Vereenigde dichtwerken. Deel 1. 1826-1850. Madelieven en avondlamp(1876)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Madelieven en avondlamp Homerus. - Te IJperen bekroond. - Het roosje. Het vinkje van Adolf. Lodewijk van Roo. Zelfopoffering. Lente. Sapho. Aan Petronella Moens. Aan mijne zuster. Het vogelnestje. Herinnering. De vondelinge. Grafkrans voor Petronella Moens. De jonge weduwe. Moederlijden.(Historisch.) De dood van Egmont. Fanny's klacht. De vaderlooze zoon. - Aan Prudens van Duyse. - De ongelukkige moeder. Aan mijn hooggeachten vriend L. van Roo, bij den dood zijner moeder. Aan mijn hooggeachten vriend Prudentius van Duijse, na het ontvangen eener door hem verzamelde bloemlezing van Nederlandsche dichtstukken. De Belgen, beoefenaars van kunst en wetenschap. Aan Lebrun, die de vrouwen de dichtkunst-beoefening verbiedt. Grafkrans. Voor mijn kunstvriend, den dichter J.B.J. Hofman. (Te Kortrijk bekroond.) Grafschrift. Lenore. De jonge moeder. Moedervrees en hoop. Moederliefde. Moederwellust. Huwelijkszaligheid. Aan de Maatschappij van Fraaie Kunsten en Schoone Letteren, te Gent, bij mijne benoeming tot briefwislend lid. Moederangst. De schaapjes. (Naar Mevr. Deshoulières. Arme moeder! De twee visschers. Een nieuwe Steenweg. Keizer Karels afstand van den troon. Hulde aan Gallait, na de beschouwing van zijne meesterschilderij. De kinderkribbe. Elize. Faraïlde. Karel van Poucke. Het geluk. Het Vlaamsche taalcongres. De visscher en de landman. Idylle. Ter wijding van het borstbeeld van Sidronius Hosschius. De twee kinderen. Vaarwel aan mijne lier. Nieuwjaarswensch. - 1849. - Palfyn, uitvinder van de verlostang. Vlaanderens landbouw. - Bij 't Landbouw-Feest, te Diksmuide gevierd. - Landbouw. Het Vlaamsche meisje. Schilderkunst. Lied. Bouwkunst. Lied. Volksliederen.