XXXII.
Die Ridderschap etc. Doen condt allen luyden, dat voor heer Johan van Wassenaer, heer van Duvenvoorde, Voorschoten, Sterrenberch etc., Stadthouder ende Registermeester by provisie van onse leenen ende den leenmannen hierna genomt, gecomen ende gecompareert zyn in propere persoonen Willem van Portengen, bailliu vande Lier ende Souteveen, ende Cornelis vander Poel, procureur voor den hove van Hollandt, ende hebben (vuyt crachte vande procuratie op hun ende oock op Joncker Godefroy van Camphuyzen ende elcx van hen luyden byzonder by heer Wilhem grave van Commigny ende des heylich rycx bander heer van Hamal, ende Monceaux etc., den 27. der voorleden maendt Juny onder zyn handt ende zegel gepasseert, ende achtervolgende zeker voorgaende schriftelyck contract van coop, in date den 17. derzelver maendt, ende oock de approbatie desselffs heeren van Hamal ende Monceaux daerop gevolcht, gestelt voor inde voers. procuratie, welck contract, approbatie ende procuratie wy beneffens dezen in onzen leenregister van Hollandt hebben doen registreren) ons met halm, hande ende monde opgedragen, overgegeven ende quytgeschouden, sonder eenich recht, actie off toeseggen meer daeraen te behouden, als onze leenmannen wysden, dat recht was, dese navolgende twee parceelen van leenen. Als eerst halff de heerlicheydt vande Lier ende Souteveen, mit pachten, renten, thynsen ende anders allen heuren toebehooren. Ende ten tweeden die wederhelft vande voors. ambachten vande Lier ende Souteveen met heuren toebehoiren, ende dat ten behouve vande heere Jacob van Dyck, erfgezeten tot Salnecke, raedt ende ambassadeur vande Co. Ma. van Sweden, residerende by de Ho. Mog. heeren staten generael der vereenichde Nederlanden, soo is't dat wy de voors. opdrachte, overgifte ende quytscheldinge believende ende danckelick nemende, (behouden ons ende een yegelicken syns rechts) den voors. heer Jacob van Dyck onder de conditien ende stipulatien in den voors.
contracte begrepen, verlyt ende verleent hebben, verlyden ende verleenen mits desen onsen brieve de voors. twee parceelen van leenen, mit heuren appendentien ende toebehooren, hierboven breeder verhaelt, te houden van ons van wegen die graeffelicheydt ende hooge overicheydt van Hollandt ende Westvrieslant, de heere Jacob van Dyck voors. zynen erven ende nacomelingen, elke der voors. twee parceelen tot eenen erffleen binnen after zuster kindt nyet te versterven. Al naer inhouden der ouder brieven ende onze leenregisteren daervan wezende. Ende hiervan heeft ons denzelven heer Jacob van Dyck, hulde, eedt ende manschap gedaen, als't behoorde, in handen vanden heer van Duvenvoorde voors., daer by aen ende over waeren als onze leenmannen van Hollandt, Jor Anthonis van Wassenaer ende Duvenvoorde, heer vander Borch, Jor Willem van Liere, heer van Oosterwyck, Jor Jacob de Hiniosa, Dirck Gool onzen griffier vande leenen, Dirck van Grave ende Abraham van Clermondt. T'oorconden etc.
Gedaen in den Haege, den 9. July, anno 1619.
Geextraheert in de regre camer van Hollandt, wt het register vande verheven leenen, begonnen metten jaere 1616, staende aldaer capo Noort Hollandt folio 78 verso. Ende nae collatie is daer mede dit extract bevonden t'accorderen den 23. Decemb. 1619, by my,
D. Gool.
Extract. Voorts is geconditioneert, dat het jaer pachts, 't welck kersemis toecomende in dezen lopenden jaere 1600 ende negedthien verschynende is, zal comen tot profyte van den heere cooper. Ende zal de heer cooper de voors. heerlicheyden ende partyen daetelick