Olize de zebrafant
(2012)–Yanka Dietvorst, Kris Hendrickx, Anouk Mattheeussen, Charlotte Meyvis–
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
De zebra en de olifant houden zoveel van elkaar dat ze heel graag willen trouwen. De andere dieren in het bos vinden dit erg vreemd, maar hun liefde voor elkaar is belangrijker dan wat de andere dieren denken.
Vandaag trouwen de mannetjesolifant en de vrouwtjeszebra. Ze trouwen en houden een groot feest. Veel verschillende dieren, klein en groot, komen naar het feest. De leeuw is er, de luiaard, de apen, de giraffen, ook de slang, de muis, de tingi-fowru en de luis. ![]() | |
[pagina 5]
| |
Een jaar later worden de zebra en de olifant de gelukkige ouders van een kind. Het kind is geen zebra en ook geen olifant. Nee, het is iets heel anders. Het is een zebrafant!
Ze noemen haar ‘Olize’. ![]() Olize, de zebrafant, is ontzettend mooi. Toch is ze anders dan alle andere dieren. Ze heeft de slurf en de oren van haar vader, de olifant en de mooie strepen van haar moeder, de zebra. | |
[pagina 6]
| |
De olifant en de zebra zorgen heel goed voor hun kleine zebrafant. ‘Je bent flink gegroeid en het is tijd dat je naar school gaat’, zegt papa Olifant. Met een grote glimlach zegt Olize: ‘Papa, ik ga echt mijn best doen, hoor.’ ![]() Voordat ze naar school gaat, poetst ze haar tanden en wast zich goed. Vol vreugde kijkt Olize in de spiegel. Ze pakt haar blauwe tas en mag zelf naar school lopen. ‘Dag papa, dag mama...’ | |
[pagina 7]
| |
Als Olize op school aankomt, kijkt ze eens goed rond. Ze wandelt over de speelplaats en hoort sommige kinderen lachen. ‘Een dier met een slurf en zwart-witte strepen. Zoiets heb ik nog nooit gezien!’, zegt de luiaard verbaasd. ‘Ik vind het maar een gek beest’, grinnikt de toekan, waarna de aap zegt: ‘Zo een dier hoort hier toch niet thuis?’.
Olize barst in tranen uit en rent zo snel ze kan terug naar huis. ![]() | |
[pagina 8]
| |
‘Niemand wil mijn vriend zijn als ik er zo uit zie. Ik wil iemand anders zijn!’ snikt ze.
Olize wil niet meer terug naar school, maar van papa olifant en mama zebra moet ze wel. ‘Jij gaat net als alle andere kinderen naar school’ zeggen ze tegen haar. ![]() | |
[pagina 9]
| |
De volgende dag dwaalt Olize verdrietig rond. Ik wil helemaal geen zebrafant zijn, denkt ze. Plotseling krijgt ze een idee: ‘Misschien moet ik niet als mezelf gaan, maar kan ik me kleden als een ander dier. Een zebra bijvoorbeeld! Dan lijk ik op mama.’ ![]() | |
[pagina 10]
| |
Ze neemt een stuk touw en bindt haar grote oren samen. Dan rolt ze strak haar slurf op, zodat je die niet meer kan herkennen. Ze kijkt in de rivier en vindt zichzelf een mooie zebra. ‘Oké, tijd om naar school te gaan’ zegt ze een beetje trots tegen zichzelf.
Olize stapt een beetje onzeker de schoolpoort binnen. ‘Wat gaan ze van me denken?’ vraagt ze zich af. Maar vandaag wordt ze niet uitgelachen. Al snel komen er enkele kinderen naar haar toe om te vragen of ze wil meespelen. ![]() | |
[pagina 11]
| |
Ze beginnen samen te voetballen. Naar links, naar rechts, nu heel hard rennen en...... Olize maakt een prachtig doelpunt! ‘Yeah.....!’ Ze springt en huppelt van blijdschap. En toen ... ‘Oh ooooh........’. Ze struikelt over haar eigen poten en ...
valt... en valt... en valt... ![]() Zo hard dat zelfs de touwen losspringen. Ze krijgt weer grote oren en een lange slurf, net als de zebrafant. Nog voordat de andere kinderen kunnen zien wat er is gebeurd, rent Olize het bos in terug naar huis. | |
[pagina 12]
| |
Olize, de zebrafant is erg verdrietig. ‘Zo kan ik nooit vriendjes krijgen!’ snikt ze. Ze vlucht het berghok in van papa olifant en vindt er een pot met grijze verf. Dat brengt haar op een ander idee. ‘Als ik mezelf helemaal grijs verf, lijk ik op een olifant. Net als papa. Zo zullen de andere kinderen me nooit herkennen!’ ![]() | |
[pagina 13]
| |
Als een trotse olifant komt ze op school aan. Net zoals de vorige dag komen er meteen kinderen naar haar toe om te vragen of ze wil spelen. De toekan is de tikker en de anderen rennen zo snel mogelijk weg om niet getikt te worden.
Samen hebben ze veel plezier, maar niet erg lang... ![]() | |
[pagina 14]
| |
Al snel komen er donkere wolken over de school. Het begint heel hard te regenen. Olize ziet de verf van haar lichaam afdruipen. Ook de andere kinderen zien nu dat ze geen echte olifant is. Maar nog voor ze iets kunnen zeggen, rent Olize huilend het bos in. ![]() | |
[pagina 15]
| |
![]() Het blijft maar regenen en de kinderen lopen naar de grote boom. Ze gaan onder de boom zitten, maar niemand durft iets te zeggen.
Plotseling roept een heel zachte stem: ‘Hé!’ ‘Waar komt die stem vandaan? Waar ben je? Wie ben je?’
‘Ik zit precies hier, op de jaguar. Ik ben het, de mier.’ ‘Word alsjeblieft niet boos, jaguar, want ik wil jullie iets vertellen.’ ‘Het was gezellig om met Olize te spelen, maar nu is ze verdrietig. En het is onze schuld.’
Weer is het even stil... | |
[pagina 16]
| |
‘Ja, we hebben de zebrafant uitgelachen, omdat ze anders is’, zegt Toekan. ‘Ja, maar...eigenlijk zijn we toch allemaal anders’ zegt jaguar. ‘Ik ben sterk en heb mooie vlekken. Aap heeft een lange staart en kan goed springen’ ‘Ik ben klein en ook sterk’, zegt mier. ‘En toekan heeft een snavel met hele mooie kleuren.’
‘We moeten Olize ook vrolijk maken.’ ‘Hoe gaan we dat doen?’ vraagt aap. ![]() | |
[pagina 17]
| |
‘We maken een mooie tekening voor haar.’ zegt de jaguar.
‘Of nee, wacht, we geven haar een grote taart!’ roept de aap.
De toekan heeft ook een goed idee: ‘Laten we een groot feest voor Olize houden!’ ‘Ja, dat gaan we doen!’ ![]() | |
[pagina 18]
| |
Iedereen wil meehelpen om het feestje gezellig te maken. Ze zijn volop bezig met de voorbereidingen: ze hangen slingers op, blazen ballonnen op en bakken een taart. Mama zebra en papa olifant helpen ook mee.
Olize loopt ondertussen heel verdrietig naar huis. Ze weet niet hoe ze aan mama zebra en papa olifant moet gaan vertellen dat ze eigenlijk niet meer naar school wil. Maar dan... Oh, kijk! Er gebeurt thuis iets leuks: een fantastisch feest! Met zoveel andere dieren erbij. ![]() | |
[pagina 19]
| |
Het is geen gewoon feest. Iedereen ziet er anders uit. De toekan heeft paardenoren, de luiaard heeft vleugels en de jaguar heeft een snavel. Ieder dier heeft wel iets dat anders is dan normaal. ‘Mama, papa! Voor wie is dat feest?’ ‘Dit hebben jouw vrienden voor jou gedaan.’ ![]() ‘Voor mij?’ | |
[pagina 20]
| |
‘Ja, Olize, voor jou. Jij bent een zebrafant en we houden van je zoals je bent’, zegt toekan. ‘Er is niemand die er zo mooi uitziet als jij.’
Het is een gezellig feestje.
En vanaf die dag heeft Olize, de zebrafant veel vrienden. Ze gaat nu elke dag blij naar school en helpt graag om anderen ook blij te maken. ![]() |
|