De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
noemde je een stukje van Everts ‘dat je hadt en dat gauw geplaatst moest’. Op een briefkaart van 8 Novr. noem je het bij andere kopie met name niet maar spreekt wel van enkele kleine stukjes. Nú zie ik dat je het bij mij zoekt; maar ik heb het ook niet. Kan het ook zijn dat je het verwart met Een Saaie dat 1 Septr. geplaatst is? Dat had ik, geloof ik, geruimen tijd onder me gehad. Rensburg ben je immers eens dat als nog al partikulier niet in een eerste nummer moet? Je schrijft over AntinkGa naar voetnoot278 - een nieuwe bijdrage? Weet je wel dat we knapjes vol zijn, zoo zelfs dat Buysse in tweeën moet? Ga eens na: de Vooys 21, Emants 24, Penning 8, Heyermans 16, Hol 10, Kunst 5, Boekbeoord: v.D. 8, A.V. 13; - maakt 105 blz. Hierbij ter vulling van 8 vel kunnen nog 23 blz. die ik reken dat de helft zullen zijn van Buysse. - Die lange stukken ook! Het is niets als ze splitsbaar zijn, maar anders is er op onze 8 vel geen ruimte voor. Goes heb ik een wenk gegeven en die wacht nu tenminste zijn bespiegelingen te spinnen - ik zeg niet uit, maar in te spinnen - in kaders van 24 blz. Er ligt erzoo een dat ik zonder tijdsbepaling moet uitstellen. - Wat zeg je van Bierens? Zijn ‘voorwaarde’ van besproken worden lijkt me vleiend maar onontvankelijk. De Muze van onze besprekingen is een vrije jonkvrouw en geen dominee. Die besprekingen van wijsbegeerte die wel literair mogen zijn doen trouwens het meest denken aan wat wel het karakter van Bierens preeken zijn zal. Intusschen: zijn Idee-studies heb ik je indertijd gestuurd,Ga naar voetnoot279 1o omdat ik ze wel aardig vond, zoo zelfs dat ik er zelf over dacht ze te bespreken, en hoopte dat jij het, bij meerder ingenomenheid misschien, beter dan ik zou doen; en 2o omdat ik vind dat het wel eens besproken mag en dat boekje er gelegenheid toe gaf. Zijn Levensleer stuurde ik je niet. Ik ben het gaan lezen en mag niet beweren dat ik het heb uitgelezen. Het is een zeer uitvoerige vergelijking van de deelen van Spinoza's werk en een omwerking ervan. Behandel dat eens letterkundig. Ja, met letterkundige Spinozakennis, iets waartoe ik misschien wel den lust eens voel, maar niet als ‘voorwaarde’. - A propos van het kontrakt: voorlopig lijkt me beter zoo voorttezeulen: het oude kontr. is opgeheven de facte: wij kunnen later als 't noodig blijkt een nieuw maken als wij eerst de nieuwe praktijk kennen. Om de omgekeerde reden is het oude nooit iets waard geweest. Geld is dan ook niet noodig. Hartelijke groeten, Kitty maakt het wel.
tt Albert.V. |
|