CCXLVI
Iedere moeder is de moeder van God. Zij blijkt echter eerst dat te zijn, indien zij gezien wordt door iemant, bekwaam haar als zoodanig te erkennen.
Datgene, wat alle kinderen met elkander, en zoo alle maagden, alle moeders, alle kooplieden, alle oudemenschen, gemeen hebben, is iets essentiëelers dan het groot aantal eigenschappen, waardoor zij van elkander verschillen.