128
25 Augs. 1900
Amice, Het nr.Ga naar voetnoot204 was, dit keer
bijzonder vroeg, opgemaakt en grootendeels afgedrukt, toen ik een proef kreeg
van de bijdrage van Prins en tot mijn spijt te laat om ze anders dan achter de
boekbespreking te doen opnemen. Ik heb hem geschreven dat ze beter liggen
blijft. - Ik heb om redenen die ik je later zeggen zal een onverwacht inkomend
stuk van Streuvels aan Buysse doen voorgaan, hoewel die lang wacht, en zonder je te raadplegen.
Schrijf mij eens hoe je 't maakt en of ik je binnenkort kan thuisvinden.
Beste groeten
tt
Alb.V.
|
-
voetnoot204
- Het Tweemaandelijksch Tijdschrift, 6e
jrg., aflev. 5, september 1900, was aldus samengesteld: Guido Gezelle, Sint Jans Vier, p. 149-151; Prosper van Langendonck, Het koren, p. 152-153, aldaar gedagtekend 16 Juli 1900;
Karel van de Woestijne, Kronos/Dramatische fragmenten, p.
154-159, aldaar gedagtekend 1897; Stijn Streuvels, Een
speeldag, p. 160-197, aldaar gedagtekend Avelghem, Hooimaand, '99,
laatstelijk herdrukt in Volledig Werk, dl. I, p. 619-658;
L. van Deyssel, Stille wegen [zie noot 180], p. 198-229;
Albert Verwey, Pinksterheil, p. 230-233, laatstelijk
herdrukt in O.D., I, p. 383-385 [in Dagen en
daden]; Is. P. de Vooys, Verzen, p. 234-244; J.K.
Rensburg, Japanse Verzen, p. 245-248; G.J.P.J. Bolland,
De Kerk van Utrecht (slot), p. 249-295, aldaar
gedagtekend Leiden, 8 juli 1900; A. Pit, De Nederlandsche
kunstnijverheid op de Parijsche tentoonstelling, p. 296-308;
Boekbeoordeelingen: J. Koopmans [over] Middelnederlandsche
Legenden en Exempelen. Bijdrage tot de kennis van de
Prozalitteratuur en het Volksgeloof der Middeleeuwen, door C.G.N. de Vooys.
's-Gravenhage. Mart. Nijhoff. 1900, p. 309-322.
|