De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd115Voorschoten, 17 April 1900.
Waarde Vriend, Uit een voor Van Hall bestemde zending mocht ik bijgaande Boutens-bloemen lezen, naar mijn inzien het beste, dat er bij was. Ten gevolge der datum was er haast bij het werk. Van Hall heeft B. gelijmd voor ƒ5.- per bladzijde. Hiervoor heb ik het bijgaandeGa naar voetnoot192 ook genomen, met voorwaarde dat deze noch geheel noch gedeeltelijk 1 | |
[pagina 141]
| |
Mei behoeven te verschijnen, maar wel het honorarium, - de bijdrage geschat op 6 bladzijden, dan zoû worden voldaan.- Mocht je in 't algemeen tegen een voorstel van mij hebben, waarvan de inhoud zijn zoû dat - behalve dat onze redactioneele bevoegdheden blijven wat die zijn, te weten: jij voor de dichters en ik voor de prozaschrijvers - jij het recht zult hebben een enkelen prozaschrijver te introduceeren en ik dat voor een enkelen dichter, -- dan zoû het mij in dit geval toch aangenaam zijn, indien je de, ook op grond onzer laatste gesprekken over zijn Gids-verzen,Ga naar voetnoot193 op je oordeel door mij getrokken wissel honoreerde, ook in aanmerking genomen dat deze snelle handeling door mij alleen gedaan is ten bate van het tijdschrift, daar, ik zweer het je, de ‘machts’-quaestie mij volstrekt onverschillig is.- Met besten groet
t.t. Karel Alb.Th. |
|