Verzamelde werken. Deel 3. Proza-gedichten
(1920)–Lodewijk van Deyssel– Auteursrecht onbekend
[pagina 26]
| |
ving van plannen plaats heeft, waardoor het begrip op-een-volging verandert in dat van gelijktijdigheid. De gewaarwording, aan de oppervlakte, van te meenen reeds ergens geweest te zijn, waar men voor het eerst komt, is alleen dán sensatie, wanneer zij het uiterlijk is der gevoeling van ontijdelijkheid of gelijktijdigheid. Zij verwondert maar is niet schoon. Zij is een bewegen van de Ziel vóor dat het gemoed en de zintuigen in staat zijn Haar te ontvangen, of zij zich van die te scheiden. De ‘Sensatie’ is omgeven door zoo vele surrogaten, dat zij dikwijls schijnt eerder tot de experimenteele theosofie dan tot de kontemplatieve filosofie te behooren. |
|