CCXLIV
Tot de goede levenskunst behoort telkens bij het betreden van een kamer het gevoel te hebben alsof men van een verre reis komt en voor 't eerst, of wéêr na vele jaren, de woning van een geliefden vriend betreedt, het gevoel met den streelenden oogen-blik van: ‘is dat die kast?’ en met den glimlach van ‘wat heb je dáar?’