Een nieuw lied

[p. 1]

Een nieuw lied.

Op een vrolijke wijs.

Komt vrienden blyft een weinig staan,

En hoort wat ik zal zingen:

Al van een schutter welbekend,

Het zyn toch rare dingen. (bis.)

Zyn vader die geschreven had,

Zoo hy met verlof moogt komen. (bis.)

Om eerst by hem te komen aan,

Dit deed hy hem zeer goed verstaan,

En had voor niets te schomen. (bis.)

Als nu dees man kwam met verlof,

Dacht hy zich te vermaken,

Al met zyn vrouwtje maar 't is mis,

Hy hoorde vreemde zaken. (bis.)

Als dat zyn vrouw in 't kraambed lag,

De kraamheer was ontboden ja. (bis.)

De baker met het kind voor de mand,

Nu kwam hy in geheel plaisant,

De aap was niet ontvloden. (bis.)

De schutter keek de boel eens rond,

Hy zette zich wat te rusten,

Om het gezelschag dat daar was,

Ook niet te doen ontrusten. (bis.)

De baker nam het eerst de vlucht,

Mynheer ging ook aan 't loopen,

Zyn vrouw kwam zagjes van het bed,

De schutter dagt nu komt de pret,

Och sprak zy, u heer heeft my bekropen (bis.

[p. 2]

4.

 

Och zy de man dat is niemendal,

 

Als hy maar 't kind wil houden,

 

Of geld daarvoor betalen dan,

 

Zult gy het kind wel houden. (bis.)

 

O ja sprak zy dat is goed bedacht,

 

Dan zyn wy ook geborgen. (bis.)

 

Nu gy t' huis zyt kryg ik geen geld,

 

Een som voor 't kind was goed gesteld,

 

Dan hoeven wy zoo niet te zorgen. (bis.)

Kom sprak de man nu spoedig maar,

De heer die wierd ontboden,

Zes honderd guldens waren klaar,

Hy had niets meer van noden. (bis.)

Kom zei de vrouw nu zyn wy klaar,

En zullen het wel brouwen ja. (bis.)

Dat denk ik ook zoo sprak de man,

Toch aan het geld koom jy niet aan,

Maar 't kind is jou, o ja dat mag jy houde (bis.)

Hy pakt zyn boeltje by elkaâr,

En ging toen dadelyk heenen,

De vrouw dacht dat zy 't gewonnen had,

Zat met het kind te weenen (bis.)

Myn man het geld en ik de last,

Wat zal my nu gebeuren ja, (bis.)

Haar man was weg als een krygsheld,

Zy was niet te vreden met het geld,

Dat moet zy nu betreuren. (bis.)

Wordt hezongen en verkocht door JOSEPH van DIEDEN.

Te Amsterdam, bij T. WIERING, boek- en Tabaks-Plaat Drukker, Binnen-brouwerstraat, N^o. 10.