136
Baarn, 5 December 1900.
Amice, Behalve Verwey, Prins, Van
Looy, v.d. Goes, v.
Eeden, enz. zag ik gaarne in het Januarie-nummer: Rensburg, en v. Hulzen (waarvan jij of de uitgever nog eenige kleine
stukjes moet hebben), verder, als er plaats is: Everts uit Rotterdam en eindelijk van Raalte (over linguistiek).Ga naar voetnoot213
De boeken (Bierens de Haan en dat over Taal) zal je nu ontvangen hebben.
De verzending had laat plaats wegens ziele-moeilijkheden bij pakjes-maken.
K.A.Th.
|
-
voetnoot213
- Het Tweemaandelijksch Tijdschrift, 7e jrg., aflev. 1, januari
1901, was aldus samengesteld: Albert Verwey, Holland en
Duitschland, p. 1-15, aldaar gedagtekend Aug. 1900, herdrukt in Luide Toernooien, Amsterdam, 1903, p. 5-33; Jac. van Looy,
Feesten, VII, p. 16-33 [nadien getiteld De regenboog]; W.L. Penning Jr., Mans-minnelied,
p. 34-50; G. van Hulzen, Amsterdam (Van
straten en pleinen), p. 51-68; Ary Prins, De heilige
tocht, p. 69-72; J.H. Labberton, Verzen, p.
73-81; J. Koopmans, Jan de Weert's nieuwe Doctrinael, p.
82-108; J.K. Rensburgj, Japanse Verzen, p. 109-112; F. van
der Goes, Socialisme en feminisme, p. 113-154;
Boekbeoordelingen: A.V. [over] Verzen door Prosper van
Langendonck. W. Versluys. 1900, p. 155-158, aldaar gedagtekend 7 dec. 1900,
herdrukt in Proza, X, Amsterdam, 1923, p. 99-102; Joh. H.
Been, De Gorcumsche Martelaren en de Brielsche traditie
[bespreking van Robert Fruin's Verspreide Geschriften; De
Gorcumsche Martelaren], p. 159-177, aldaar gedagtekend Sept.
1900.
|