187
Noordwijk/Zee
12 Novr. 1901
Amice, Ik zie dat mijn haastig brief me in tegenspraak scheen te brengen met ons
onderhoud. - Onze afspraak was de 7 vel à ƒ10 te aanvaarden, maar als bezwaar
bleef bij ons bestaan de geringe dikte van de afleveringen. Ik ging heen in de
overtuiging dat jij haast nog meer dan ik onder den indruk van dat bezwaar was.
- Tusschen twee treinen aan 't Rokin vond ik alleen Nijhoff wien ik het
resultaat van ons gesprek meedeelde. Hij praatte mij meerdere uitbreiding uit
het hoofd. Een uitbreiding tot 8 vel zou den prijs op ƒ12.- brengen waar hij
tegen was. Ik zei dat redactioneel het voordeel lag in de grootere
aanzienlijkheid van het tijdschrift en in de mogelijkheid gevarieerder nummers
saamtestellen. Dat ik evenwel tegenover zijn bezwaar niet verder wenschte aan te
dringen en dat wij het er dus voor hielden dat het voorstel van de uitgevers, 7
vel à ƒ10.- door alle partijen was aangenomen. - Nu wenschte N. evenwel ten
gerieve van Groesbeek de zaak even te noteeren op een stukje papier dat hij op
Groesbeeks lessenaar wou neerleggen. En hij koos daarvoor deze formuleering:
Heeren Thijm en Verwey vinden 7 vel à ƒ10.- goed, 8 vel à ƒ12.- beter.
Tot mijn verbazing kreeg ik den volgenden dag een brief van Groesbeek dat hij
vóór de 8 vel was en dat ook zijn associé hoewel ertegen zich bij zijn redenen
had neergeleid.
Dit is dus de ontstaansgeschiedenis van ‘het voorstel van 8 vel’ dat je uit mijn
brief van den 9e verbaasd heeft. Ik hoop dat het, hoewel niet woordelijk in de
termen van ons onderhoud begrepen, je toch niet voorkomt tegen den geest ervan
te zijn.
Wat nu betreft de 36 vel meer die noodig zijn - vin-je me niet
lichtzinnig als ik de aanwezigheid daarvan voor zeker houd? Ik reken daarbij op
verscheidenen die zonder moeite meer kunnen doen, maar ook op het feit van de maandelijkschheid, dat tot schrijven uitlokt. Het
geldelijke levert geen bezwaar op. Wij hoeven immers niet zoover te gaan tot er
nadeel komt. Bovendien - al wilden we 't, dan zouden de uitgevers wel bezwaar
maken.
Je hebt gelijk met de Eeuw-kritiek. Ik zal die volzin vervangen door een
onschuldige meedeeling van naam-verandering. - Laten wij met ons in
't algemeen tot medewerkers wenden, wachten tot na het Prospectus.
Voorloopig hebben we, dunkt me, meer aan persoonlijke briefjes aan de
voornaamsten met verzoek van den titel van hun eerstvolgende bijdrage.
Hartelijke groeten
Je Alb. V.
G. wenscht nl. een lijst met titels
aan 't Prosp. toe te voegen. -