1913 bedroeg de opbrengst van de successiebelastingen 7,6 pct. van het totale overheidsbudget. In 1956 was deze opbrengst gedaald tot 2 pct. van het overheidsbudget, terwijl hij thans minder dan 1,5 pct. bedraagt. De regeringen na de Tweede Wereldoorlog hebben blijkbaar niet de moeite genomen om de successiebelastingen gelijke tred te laten houden met de stijging van de inkomsten- en omzetbelasting. Natuurlijk moeten de successierechten niet in één dag tot 99 pct. worden opgevoerd. Een wetswijziging, die voorziet in een trendmatige stijging met een zeker aantal percenten per jaar, zal de Nederlandse ekonomie o.i. geen merkbare schade berokkenen. Negenennegentig procent is en blijft echter het doel waarnaar wij streven.
De buitenlandse politiek, zoals wij die voorstaan, heeft eveneens kritiek uitgelokt. De principiële pacifisten achten onze keus voor handhaving van de NAVO ongemotiveerd. Wij willen evenwel niet onnodig onze instrumenten om vrede te kunnen maken uit handen geven en Nederland in een voortijdig isolement storten. Wij menen dat wij voor de landen van het Warschaupakt als gesprekspartner over de Europese veiligheid aanzienlijk meer gewicht hebben, wanneer wij in staat zijn om als lid van de NAVO ook in eigen bondgenootschappelijke kring invloed uit te oefenen.
Anderen menen, dat het inkonsekwent is, dat wij wèl de DDR willen erkennen maar Portugal uit de NAVO wensen te verwijderen. Dit argument kan wel heel gemakkelijk worden ontzenuwd. Wij zijn er voorstander van zowel de DDR als Portugal te erkennen. Wij willen echter niet met Portugal in de NAVO en wij willen evenmin met de DDR in de NAVO. Wij scheren Portugal en de DDR in dit opzicht over één kam. Niet onze visie, maar die van de PvdA is inkonsekwent.
8 oktober 1966
Hans van den Doel en Han Lammers, eindredactie
Adhesiebetuigingen worden gaarne ingewacht bij de redactiesecretaris André van der Louw, Spechtlaan 7, Hoevelaken, giro 1 15 43 77.