam, bij H. Moolenijzer, 1818.
Sautijn Kluyt in Ned. Spectator 1872, bl. 116.
| |
Een der vertalers van den Jongen Richelieu. [Mr. Sam. Iperuszoon Wiselius.]
Een der vertalers van den Jongen Richelieu. [Mr. Sam. Iperuszoon Wiselius.]
De huwelijks-ontwerpen, of de twee militairen. Blijspel .. naar het Fransche van Alex. Duval, door †. Amst. 1801.
Limburg Brouwer, Leven v.W. bl. 187.
| |
Een deucht van den noot. [Zinspr. van Jan van der Noot.]
Een deucht van den noot. [Zinspr. van Jan van der Noot.]
| |
Een die van Pryse Lick ende vAN stiChtelIck Ver Maecken liefhebber is. [Petrus Plancius, Pred. te Rotterdam]
Een die van Pryse Lick ende vAN stiChtelIck Ver Maecken liefhebber is. [Petrus Plancius, Pred. te Rotterdam]
Een naeckte vertooninge van de gelegentheyt der tooneelspelen, zijnde een samen-spraecke over de selve tusschen Theophilus en Philodemus, samen
| |
| |
gesteldt DOOR †. Rotterdam, R. van Doesburgh, 1681. 4o.
Cat. v. Letterk. III. 153.
| |
Een doet mij hopen. [Zinspr. van E. Domselaer.]
Een doet mij hopen. [Zinspr. van E. Domselaer.]
| |
Eendragtsminnaar, Eenen - [W.E. de Perponcher de Sedlnitzky.]
Eendragtsminnaar, Eenen - [W.E. de Perponcher de Sedlnitzky.]
Brief van † aan zijnen vriend. Utrecht, 1779.
Aa.
| |
Eenen der Commisen in de vlote. [Jac. l'Hermite de Jonge.]
Eenen der Commisen in de vlote. [Jac. l'Hermite de Jonge.]
Breeder verhael ende klare beschrijvinge van tghene den Admirael Cornelis Matelief de Jonge in de Oost-Indien ... wedervaren is ... Overgheschreven by †. Rott. 1608. 4o.
Tiele, Mémoire bibliogr. sur les journaux des navigatenrs, p. 211.
| |
Eenen der lidmaaten derredenryke van St. Winoks-bergen. [Bruno Zweerts.]
Eenen der lidmaaten derredenryke van St. Winoks-bergen. [Bruno Zweerts.]
Tancredo. Treurspel in rijm, vertaald door †. Gent, 1785.
Er bestaan ook uitgaven: Amst. 1763. - Ald. 1778. 2e dr. - v.d. Marck 1417.
| |
Een en genoeg. [Zinspr. van D.V. Horenbeeck, Schrijfmeester der latijnsche school te Haarlem.]
Een en genoeg. [Zinspr. van D.V. Horenbeeck, Schrijfmeester der latijnsche school te Haarlem.]
Zie zijn lofdicht voor Ampzing's Beschr. v. Haerlem.
| |
Eenen zijner leerlingen. [R.A. Soetbrood Piccardt.]
Eenen zijner leerlingen. [R.A. Soetbrood Piccardt.]
Herinnering aan J. Heringa, Ez. Door †. Utr. 1840.
| |
Eene zaak bestaat in het doen en uitvoeren. [Zinspr. van Suitb. Purmerent.]
Eene zaak bestaat in het doen en uitvoeren. [Zinspr. van Suitb. Purmerent.]
| |
Een gheeft leven. [Zinspr. van J. Andriesz.]
Een gheeft leven. [Zinspr. van J. Andriesz.]
| |
Een goed geweten en een goed oogmerk is een gewisse troost. [Zinspr. van Joost Buek.]
Een goed geweten en een goed oogmerk is een gewisse troost. [Zinspr. van Joost Buek.]
| |
Een harer leeraren. [D.M. Kaakebeen.]
Een harer leeraren. [D.M. Kaakebeen.]
Leerrede over Joh. XVI. 51 met
| |
| |
eene voorafspraak aan de Nederl. Hervormden te Amsterdam, door †. Amst. 1833.
| |
Een harer werkende leden. [J. Broekhoff Bz.]
Een harer werkende leden. [J. Broekhoff Bz.]
De schuldbekentenis of de brieventasch van kapitein van Rinsum. Tooneelspel in vijf bedrijven en een voorspel. (Vrij gevolgd naar het Fransch.) Opgedragen aan de Rederijkkamer ‘Orion’ te Wormerveer, door †. Zaandam, J. Heijnis Tsz. 1858.
| |
Een hooft alleen. [Zinspr. van W.D. Hooft.]
Een hooft alleen. [Zinspr. van W.D. Hooft.]
| |
Een ick meer. [Zinspr. van J. Robbertz.]
Een ick meer. [Zinspr. van J. Robbertz.]
| |
Een in 't gedacht. [Zinspr. van D. Coleveldt.]
Een in 't gedacht. [Zinspr. van D. Coleveldt.]
| |
Een in 't hart. [Zinspr. van J.J. Colevelt.]
Een in 't hart. [Zinspr. van J.J. Colevelt.]
In: ‘Nieu-jaar-lieden wtghegheven by de Ned. academie’ 1618-1622.
| |
Een is best. [Zinspr. van M.W. de Jonge.]
Een is best. [Zinspr. van M.W. de Jonge.]
| |
Een is noodigh. [Zinspr. van Karel van Mander.]
Een is noodigh. [Zinspr. van Karel van Mander.]
Gedichten in: ‘Den nieuwen verbeterden Lusthof’ enz. 1607.
| |
Een is noodigh. [Zinspr. van L.C.L.H ....]
Een is noodigh. [Zinspr. van L.C.L.H ....]
| |
Een is 't alleen. [Zinspr. van Jan Willemsz. van Haarlem.]
Een is 't alleen. [Zinspr. van Jan Willemsz. van Haarlem.]
Een referein in: ‘De Witte Angieren... 5 Juny 1648.’ (Bibl. v. pamfl. 3322.)
| |
Een loopt altijt. [Zinspr. v. Elias Willems]
Een loopt altijt. [Zinspr. v. Elias Willems]
| |
Een of geen. [Zinspr. van Pt. Nootmans.]
Een of geen. [Zinspr. van Pt. Nootmans.]
Zie op P. N,
| |
Een of geen. [Zinspr. van C. van Kerkwyck.]
Een of geen. [Zinspr. van C. van Kerkwyck.]
| |
| |
| |
Een O in 't cijfer. [Zinspr. van Robert Robbertsz le Canu.]
Een O in 't cijfer. [Zinspr. van Robert Robbertsz le Canu.]
| |
De Noordsche rommel-pot Jerem. I. vers 13.... (Get. †.) z. pl. en jr. [1608.] fol.
De Noordsche rommel-pot Jerem. I. vers 13.... (Get. †.) z. pl. en jr. [1608.] fol.
| |
Een ure geltet al. [Zinspr. van Joost van Gameren.]
Een ure geltet al. [Zinspr. van Joost van Gameren.]
| |
Een ure betaalt het al. [Zinspr. van Pieter van den Broecke.]
Een ure betaalt het al. [Zinspr. van Pieter van den Broecke.]
| |
Een van Camperts dankbare leerlingen. [Dr. T.T. Kroon.]
Een van Camperts dankbare leerlingen. [Dr. T.T. Kroon.]
In: ‘Bijvoegsel der Amsterd. Courant’ van 31 Aug. 1877.
Zie Levensber. v. Letterkunde, 1877, bl. 230.
| |
Een van drien. [Zinspr. van C. Biestkens.]
Een van drien. [Zinspr. van C. Biestkens.]
| |
Een van syn Excellenties suite. [Balth. Coyet.]
Een van syn Excellenties suite. [Balth. Coyet.]
Historisch verhael of beschryving van de voyagie, gedaen onder de suite van den heer Koenraed van Klenck, Extra-ord. Ambassadeur van ... de Staten Generael ... Beschreven door †. Amst. 1677. 4o.
Meulman 5582.
| |
Een voor al. [Zinspr. van J.D. Neeff.]
Een voor al. [Zinspr. van J.D. Neeff.]
| |
Een voor al. [Zinspr. van J. Vederman.]
Een voor al. [Zinspr. van J. Vederman.]
| |
Een voor all. [Zinspr. van G.C. Houtesteyn.]
Een voor all. [Zinspr. van G.C. Houtesteyn.]
Meulman 2486.
| |
Een vry gemoet is 't beste goet. [Zinspr. van W. Zimmers.]
Een vry gemoet is 't beste goet. [Zinspr. van W. Zimmers.]
| |
Een wiens naeme noch onbekent is. [Melis Stoke.]
Een wiens naeme noch onbekent is. [Melis Stoke.]
Hollandtsche riim-kronyk, inhoudende de geschiedenissen der Graven van Hollandt tot het jaer 1305. Door † voor 286 jaren beschreven... t' Amst. 1591. fol.
Latere uitgaven zijn met naam.
| |
Eer boven gelt. [Zinspr. van Henricus Goltzius.
Eer boven gelt. [Zinspr. van Henricus Goltzius.
| |
| |
| |
Eer den Koning. [Zinspr. van J. van Hoorn.]
Eer den Koning. [Zinspr. van J. van Hoorn.]
| |
Eerlijk en opregt. [Zinspr. van Arn. Moonen.]
Eerlijk en opregt. [Zinspr. van Arn. Moonen.]
| |
Eerman. [Jeronimo de Vries.] In ‘de Arke Noachs.’
Eerman. [Jeronimo de Vries.] In ‘de Arke Noachs.’
| |
Eer 't best. [Zinspr. v.J. Crabbe de Jonge.]
Eer 't best. [Zinspr. v.J. Crabbe de Jonge.]
| |
Eert Christus Vendel. [Zinspr. van Joost de Vendelen.]
Eert Christus Vendel. [Zinspr. van Joost de Vendelen.]
Zie op J.D.V.
| |
Eer voor goet. [Zinspr. van D.A. Heemste.]
Eer voor goet. [Zinspr. van D.A. Heemste.]
| |
Eer voor gout. [Zinspr. van Joris Klaerbout.]
Eer voor gout. [Zinspr. van Joris Klaerbout.]
| |
E: F: i.e. Evertit Falsum. [Denkelijk Everhard Valk, Med. Dr. te Kampen.]
E: F: i.e. Evertit Falsum. [Denkelijk Everhard Valk, Med. Dr. te Kampen.]
Histories verhaal, van het geen te Campen in den jare 1740 en 1741 is voorgevallen tusschen Raad en Meente, vervat in twee brieven van een Gemeensman van die stad aan een goed vrind in Holland geschreven, en door deselve vrind met twee brieven beantwoord, vol van staatkundige en historische aanmerkingen, noodzakelyk voor alle ware liefhebbers van vryheid om te weten, als behelzende een beschryvinge van de fondamentele regering van dit land, en dat de souveraniteit by 't volk resideerd, schoon se door eenige weinige word gerepraesenteerd. Laudatur ab his culpatur ab illis. Tweede druk. Te Grolle, by Jasper Jochems Keerweer, 1743. 4o.
Onder dé opdragt: †. - Dat Valk zelf de schrijver moet zijn van dit ter zijner verdediging uitgegeven stuk, blijkt m.i. daaruit, dat een auder bezwaarlijk de gegevens hiertoe kon hebben. Dat Joh. Arn. Langerak te Leiden ook het Verhaal drukte is waarschijnlijk. - Zie ook op E.V.M.D. en E.F.Z.D.
| |
Effen de kleinzoon, Justus Sincerus van - [Mr. Jac. Scheltema.]
Effen de kleinzoon, Justus Sincerus van - [Mr. Jac. Scheltema.]
Stukken in ‘de Spiegel.’
| |
| |
| |
Effendi Mehim Bachi, Amurath - [Dr. Pieter van Woensel.]
Effendi Mehim Bachi, Amurath - [Dr. Pieter van Woensel.]
a. | De Lantaarn voor 1792 door †. Amsterdam, 1792. 24o. |
b. | De tweede Lantaarn voor 1796, door †. Ald. 1796. 24o. |
c. | De derde Lantaarn voor 1798, door †. Ald. 1798. 24o. |
d. | De vierde Lantaarn voor 1800, door †. Ald. 1800. 24o. |
Jaargang 1801 verscheen met den naam des schrijvërs.
| |
E fonte sincero. [Zinspr. van Eduard Feitama.] Aa.
E fonte sincero. [Zinspr. van Eduard Feitama.]
Aa.
| |
E.F.Z.D. [Denkelijk Everhard Valk, Med. Dr. te Kampen.]
E.F.Z.D. [Denkelijk Everhard Valk, Med. Dr. te Kampen.]
Verhandelinge over het Regt van Seclusie, nevens een verhaal wat daar omtrent in 't jaar 1728 te Campen is voorgevallen. Waar in middag-klaar word aangetoond dat de stad geen wet heeft, nog ooit gehad heeft, die enige Vreendelingen, buiten, of binnen de zeven vereenigde Provincien geboren, buiten Regering sluit. Ter gelegenheid van het onwettig keeren van den Heer Lucas Bols, in 't jaar 1728, als een Deductie opgesteld door H.V.R., en by een verzameld door L.B.S. [Lucas Bols?] En met aantekeningen verrykt door †. Te Grolle, by Jochem Jaspers Keerweer, 1743. 4o.
Zie op E: F: en op E.V.M.D.
| |
E.G. [Een Geloovige = Mr. C.J. van Heusden Jz.]
E.G. [Een Geloovige = Mr. C.J. van Heusden Jz.]
Brief aan een vriend over de studie der christelijke anthropologie. Door †. Utrecht, 1838.
| |
E.G.
E.G.
Zie op De Philanthrope onder de Naaml. geschr.
| |
Eggermond, J. - [Jan Schuitemaker te Purmerend.]
Eggermond, J. - [Jan Schuitemaker te Purmerend.]
Artikelen in de ‘Purmer. Courant.’
| |
E.G.I.S. Zie op P.H.G.
E.G.I.S. Zie op P.H.G.
| |
E.H. [Herckmans.]
E.H. [Herckmans.]
Theatrum victoriae, ofte het thooneel der zee-slagen, uytbeeldende alle de
| |
| |
treffelycke overwinningen binnen 40 jaren... verkregen... (Aan het slot get. †.) 's Grav. 1641. 4o.
Bibl. v. pamfl. 2760.
| |
E.H.E. [Ehrenfels Med. Cand.]
E.H.E. [Ehrenfels Med. Cand.]
Ter nagedachtenis van onzen geliefden vriend B.C. van Dorp. Leyden bij Herdingh en Zoon, 1815.
Deels door A. Boxman, niet naamloos; deels door †.
| |
E.H.J. [Fr. Adr. van der Kemp, Doopsg. Pred. te Leiden.]
E.H.J. [Fr. Adr. van der Kemp, Doopsg. Pred. te Leiden.]
a. | Antwoord van een koopman te Amsterdam aan een heer uit Twenthe op deszelfs Tweeden brief over de Drostendiensten in Overijssel. (Get. †. Gedagt. 11 Febr. 1779.) Zijn te bekomen... (enz.)
Behoort tot de ‘Stukken over de Drostendiensten in Ov. Meest uitgeg. en bijeen verzameld door Fr. Ad. van der Kemp. Te Leyden, bij L. Herdingh 1785.’
|
b. | Aenspraek aen Zyne Doorl. Hoogheid Willem V, Neerlands dierbaeren Erfstadhouder, zynde een vervolg op 't vers agter den Tweeden brief over de Drostendiensten in Overyssel door †. Amst. (1779.) |
c. | Lierzang aan de Heeren F.J.J. Eysinga, S.H. Roorda van Eysinga, H. Buma, F.B. Aebinga van Humalda, R.L. van Andringa de Kempenaer, J. Wieringa, C.L. van Beyma, protesterende leden in den Raad van Friesland, tegen de resol. van 1 Sept. 1779. over de onbepaalde Convooijen... door †. Leid. 1780.
De uitgever L. Herdingh, werd wegens dezen Lierzatig in eene boete geslagen. Van der Kemp maakte zïch toen openlijk als schrijyer bekend, waarvan eene criminele procedure het gevolg was, welke eehter ten zijnen gunste afliep. Zie het vlugschrift: Het schandelijk gedrag door Mr. Pieter Markus als Hoofdofficier der stad Leyden ... tegens ... F.A. van den Kemp ... en L. Herding ... in een brief van een vriend aan een vriend, door Justus de Regt. 's Hage, 1782. bl. 14 e.v.
|
d. | Aenmerkingen over de Verklaring der Unie van Utrecht, door den wel-edelen heere en meester Pieter Paulus, in drie brieven aen een heer van regeering geschreven door †. Zijn te bekomen ... (enz.)
Deze drie brieven werden weldra gevolgd door 2 niet naamlooze: Te Leyden bij L. Herdingh, 1781.
|
| |
| |
| |
E.H.J.... e geb. van L. [Fr. Adr. van der Kemp?]
E.H.J.... e geb. van L. [Fr. Adr. van der Kemp?]
Lierzang aen de Batavieren, by geleg. der gemaektc schikkingen tusschen den Koning van Engeland en onzen Staet... (Get. †. Gedagt, A.....m den 3 Jan. 1779.) Leyden, 1779.
| |
Eibesius. [E.J.B. Schonck, Rector te Nijmegen.]
Eibesius. [E.J.B. Schonck, Rector te Nijmegen.]
De vermakelyke Slaa-tuintjes. Ad fidem veterum membranarum sedulo castigati curis Eibesii. Trajecti ad Rhenum, apud J.C. ten Bosch, 1775.
Geestige spotternij op het werk van den Hoornschen Praeceptor Joannes Fortman, getiteld: ‘Dichtlievende Mengelingen, verzeld van Taal- en Dichtkundige Aanmerkingen. Hoorn, 1772.’ De aanteekeningen dienden tot opheldering der verouderde door den schrijver gebezigde woorden. De Slaa-tuintjes zijn een werk in den smaak. van het fransche ‘Chef-d'oeuvre d'un inconnu.’
| |
Eikenhorst, L. van -[Johan de Vries.]
Eikenhorst, L. van -[Johan de Vries.]
De verborgenheden van Amsterdam. Door †. Te Amsterdam, bij S.H. Spree, 1844. 4 dln.
| |
E.J.P. [Potgieter.]
E.J.P. [Potgieter.]
Stukken in ‘de Gids.’
| |
Eirenophilus, Eubulus - [Jac. Trigland.]
Eirenophilus, Eubulus - [Jac. Trigland.]
Oorspronck vande swarigheden, ende voor-slagh tot reddinghe in de kercken van Hollandt. Door †. Amst. 1617. 4o.
Later opgenomen in zijne ‘Opuscula.’.
E.L.C. [Prof. H.J.A.M. Schaepman, Rector van het Seminarie te Rijsenburg.]
Artikelen in ‘de Wachter.’
Volgens mededeeling van den schrijver hebben de letters meer dan ééne beteekenis, doch zijn ze o.a. ontleend aan zijne moeder (la Chapelle.)
| |
Elck heeft geern syn ooghwit, maar die verwint het al bezit. [Zinspr. van Anna van der Smisse.]
Elck heeft geern syn ooghwit, maar die verwint het al bezit. [Zinspr. van Anna van der Smisse.]
| |
Elck heeft syn deel. [Zinspr. van Joseph Lamorlet.]
Elck heeft syn deel. [Zinspr. van Joseph Lamorlet.]
| |
| |
| |
Elck heeft syn tyd. [Zinspr. van E.G.B.]
Elck heeft syn tyd. [Zinspr. van E.G.B....]
Bibl. v. pamfl. 1608.
| |
Elck heeft zyn kruys. [Zinspr. van C. van der Cruyssen.]
Elck heeft zyn kruys. [Zinspr. van C. van der Cruyssen.]
| |
Elck Hoor-naer 't Groede. [Zinspr. van Charles Hoornaer.]
Elck Hoor-naer 't Groede. [Zinspr. van Charles Hoobnaer.]
Lofdichten voor J.v.d. Veens Adamsappel en andere werken.
| |
Elck is schuldich. [Zinspr. van Math. Kueser.]
Elck is schuldich. [Zinspr. van Math. Kueser.]
| |
Elck is sondich. [Zinspr. van S.D. Questiers.]
Elck is sondich. [Zinspr. van S.D. Questiers.]
In: ‘Nieu-jaar-lieden wt-ghegheven by de Nederd. academie’ 1618-1622.
| |
Elck man doe recht. [Zinspr. van Adam van Mander.]
Elck man doe recht. [Zinspr. van Adam van Mander.]
| |
Elck man rader. [Letterkeer van Carel van Mander.]
Elck man rader. [Letterkeer van Carel van Mander.]
| |
Elk mensch moet kempen. [Zinspr. van Abraham Kemp.]
Elk mensch moet kempen. [Zinspr. van Abraham Kemp.]
| |
Elck raapt wat. [Letterkeer van P. Adriaensz.]
Elck raapt wat. [Letterkeer van P. Adriaensz.]
| |
Elck spiegele hem zelven. [Zinspr. van Jacob Cats.]
Elck spiegele hem zelven. [Zinspr. van Jacob Cats.]
| |
Elck syn beurt. [Zinspr. van Corn. de Bruyn, Boekdr. te Amst.]
Elck syn beurt. [Zinspr. van Corn. de Bruyn, Boekdr. te Amst.]
Haegsche Mercurius of verscheyde post-tydingen... (Get. †. Onderaan:)
Ghedruckt in 't misverstand.
In 't bly-eynde spel van Lalalandt. [1661.] In plano.
| |
Elck syn sin. [Zinspr. van J.R. van de Gavere.]
Elck syn sin. [Zinspr. van J.R. van de Gavere.]
| |
Elck syn waarom. [Zinspr. van Maria Tesselschade Visscher.]
Elck syn waarom. [Zinspr. van Maria Tesselschade Visscher.]
| |
Elck toon beteringh. [Zinspr. van J. Detringh.]
Elck toon beteringh. [Zinspr. van J. Detringh.]
| |
Elck wat wils. [Zinspr. van Roemer Visscher.]
Elck wat wils. [Zinspr. van Roemer Visscher.]
| |
Elders rust. [Zinspr. van Jan van der Veen.]
Elders rust. [Zinspr. van Jan van der Veen.]
Blijkens zijn ‘Adams-appel.’
| |
| |
| |
Elen, Paul van - [Jozef van Hoorde.]
Elen, Paul van - [Jozef van Hoorde.]
a. | Zielenadel; comedie in één bedrijf. Door B. Blok en †. Antw. 1869. |
b. | Nijd en hoogmoed. Tooneelspel in vier bedrijven. Door †. Ald. 1871. |
c. | De stiefdochter. Tooneelspel in vier bedrijven. Door †. Ald. 1872. |
H.E.B.
| |
E.L.E.O.D.H.O. [Een Liefhebber En Onderzoeker Der Hollandsche Oudheden = Fr. van Limborch.]
E.L.E.O.D.H.O. [Een Liefhebber En Onderzoeker Der Hollandsche Oudheden = Fr. van Limborch.]
Brief behelzende twee preuven, dat het Hof van Holland voor den jaare 1429 is opgerigt, geschreven aan H.Z.D.V.A.R.D.J.M. [Mr. J. De Riemer, Advokaat Voor Den Zelven Hove] door †. Tot Amsterdam, 1711. - Leyden, P. van der Aa ... 1717. fol. en 8o.
Zie Teg. Staat der Ver. Ned. IV. 216.
| |
Eleutherius, Aletophilus - [E.W. Uchtman.]
Eleutherius, Aletophilus - [E.W. Uchtman.]
Onderzoek van het gevoelen van Prof. van der Marck, benevens der tegenwerpingen tegens hetzelve ingebracht, nopens de vragen: 1. Of het met de regelen van eene gezonde staatkunde overeenkomstig zij, het Rom. regt in ons vaderland tot een hulpregt aan te neemen. - Dan of het met die regelen beter overeenkomt de natuurlijke billijkheid te volgen? 2. Welk een nut en gezag het Rom. regt hebbe in het beslissen van pleitzaken in de prov. van Groningen en Ommelanden? Door †. Gron. Lubbartus Huizingh. 1767.
Zie het ‘Waarachtig Verhaal van het geene omtr. het Hoogleeraarsambt van Mr. F.A. van der Marck is voorgevallen ... enz.’ bl. 15.
| |
Eleutherophilos. [Paulus Hubert Adriaan Jan Baron Strick van Linschoten.]
Eleutherophilos. [Paulus Hubert Adriaan Jan Baron Strick van Linschoten.]
Vertraute Briefe während eines Durchflugs dureh einen Theil der nördlichen Provinzen des Königreichs der Niederlande im Sommer des Jahrs 1817 in topographischer, historischer, politischer, literarischer und religioser Hinsicht an einen Freund geschrieben von †. Germania, 1818. 3 dln.
| |
| |
In het Hollandsch vertaald en met eene enkele aanteekening vermeerderd ouder den titel Herinneringen van den Baron Strick van Linschoten. Naar het Hoogduitsch bewerkt door een Staatsman 1857. Wederkeerig bevat de duitsche uitgave meer dan de hollandsche.
| |
Eleutherus, Philalethes - [W. de Vos.]
Eleutherus, Philalethes - [W. de Vos.]
Over den slaaven-stand. Door †. Met eenige aanteekeningen en een voorbericht van den uitgever J. van Geuns ... Leyden, 1797.
Doopsgez. Bibl. te Amst. I. 96.
| |
Eleutherophilus, Janus - [J.K. Valk, Pred. te Leiden.]
Eleutherophilus, Janus - [J.K. Valk, Pred. te Leiden.]
Verhandeling over de openlijke godsdienst-oeffening der Remonstranten ... Door †. Leyden, 1770.
Rogge, Bibl. v. Rem. geschr. bl. 224.
| |
E.L.J. [Jacobson.]
E.L.J. [Jacobson.]
Antwoord op de bedenkingen van Mr. H.H. Tels over de wijze van verkoopen der Nederlandsche Handelmaatschappij. Door †. Rotterd., 1848.
Blijkens een later geschrift van den schrijver.
| |
Elieser, Philaletius - [Dr. Willem Anslaer, Pred. te Amsterdam.]
Elieser, Philaletius - [Dr. Willem Anslaer, Pred. te Amsterdam.]
a. | Een sonderlingh discours van de swevende kerckelycke verschillen, ende ontdeckinge van de quade trouwe en onverstandt van Irenaeus Philaletius in sijn bittere antwoorde op de vrage Wat is Coccejanerye? Door †. Middelburg 1674. 4o.
De la Ruë bl. 161. Bibl. van pamfl. 7224. Ik trof ook eene uitgave Amst. 1674 aan met weglating der 9 eerste woorden des titels. Ook met den volgenden titel zal wel hetzelfde geschrift bedoeld zijn.
|
b. | De verkeerde antwoord van Irenaeus Philalethius op de vrage: Wat is Coccejancry? ondersogt en wederlegt door †. Amst. 1671. 4o. - Ald. 1686. |
| |
Eliezer, Patrophilus - [Petrus Hamer.] Aa.
Eliezer, Patrophilus - [Petrus Hamer.]
Aa.
| |
Eligius. [Dr. Eelco Verwijs.]
Eligius. [Dr. Eelco Verwijs.]
Ballade. (In de ‘Prov. Friesche Courant’ 19 Dec. 1867.)
| |
| |
| |
Eliot, George - [Mary Anne Lewes geb. Evans.]
Eliot, George - [Mary Anne Lewes geb. Evans.]
Al hare werken (Adam Bede, Felix Holt, Romola, Silas Marner, The mill on the floss, Daniel Deronda, Middlemarch, enz.) zijn in het Hollandsch meer dan eens vertaald uitgegeven.
| |
Elise. [Mevr. E. van Calkar geb. Schiötling.]
Elise. [Mevr. E. van Calkar geb. Schiötling.]
a. | Rongmans huisgezin. Iets voor de vrouwen. Door †. Haarl. 1846. |
b. | Vertellingen van de oude tante Christina. Een zevental verhalen door †. Amst. 1848. - Ald. 1857. |
c. | Blikken in het rond, naar binnen en naar boven. Door †. Amst. 1850. - Ald. 1852. |
d. | Hermine. Door †. Schoonhoven, 1850. 2 dln. |
e. | Feestklanken en lijdenstoonen. Door †. Sohoonh. 1852. |
f. | Gebeden in poëzy en proza, bij verschillende gelegenh. voor kinderen van onderscheiden leeftijd. Door †. Amst. 1851. |
g. | Beeldspraak der natuur. Een volksdagboek ... Naar het Engelsch van C. Scriver door †. Schiedam, 1853. - Ald. 1857. |
h. | Eene star in den nacht. Schetsen uit het laatst der XVe eeuw door †. 's Hert. 1853. 2 dln. |
i. | Wat is de winter voor armen en rijken? Door †. 's Hert. 1855. |
k. | Moeders a.b.c. boekje. ‘Wat lekkers uit keuken en tuin. Door †. Amst. 1856. |
l. | Wiens zal het zijn? en andere oorspr. novellen, schetsen en beelden van † en anderen. Kampen, 1856. |
m. | Och wat lieve prentjes! Door †. 2e druk. Amst. 1857. |
n. | Belofte maakt schuld. Een nieuw geschenkje door †. 2e druk. Amst. 1857. |
Enz.
| |
Elkatan Ree Almelech. [Johannes van der Waeijen Sr.]
Elkatan Ree Almelech. [Johannes van der Waeijen Sr.]
† aan Gamaliel Conradinus, voorstander der gemeente van Philadelphia. Middelburg, 1675.
De la Ruë, bl. 251.
| |
| |
| |
Elk heeft zijn deel. [Zinspr. van Jozef Lamorlet te Antwerpen.]
Elk heeft zijn deel. [Zinspr. van Jozef Lamorlet te Antwerpen.]
| |
Elk speelt zijn rol. [Zinspr. van Karel Verlooven.]
Elk speelt zijn rol. [Zinspr. van Karel Verlooven.]
| |
Elk zijn keur en deel. [Zinspr. van A. van Hulkenroy.]
Elk zijn keur en deel. [Zinspr. van A. van Hulkenroy.]
| |
Elk zijn wijs. [Zinspr. van Mr. Jacobus van Lennep.]
Elk zijn wijs. [Zinspr. van Mr. Jacobus van Lennep.]
| |
Elmeguidi, Emilius - [Jhr. Matthijs van de Merwede Hr. van Clootwijck.]
Elmeguidi, Emilius - [Jhr. Matthijs van de Merwede Hr. van Clootwijck.]
Alle de schimpdichten van Decius Junius Juvenalis en A. Persius Flaccus, door verscheide dichteren in Nederduitse vaarzen overgebracht. Te Haarlem, by Wilhelmus van Kessel, 1709.
Van welken vertaler elk stuk is, blijkt uit den voor den bundel gevoegden Naamwyzer; van † is grootendeels het laatste gedeelte bevattende Alle de Schimpdichten van A. Persius Flaceus (met afzonderlijken titel, doch bij die van Juvenalis behoorende), terwijl op bl. 54 eene vertaling van het 13e Schimpdicht van Juvenalis voorkomt, waar hij zich met zijn waren naam noemt. Deze befaamde dichter, door Scheltema ten onregte Michiel van Muylwijck gezegd van de Merwede of Matthijs van Muylwijck Heer van Clootwijck genoemd, is het best vermeld bij v.d. Aa, die echter klaarblijkelijk dezen bundel niet onder oogen heeft gehad.
| |
Elst. [A. Nieuhof.]
Elst. [A. Nieuhof.]
Parijsche brieven. (In de ‘Deventer Courant.’)
| |
E.M. [Jhr. Everard Meyster]
E.M. [Jhr. Everard Meyster]
a. | Hemelsch land-spel of Grodenkout der Amersfoortsche landdouwen.... Zong † in Nimmerdor... Amst. 1655. 4o.
V. d. Marck 279.
|
b. | Poëtische policy over het eerste boek van de staetkundige aelouwheyt der Romeynen. Door †. Tot Druckdam [Utrecht?] 1656.
Scheltema, Meng. V. 2. bl. 227; Navorscher IIIa. bl. LXVI.
|
c. | Defency of beweering voor den duy vel, bestaande in deughdstichtelijke
|
| |
| |
|
sendbrieven d' onstichte Stichtenaars van 't Sticht Utrecht toegezonden. Door † 2de druk. Utr. 1670. 12o.
Navorscher I. 149.
|
d. | Kort begrijp der sinne-beelden en vertooningen over de langhgewenschte vrede; verbeeldt ende vertoont tot Utrecht om de huysen van †. Utr. [1667.] 4o.
Meulman 4423.
|
e. | Deductie ofte bewysselyke bedenking, belangende de Eemsche zeevaard .... Door †. Utr. 1664. - Ald. 1670. 4o. |
f. | Klucht van de spitshoedige menschen met hooge verdiepingen en lage verstanden. Door †. Utr. 1671. 4o.
Cat. P.v. Musschenbroek bl. 58; Bibl. Harlemensis, III. p. 116.
|
g. | Nut-noodige vermaningh; aen de hack-hooge geschoende menschen trots tredende op haar te'en...; beschreven en berijmt door †. Tot Hackensteyn [Utrecht] 1671. 4o.
Meulman 4683.
|
h. | Concept-verbod of reeden-spraeck; tegens alle pickswarte kleedren. Uytgesprooken binnen Reedenborgh op den eersten dagh der dagen, van 't jaar 1671. Door †. Tot Druckendam, [Utrecht] 1671. 4o.
Meulman 682.
|
| |
E.M., Jhr. - [Jhr. Everard Meyster.]
E.M., Jhr. - [Jhr. Everard Meyster.]
Het eerste deel der Goden Landspel van Amersfoort, van 't nieuw stadhuis binnen Amsterdam, gespeelt en vertoont aldaar a. 1655, weleer door † gerymt; met uytleggingh verlicht en verciert door D.v.W. 2en druk. Amst. z. jr.
| |
E.M. [Melton.]
E.M. [Melton.]
Aenmerkenswaerdige en zeldzame West-Indische zee- en landreizen, door de Caribische eilanden, Nieuw-Nederland, Virginien en de Spaansche West-Indiën... door †. Amst. 1705. 4o.
Herdruk van het 2e gedeelte (bl. 121-225) van Melton's Zee- en landreysen door verscheyde gewesten der wereld. Amst. 1681.- Ald. 1702. 4o.
| |
Emanuel altydt. [Zinspr. van Frans Hoefnagel.]
Emanuel altydt. [Zinspr. van Frans Hoefnagel.]
| |
| |
| |
Emanuel quis contra nos? [Zinspr. van Emanuel van Meteren.]
Emanuel quis contra nos? [Zinspr. van Emanuel van Meteren.]
| |
E.M.D. [Een Medicinae Doctor = Dr... Bezelt.]
E.M.D. [Een Medicinae Doctor = Dr... Bezelt.]
Het werkje getiteld: De jenever verdedigd door Dr. J.R. van Maanen, getoetst door †. Tiel, 1845.
| |
Emmerick, Jacob van - [Jacob Joosten Tolck.]
Emmerick, Jacob van - [Jacob Joosten Tolck.]
De groote wonderlijcke oorlogen ende geschiedenissen, tusschen sijn Kon. Maj. van Polen ende Sweeden, als mede tusschen de Starosten ende Weywoden ende Cosacken, als mede den Grootvorst van Moscovien. In de Provintie van Groot ende Kleyn Polen, Littouwen, Lijflandt ende Courlandt ende Pruyssen .... Beschreven door ... †, die veel van de principaelste dingen selve gezien heeft. t' Amsterdam, gedr. voor den autheur, daer de boecken te bekomen sijn. In 't jaer 1657. 4o.
‘De schrijver,’ zoo wordt Bibl. v. pamfl. 4545 medegedeeld, blijkt uit een ander door hem geschreven boekje, getiteld: De groote wonderlijcke wereldt (Amst. 1659 4o.), waar hij zich noemt Jacob Jooste Tolck, Geoctr. Dienaer van de H.M. Heeren Staeten, tolk bij een of meer gezantschappen naar de Oostersche landen. Hij schijnt een Israëliet te zijn geweest.
| |
E. Musis Aeternitas. [Zinspr. van J. Cleiburg of Clyburg].
E. Musis Aeternitas. [Zinspr. van J. Cleiburg of Clyburg].
Flora's bloem-warande in Holland, alwaar haare heerlijkheid weer ten troon werd verheven, geviert en aangebeden van Flora's lievelingen. Beschreven door 't Kunstgenootschap †. t'Amst. by Dirk Swart, boekverkoper in de Oude Lelystraat 1734-1736. 3 dln.
Hij schreef onder die spreuk eene menigte tooneelstukjes (1718-1726); welligt was hij ook van dit stukje de schrijver.
| |
End' moet de last dragen. [Zinspr. van J. Hooywagen.]
End' moet de last dragen. [Zinspr. van J. Hooywagen.]
| |
Epimetheus, Den literator - [A.J. ten Brink.]
Epimetheus, Den literator - [A.J. ten Brink.]
Kees Kregels liefdes avonturen, of
| |
| |
de Noordsche Don Juan. Episch gedicht van †. Leiden, A.W. Sijthoff 1871.
Uitg.
| |
E.P.L.J.C. [Eerw. Pater Ludov. Jacobus Cortracus.]
E.P.L.J.C. [Eerw. Pater Ludov. Jacobus Cortracus.]
Het wonderlijck leven van de eerbare, devote ende H. Maghet Lydwina. Eerstmael beschreven in de Latynsche taele door P.J. Brughman ... Nu overgheset ... door † Priester der Soc. Jesu. Antw. 1757.
Navorscher III. 41.
| |
E.P.N.R.S.J.
E.P.N.R.S.J.
Zie op AE.G.
| |
Ergert niemandt. [Zinspr. van C. Argiers.]
Ergert niemandt. [Zinspr. van C. Argiers.]
| |
Erica. [Cornelia Carolina Maria Luyken.]
Erica. [Cornelia Carolina Maria Luyken.]
a. | Dichtregelen ontleend aan den Bijbel. Uitgeg. ten voordeele van het Ned. Zendeling-genootschap door †. Steenwijk, 1852. |
b. | Herinneringen en beelden uit het Lippische land. Door †. Zutphen, A.E.C. van Someren, 1853. |
c. | Harptoonen. Dichterlijke mengelingen door †. Ald. 1854. |
d. | 1568-1868. Herinnering en bede door †. Utr. 1868. |
e. | Heden en verleden. Dichtbundel door †. Utrecht, Kemink en Zoon 1869. |
f. | Een lied in 1870 door †. Ald. 1870. |
g. | Frankrijk. Episoden door †. Ald. 1870. |
h. | Een toon van hulde aan Mevrouw Amersfoort Dijk. Door †. Jan. 1872. Ald. 1872.
F.M. |
| |
Ernest. [Mr. E. Scheidius.]
Ernest. [Mr. E. Scheidius.]
Novellen in tijdschriften.
| |
Ernestine. [Mr. E. Scheidius.]
Ernestine. [Mr. E. Scheidius.]
Novellen in tijdschriften.
| |
Ernst. [Prof. S. Vissering te Leiden.]
Ernst. [Prof. S. Vissering te Leiden.]
a. | Weergevonden. Een kamerspel. (In ‘de Gids’ v. 1874.) |
b. | Tafelkout. (Ald. 1866.) |
| |
Ernst, Pieter - [C.E. van Koetsveld.]
Ernst, Pieter - [C.E. van Koetsveld.]
| |
| |
De ware en valsche verdraagzaamheid, of Eli, Gallio en Paulus. Een woord voor onzen tijd.... door †. Schoonh. 1840.
Uitg.
| |
E.R.S. [A. ter Gunne.]
E.R.S. [A. ter Gunne.]
De wereld en het menschelijk leven. In verhalen. Naar het Deensch, Hoogduitsch en Engelsch. Bijeenverzameld door †. Deventer, A. ter Gunne, 1839.
Uitg.
| |
E.S. [Elias Sandra.]
E.S. [Elias Sandra.]
Ontwerp en beschryvinge om het soet water uyt de riviere de Vegt op driederley wyse te brengen binnen de stad Amsterdam ... Gepractiseerd door †. Amst. 1684. 4o.
Meulman 6024.
| |
Es, Emma - [Marinus Anthonie Sipman.]
Es, Emma - [Marinus Anthonie Sipman.]
Twee om een. Oorspronkelijke roman in twee deelen. Door †. Arnhem, H.W. van Marle, 1874.
H.E.B.
| |
Espérant mieux. [Zinspr. van F.J.M.N....]
Espérant mieux. [Zinspr. van F.J.M.N....]
Bibl. v. pamfl. 633.
| |
Est Deus in nobis. [Zinspr. van J. Norel.]
Est Deus in nobis. [Zinspr. van J. Norel.]
Zijn portret heeft tot omschrift: ‘Est Deus in nobis, agitante calescimus illo.’
| |
Esse non videri. [Zinspr. van Coenr. v. Beuningen.]
Esse non videri. [Zinspr. van Coenr. v. Beuningen.]
| |
E.T.
E.T.
Op het tooneelspel De Graaf van Olsbach door P.J. Kasteleijn, Apotheker te Amsterdam. Door †. Amst. 1778.
‘Van dit schimpvers leerde Kasteleijn later de maakster kennen en vereerde haar graf op het kerkhof te Diemen met een fraai grafschrift.’ Zoo meldt Brender à Braudis in zijn Gesch. en Letterk. Oefeningen, bl. 264, zonder haren naam te noemen. Bedoelde hij er K's tweede vrouw Johanna Christina de Grimo misschien mede?
| |
Eubulus, Christophorus - [Jac. Koelman, Pred. te Sluis.]
Eubulus, Christophorus - [Jac. Koelman, Pred. te Sluis.]
De pointen van nodige reformatie omtrent de kerk en kerkelijken en belij- | |
| |
ders der gereformeerde kerk van Nederland. Door †. Vlissingen, 1678.
Ypey en Dermout (I. aanteek. bl. 218) hebben: Utrecht, 1678.
| |
Euphorion. [W. Mallinckrodt, Pred. in Neerl. Indië.]
Euphorion. [W. Mallinckrodt, Pred. in Neerl. Indië.]
Bijdragen in tijdschriften.
| |
Eusebius. [H.A. Anneveld.]
Eusebius. [H.A. Anneveld.]
Mijn loftrompet gewijd aan den Wel Eerw. ZGel. Heer Woutherus Bekker. Door †. Utr. 1854.
Uitg.
| |
Eusebius, Phileleutherus - [W. de Vos, Doopsg. Pred. te Amsterdam.]
Eusebius, Phileleutherus - [W. de Vos, Doopsg. Pred. te Amsterdam.]
| |
Evangeliedienaar, Een - [Nic. Beets.]
Evangeliedienaar, Een - [Nic. Beets.]
Achttien Junij 1849. Een woord op den jongsten dank- en bededag, gesproken door †. Haarlem, 1849.
| |
Evangeliedienaar, Een niet-modern - [H.M.C. van Oosterzee.]
Evangeliedienaar, Een niet-modern - [H.M.C. van Oosterzee.]
Wat zou vader Molenaar wel van de eerstdaags te verwachten nieuwe gezangen gezegd hebben? Een woord tot de Nederl. Hervormde Kerk door †. Tiel, D. Mijs, 1868.
Letterkunde, Levensber. 1878, bl. 82.
| |
Evangeline. [H.M.C. van Oosterzee Pred. te Oorschot.]
Evangeline. [H.M.C. van Oosterzee Pred. te Oorschot.]
a. | De kajuitsjongen. } door †. Leiden, A.W. Sijthoff, 1856. |
b. | De kleine mijnwerker. } door †. Leiden, A.W. Sijthoff, 1856. |
c. | De reis naar Java. } door †. Leiden, A.W. Sijthoff, 1856. |
d. | Drie maanden onder de sneeuw. } door †. Leiden, A.W. Sijthoff, 1856. |
Vertaald en met aanteekeningen door v.O., terwijl zij tegen zijne bedoeling op naam van † gesteld zijn. (Zie Levensberigten v. Letterkunde, 1878, bl. 84.)
| |
Everwyn, Lieven - [J. Stecher Prof. te Gent.]
Everwyn, Lieven - [J. Stecher Prof. te Gent.]
a. | Korte levensschets van Jacob van Artevelde (1295-1345.) Voor het volk geschreven door †. Gend, z. jr. 16o.
Hierin is een gedicht get. P.V.L. [Paul van Loo.] Vanderhaeghen, V. 56.
|
b. | De eerste-fransche revolutie door †. Gent, 1848. |
B.B.
| |
| |
| |
E.V.J. [Elise van Veere geb. Jordens.]
E.V.J. [Elise van Veere geb. Jordens.]
Kleine novellen in: ‘Het Toilet.’
| |
E.V.M.D. [E. Valk Med. Dr. te Kampen.]
E.V.M.D. [E. Valk Med. Dr. te Kampen.]
Corpus Juris Campensis contractum, of kort te zamen getrokken Kamper regtsgeleert ligchaam en wetboek, inhoudende vele wetenswaardige wetten en willekeuren, getrokken uyt oude en egte stukken sedert het jaar 1334 tot op den huidigen dag. Met vele moeiten en kosten bijeenvergadert, en nu eindelijk met den druk gemeen gemaakt door †. Te Leyden, by Joh. Arn. Langerak, 1740. 4o.
De bekende Kamper regtsgeleerde Herman Croeser of Cruser had voor de stad zijner geboorte uit de oude costumen een ontwerp-stadregt gemaakt, dat wel nooit tot wet verheven, maar toch in groote waarde gehouden werd op het Stadhuis te Kampen; van dit ontwerp nu kocht Evert Valk te Kampen een afschrift op eene publieke verkooping, tot de uitgave waarvan hij besloot. Als uitgewerkte prospectus hiervan verscheen bovenstaand stuk; doch de regering van Kampen duidde hem dit niet alleen in hooge mate kwalijk, maar deed hem in hechtenis zetten en veroordeelde hem den 26 Januarij 1740 tot eene geldboete van 300 zilveren dukatons, met bevel het H.S. overtegeven ‘wegens’ zoo luidde het vonnis ‘op eigen autoriteit tot Leijden te hebben doen drukken en verspreiden en alomme verspreiden een Boekje, voerende tot tijtel: Corpus Juris Campensis contractum, in zig bevattende veele impertinentien, zeer stoute en indecente expressien, daarbij de Regeering zeer haatelijk afmalende,’ enz. Zie Chalmot's Biogr. Woordenboek; vgl. voor de procedure hetgeen op bl. 31 en v. van het op E: F: vermelde geschrift voorkomt.
| |
E.v.P. [Een Vlissingsch Predikant = J.J. Brahé.]
E.v.P. [Een Vlissingsch Predikant = J.J. Brahé.]
Historie ofte waerachtich verhael van den oorspronck .. der kerckelijcke beroerten in Hollandt. Wtghegheven door Fred. de Vrij. Op nieuw in 't licht gebracht ... door †. Midd. 1786.
E.v.P. was de uitgever en de schrijver van het voorberigt. Slechts enkele exx. zijn behouden gebleven, daar de Amsterdamsche Burgemeester Temminck de Vrij, een nakomeling des schrijvers, de exemplaren zoo veel mogelijk opgekocht en vernietigd heeft. Zie de Wind, bl. 351. In den Cat. J.W. te Water, p. 318 komt eene uitgave Amst. 1773 voor waarbij aangeteekend wordt: ‘Van dezen druk,
| |
| |
zijn om redenen, niet meer dan twaalf exx. in omloop kunnen gebragt worden, uit Amsterdam gezonden aan den schrijver van het Voorberigt,’ enz.
| |
E.V.V.G. [Een Vriend Van Godsdienst = Bern. van Rees.]
E.V.V.G. [Een Vriend Van Godsdienst = Bern. van Rees.]
Proeve van betoog, dat het den gereformeerden mogelijk en raadzaam zij hunne leeraars zelf te salarieeren .. Door †. Leyden, 1796.
Ten onregte aan Mr. H. van Alphen toegeschreven. Zie Nepveu, bl. 70.
| |
E.V.V.H.H.V.O. [Een Vriend Van Het Huis van Oranje = R.M. van Goens.]
E.V.V.H.H.V.O. [Een Vriend Van Het Huis van Oranje = R.M. van Goens.]
De staatkunde en waare gevoelens van het Hof van Vrankrijk, met relatie tot het Stadhouderschap en jegens de prinsen van het huis van Oranje, uit echte gedenkstukken opgemaakt, en ter overweging aan de Hollandsche natie voorgesteld. Door †. 1 April 1784.
Blijkens aanteek. van den schr. op het ex. der Kon. Bibl.
| |
E.V.W. [Elizabeth van Wauwe.]
E.V.W. [Elizabeth van Wauwe.]
Het gheestelyck maeghden-tuyltjen toe-geeygent aen alle Godt-soeckende maeghden, inhoudende vele geestelijcke gesangen ... gemaeckt door †. t'Antwerpen, by de Wed. van Coenraed Pannes, 1708. 3 dln. 12o.
Cat. Serrure no. 826.
| |
E.W. [Ericus Walten.]
E.W. [Ericus Walten.]
a. | Verantwoordinge van Dr. Gilbert Burnet, van wegen de lasteringen tegen hem uitgestrooid, in een geschrift genaamd Parlementum Pacificum ...
|
| |
| |
|
Uit het Engelsch vertaald door †. 1688. 4o.
Bibl. v. pamfl. 8603.
|
b. | Wederlegginge van het schendschrift genaamd Parliamentum Pacificum. Of een verdediginge van het gemeene belang der waarheid .... Door †. Keulen, Pt. Marteau. 1688. 4o.
Ald. no. 8602.
|
c. | Brief aan een Regent der stad Amsterdam. Behelsende een regtsinnige uytlegginge... van de articulen die Balth. Bekker... heeft overgeleyd.. door †. 's Grav. 1692. |
| |
E.W. [Elizabeth Wolff geb. Bekker.]
E.W. [Elizabeth Wolff geb. Bekker.]
In het tijdschr. ‘de Grysaard’ (1768.)
| |
E.W.G.B. [Elizabeth Wolff geb. Bekker?]
E.W.G.B. [Elizabeth Wolff geb. Bekker?]
De klagende roofzucht of de beledigde onschuld. Tooneelspel, door †. Amst. z. jr.
| |
E.W.v.D. [Mr. E.W. van Dam van Isselt.]
E.W.v.D. [Mr. E.W. van Dam van Isselt.]
Eerstelingen van †. Utrecht, 1816.
| |
Exercitatio omnia potest. [Zinspr. van H. van der Zande.]
Exercitatio omnia potest. [Zinspr. van H. van der Zande.]
| |
Ex-schoolmeester, Een - [J. Th. Buser.]
Ex-schoolmeester, Een - [J. Th. Buser.]
Uit de dierenwereld. Humoristische legenden, in rijmelende kreupelverzen, door †. Deventer, A. ter Gunne, 1860.
H.E.B.
| |
Ex ungue leonem. [Zinspr. van C. de Grieck.]
Ex ungue leonem. [Zinspr. van C. de Grieck.]
|
|