| |
| |
| |
| |
VillA-vragen
Vragen na hoofdstuk 3, bladzijde 25
1 | Isolde is geëmigreerd. Ze heeft een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Voelt ze zich helemaal thuis in Suriname? |
2 | Waarom heet dit hoofdstuk: ‘Of de aap huilt of lacht, je hoort geen verschil’? |
3 | Heb je dingen over Suriname gelezen die je nog niet wist? |
4 | Wat gaan Isolde en Martin beleven, denk je? |
| |
Vragen na hoofdstuk 7, bladzijde 59
1 | Wat vind je van de manier waarop Isolde en Martin met elkaar omgaan? |
2 | Wat is er aan de hand met de apen in de kooien? |
3 | Isolde vindt Clay een dief. Ben je het daar mee eens? |
| |
Vragen na hoofdstuk 11, bladzijde 93
1 | Wat vind je van mensen die dieren gebruiken als bolletjes-slikkers? |
2 | Zou jij zijn meegegaan met een tochtje naar het binnenland van Suriname? |
3 | Isolde wil alle dieren van Suriname ontmoeten. Kun je dat begrijpen? |
4 | Wie lost de pepietendiefstal op? |
5 | Tuur en Vreede willen met de gestolen pepieten een school bouwen. Wordt diefstal daardoor minder erg? |
| |
| |
| |
Vragen na hoofdstuk 13, bladzijde 119
1 | Begrijp je waarom Martin het vervelend vindt als Clay ‘bosnegers’ zegt in plaats van ‘Marrons’? |
2 | Wie vind je de slimste van de drie: Clay, Martin of Isolde? |
3 | Wat heeft oma Vreede haar kleinzoon laten beloven? |
4 | Hoe zal het gesprek van baas Tuur en meneer Vreede met Hagens verlopen? |
|
|